laatste wijziging: 06-07-2023
013 032 Crisis – Voorwoord
- 13 Voorwoord Gert-jan van der Heiden & Sanem Yazcioglu
- 1 Fenomenologie als wetenschappelijke methode EPOCHE
- 2 De crisis van de wetenschappen
- 3 Het zinsfundament van de wetenschappen in de levenswereld LEVENSWERELD
- 4 De Europese geest
.
13 Voorwoord Gert-jan van der Heiden & Sanem Yazcioglu
- 14 De crisis is […] niet gebaseerd op een door Husserl afgerond manuscript.
- Alleen de eerste twee delen die de paragrafen 1 – 27 om wapen, zijn door Husserl zelf voor publicatie gereed gemaakt en ook bij zijn leven gepubliceerd In het tijdschrift philosofia in 1936
- 15
- De crisis van de Europese wetenschappen is niet de titel van een afgerond boek, maar eerder de naam van een probleemveld dat steeds opnieuw om nadere reflectie vraagt en waarover Husserl nooit uitgedaagd en uitgeschreven raakte.
- Daarmee is de crisis in haar onvoltooide vorm een pars pro toto voor Husserls gehele filosofische programma en voor de manier waarop hij aan dat programma werkte
.
1 Fenomenologie als wetenschappelijke methode
- 15 Waarover gaat dat programma?
- Net als zijn tijdgenoten William James en Henry Bergson is Husserl gebiologeerd door het menselijke bewustzijnsleven
- Wat speelt zich af in de bewustzijnsstroom en de verschillende belevenissen of ervaringen die wij als bewustzijn opdoen?
- Wat is dat bewustzijn eigenlijk, en hoe verhoudt het zich tot de werkelijkheid?
- 17 De openingspagina’s van de crisis zijn in dit opzicht veelzeggend.
- Husserl begin daar met de opmerking dat het in eerste instantie vreemd is om over een crisis van de wetenschappen te spreken; de wetenschappen floreren toch als nooit tevoren?
- Er zijn echter verschillende vormen van wetenschap, en het model dat de exacte wetenschap van natuurkunde en meetkunde biedt, blijkt ongeschikt om de filosofie als strenge wetenschap te ontwikkelen
- 17 Om dit uit te leggen introduceert Husserl de term “natuurlijke instelling”
- 17 De natuurlijke instelling wordt gekenmerkt door het feit dat zij de gegevens wijzen van de dingen, de mensen, de ideeën, de wereld enzovoort vooronderstellen
- 18 Aan Kant ontleent Husserl de term “transcendentaal”, dat wil zeggen de mogelijkheidsvoorwaarden van kennis betreffend, die bovendien voor iedereen toegankelijk is.
- Husserl karakteriseert zijn eigen fenomenologie daarom als “transcendentale fenomenologie”
- 18 Als wij ons een ding in de wereld bewust zijn, dan kan dat op verschillende wijzen. bijvoorbeeld als iets wat “wordt waargenomen, herinnerd, voorgesteld, ingebeeld, verwacht, geïdentificeerd, onderscheiden, gelooft, vermoed, gewaardeerd enzovoort
- Om deze gegevens wijze te onderzoeken moeten we de natuurlijke instelling opschorten.
- Hiervoor gebruikt Husserl het woord epoché
- 18 Husserl spreekt Daarom ook wel over de fenomenologische reductie: de fenomenologie richt zijn blik op het transcendentale bewustzijn, waarin de objecten als correlaten van het bewustzijn zijn gegeven
- 18 Al in de ideeën 1 brengt breng dit Husserl de volgende omschrijving van wat hij het beginsel van alle beginselen noemt, waarop de fenomenologie als methode gegrondvest is:
- “dat elke oorspronkelijk gegeven aan schouwing een rechtsbron van de kennis is, dat alles wat zich aan ons in de “intuïtie” oorspronkelijk aanbiedt (zogezegd in zijn lijfelijke werkelijkheid) eenvoudig te aanvaarden is, als wat het zich aanbiedt, maar ook slechts binnen de grenzen waarin het zich aanbiedt”
- 18 Het bewustzijn zelf is het domein waarin de zinsconstitutie van objecten als dit of dat plaatsvindt: de zin waarmee de dingen verschijnen In de aanschouwing is de zin die wij moeten aanvaarden, binnen de grenzen waarin ze gegeven zijn
- 19 Het bewustzijn is voor Husserl daarom ook geen inzicht zelf gesloten domein.
