laatste wijziging: 18-08-2024

Benjamin Constant



  • In dit werk probeert Constant de principes te onderscheiden die de instellingen en de politiek in een liberale democratie moeten leiden .
  • In het licht van de ervaringen met de Terreur en het begin van het Eerste Keizerrijk benadrukt hij de risico’s van despotisme en verdedigt hij omgekeerd een macht die strikt beperkt zou zijn in haar functies.
  • Hij stelt dus dat het niet individuen zijn die alleen beslissingen moeten nemen, maar dat het noodzakelijk is om gereguleerde instituties op te bouwen om beslissingen te kunnen nemen.
    • Hij concludeert dat “er massa’s zijn die te zwaar zijn voor mensenhanden” 2 .

Liberalisme en respect voor rechten

Constant verdedigt als liberaal de elementaire individuele rechten en stelt dat soevereiniteit, of die nu populair of koninklijk is, geen macht mag hebben tegenover individuele rechten . Ze moeten onvervreemdbaar zijn . Dus “op het punt waar de onafhankelijkheid van het individuele bestaan ​​begint, eindigt de jurisdictie van deze [volks]soevereiniteit”

Kritiek op autoritarisme

Omdat deze macht niet aan één enkel individu toebehoort, mag deze macht niet aan volksvertegenwoordiging worden gegeven. Constant schrijft aldus: “De fout van degenen die, in goed vertrouwen in hun liefde voor vrijheid, onbeperkte macht hebben toegekend aan de soevereiniteit van het volk, komt voort uit de manier waarop hun politieke ideeën werden gevormd. Ze zagen in de geschiedenis een klein aantal mensen, of zelfs maar één, die over een enorme macht beschikten en veel schade aanrichtten; maar hun toorn was gericht tegen de bezitters van macht, en niet tegen de macht zelf. In plaats van het te vernietigen, dachten ze er alleen maar aan om het te verplaatsen.

Verzet tegen absolute soevereiniteit

Constant verzet zich krachtig tegen het idee van soevereiniteit, populair of koninklijk, die zonder grenzen zou zijn.

Zo ziet hij in het door Rousseau ontwikkelde idee van de absolute soevereiniteit van het volk ‘de meest verschrikkelijke hulpbron van alle vormen van despotisme’ . Hierin verzet hij zich tegen het absolute parlementarisme .