- Het is niet subjectivistisch of solipsistisch
- Bewustzijn wordt gekarakteriseerd door intentionaliteit: ons bewustzijn is altijd bewustzijn van iets
- 19 Tegen moderne cognitietheorieën zoals die van Locke in, betoogd Husserl daarom ook dat we deze bewustzijns relatie tot een korrel laat niet moeten begrijpen als een representatie, vanaf de verschijning van iets voor het bewustzijn zoiets is als een foto van het ding zelf, die echter niet dat ding zelf is.
- De beschrijving van bewustzijnsinhouden als representaties suggereert dat er een origineel is (echte boom) die gerepresenteerd wordt In het bewustzijn – het mentale plaatje van de boom
- Net als zijn tijdgenoten William James en Henry Bergson is Husserl gebiologeerd door het menselijke bewustzijnsleven
-
-
- De vraag is echter waar deze vooronderstelling van dit origineel op berust: de enige manier waarop wij van de boom weet hebben als boom is via de waarneming, die niet gericht is op een mentale afbeelding van de boom, maar op de boom zelf, en wel zoals die hier en nu […] aan mij verschijnt als boom
- 20 Om we begrijpen hoe de zin van kleur tot stand komt, “geconstitueerd wordt”, zou Husserl schrijven, is een ander soort wetenschap vereist
-
.
2 De crisis van de wetenschappen
- 21 Dat een boek geschreven door een Joodse auteur in het Duitsland van Midden jaren 30 de woorden “crisis” en “Europa” met elkaar combineert, zal ons minder bevreemden dan de combinatie “crisis” en “wetenschappen”
- Geconfronteerd met de culturele en politieke crisis en waanzin in Duitsland lijkt de wetenschap wel het laatste te zijn waarover men zich zorgen zou moeten maken
- Toch is het Husserl om een crisis van de wetenschap te doen, omdat hij ervan overtuigd is dat deze crisis ons zal leren begrijpen wat Europa betekent en wat de geestelijke opdracht van Europa is
- Pas als we die taak werkelijk begrijpen, kunnen we een uitweg vinden uit de culturele crisis waarin Duitsland en Europa als geheel zich in die tijd bevinden
- 22 De vraag die vervolgens opkomt, is hoe we aan deze prioriteit filosofisch recht kunnen doen.
- Deze vraag wordt des te nijpender wanneer we beseffen dat de termen “wetenschap” en “wetenschappelijkheid” dikwijls begrepen worden vanuit en zelfs geïdentificeerd worden met het soort wetenschap dat het vragen naar zin en waarde heeft uitgeschakeld
- Is het niet de taak van de filosofie, als wetenschap, om de zin van de wetenschappen zelf te denken?
- Als dat het geval is, is er toch een ruimer begrip van wetenschap en wetenschappelijkheid nodig
- 23 Te midden van deze crisis, die In de eerste plaats dus een culturele crisis is van de wetenschappen waarin het ideaal van wetenschap op geen enkele manier de cultuur nog hervormt, verheft in richting geeft, ziet Husserl zich geplaatst voor de taak om dit ideaal opnieuw te denken en nieuw leven in te blazen
- 24 Het is de taak van de filosoof om opnieuw de oorspronkelijke zin van wetenschappelijkheid en het bijbehorende ideaal te ontdekken, Omdat dit ideaal volgens hem niets minder is dan het doel van de mensheid
- 24 Vooral in Husserl s analyse van Descartes in de crisis wordt duidelijk zichtbaar hoe hij meent dat het denken van Descartes getekend wordt door een fundamentele ambiguïteit
- 25 Zelfs de vraag naar de zinsconstitutie van meetkundige objecten, die Husserl uitwerkt in het door Derrida beroemd geworden addendum III (de oorsprong van de meetkunde) wordt opgepakt als een vraag naar de mogelijkheid van de eerste ontdekking en de daaropvolgende geschiedenis van zo’n object
- 25 Het is overigens niet zo moeilijk te begrijpen waarom Husserl zich juist oriënteert op culturele objecten en hun historische aard
- Eigen aan dit soort objecten is namelijk dat ze, eenmaal ontdekt, ook weer verloren kunnen raken in de geschiedenis en ondergesneeuwd worden, volgens het ideaal van wetenschappelijkheid verborgen kan raken.
- Omdat een van haar voortbrengselen, de feitenwetenschappen, het oorspronkelijke ideaal van wetenschappelijkheid aan ons zicht heeft ontnomen
- 25 Ook Husserls analyse van de moderne natuurwetenschappen neemt een dergelijke historische ondervraging als leidraad
.
3 Het zinsfundament van de wetenschappen in de levenswereld
Levenswereld = = leefwereld
- 26 Waar moet deze oorspronkelijke zin van de wetenschappen gevonden worden? Het antwoord op die vraag brengt ons bij een cruciaal begrip in de crisis, namelijk het begrip levenswereld
- 26 Zodra we de de vraag stellen naar de oorspronkelijke zin van de wetenschappen, vragen we naar wat de wetenschapper oorspronkelijk motiveerde, toen er nog geen wetenschap was.
- De wereld waarin deze zin te vinden is, is Daarom ook niet de objectieve wereld van de natuurwetenschappen, Maar de wereld die daaraan vooraf gaat en daarboven uitstijgt.
- Die laatste wereld noemt Husserl de levenswereld
- 26 Husserl noemt filosofen daarom “de functionarissen van de mensheid”
- 26 De levenswereld vormt volgens Husserl de achtergrond voor de betekenis waarmee de dingen voor het bewustzijn verschijnen, en daarmee ook voor de oordelen die wij over de wereld vormen
- 27 Het thema van de levensweg wereld laat dus bij uitstek zien dat het bewustzijn niet solipsistisch of subjectivistisch te werk gaat, maar intersubjectief is en historisch bepaald
- Solipsisme: “Alles” bestaat slechts in de geest van de waarnemer.
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Solipsisme#Fenomenologie
- 27 Om recht te doen aan zowel de levenswereld als de mathematisch gesubstrueerde wereld van de idealiteiten
- 28 In dergelijke passages bij uitstek het belang van de historische werkwijze naar voren, en van het gegeven dat de geschiedenis het medium is waarin het denkende bestaan voltrokken wordt
- 28 Aan de levenswereld om het predicaat ” meest universeel” toe:
- “Die wereld is ons allen op natuurlijke wijze vooraf gegeven, als personen binnen de horizon van onze medemenselijkheid, dus binnen het geheel van onze actuele relaties met anderen, dus als “de” wereld, de wereld die ons allen gemeenschappelijk is
- […] Op die manier is ze de bestendige bodem van geldigheid
- Een steeds beschikbare bron van vanzelfsprekendheden, waar we als praktische mensen, maar ook als wetenschappers, zonder meer vanuit gaan
- 28 De levenswereld […] is de meest universele en primaire vooronderstelling
.
4 De Europese geest
- 29 “Europa” is voor Husserl niet zozeer de naam voor een continent of een geografische locatie, maar de naam voor een bepaalde geest of cultuur van wetenschappelijkheid en redelijkheid
- Deze geest is niet noodzakelijk en is geen permanente toestand die altijd al met het menselijk bewustzijn gegeven is
- De Europese geest is dus een geschiedenis en een ontstaansmoment. en werd geboren in het oude Griekenland, bij de filosofen die een rationeel alternatief boden voor de mythische beschrijving van de werkelijkheid
- Husserl noemt de Griekse filosofie daarom “het doelgerichte begin, de ware geboorte van de Europese geest in het algemeen”, die opnieuw geboren werd aan het begin van de moderne tijd
- 30 Husserl schrijft:
- 30 “De crisis van het Europese bestaan heeft slechts twee uitwegen:
- de ondergang van Europa door de vervreemding van zijn eigen rationele levens zien, het vervallen tot vijandschap jegens de geest en tot barbarij OF
- de wedergeboorte van Europa uit de geest van de filosofie door het heldendom van een rede die eens en voor altijd het naturalisme overwint
- 30 Waarop doelt Husserl met het woord “barbarij”?
- 30 – de barbarij van de nazi’s –
- 31 De fenomenologie kan leiden tot een omgang met de wereld die niet bepaald wordt door naturalistische en objectivistische theorieën alleen, maar die deze theorieën fundeert in onze leefwereld zelf en het oorspronkelijke ideaal van filosofie als redelijkheid en wetenschap
- 30 “De crisis van het Europese bestaan heeft slechts twee uitwegen: