laatste wijziging: 24-02-2022

Sessie 1 Het algemeen belang

Het algemeen belang – over republiek & democratie




Dia’s

Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)

Vrijheid ligt besloten in de erkenning van het algemeen belang engagement is geen keuze maar maar een burgerplicht individualisten moeten gedwongen worden om vrij te zijn’ alleen collectieve besluitvorming, met participatie van burgers, leidt tot legitieme wetten
“ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country” (J.F.K.)


DIA 12

DIA 24 republikanisme als politieke filosofie

vrijheid houdt in: niet overgeleverd aan de willekeur van een andere macht dat is niet hetzelfde als niet gebonden zijn aan publieke regels (vrij zijn van…)


John Stuart Mill (1806-1873): On Liberty 0859)

Volks wil en macht aan het volk zijn gevaarlijke illusies dat gevaar is de tyranny of the majority (wil van het yolk) vrijheid is pas mogelijk als er een privésfeer bestaat, een sfeer waar de staat niet mag ingrijpen

belangrijke noties in Mill’s ethiek:

vrijheid moet worden ingeperkt door het harm-principle, niet door het offense principle het offense principle kan een bedreiging voor de vrijheid (van meningsuiting) vormen het gaat in de politiek niet om de wil van ‘de meerderheid’, maar om vrijheid /I rechten


democratie: facties & politieke partijen

  • Een factie is een politieke groepering, met name als die deel uitmaakt van een grotere groep. Het wordt voor de moderne tijd vaak gebruikt om een groep (radicale) dissidenten binnen een politieke partij aan te duiden. Het begrip kan in het kort omschreven worden als een agerende politieke groep. Ook de omschrijving partij binnen een partij wordt gebruikt.

  • natiestaten werden steeds meer nationaal geïntegreerde, soevereine eenheden in republieken werd de macht ingeperkt door een constitutionele scheiding der machten democratisering dwingt elites in toenemende mate om rekening te houden met het volk
  • politiek filosofen schuwden democratie uit vrees voor factionalisme
    • Henry Bolingbroke (1678-1751) onderscheidt partijen & facties een factie dient een deelbelang, een partij dient het algemeen belang partijen zijn tijdelijk, bedoeld om wanbestuur de macht recht te zetten belangrijkste aspect van het algemeen belang is (positieve) vrijheid: “one is free not from the law, but by the law”
  • volksvertegenwoordigers zijn geen gedelegeerden of woordvoerders van hun achterban zij zijn gekozen zaakwaarnemers, gemachtigd om autonoom beslissingen te nemen zij moeten naar eer & geweten, en na zorgvuldige overweging, zelf besluiten nemen

Edmund Burke (1729-1797)

  • Burke wees op gevaren van revoluties en pleitte voor een aristocratische democratie
  • Hij hechtte aan stabiliteit en traditie, en wees abstracte principes van de hand
  • de samenleving is geen sociaal contract tussen individuen, maar tussen generaties
  • het individu maakt deel uit van een cultuur, tradities en instituties deze moeten door de staat worden beschermd; niet de ‘volkswil’
  • Burke verdedigde de Amerikaanse revolutie, maar niet de Franse de Amerikanen wilden autonomie, de Fransen een nieuw systeem
  • Burke pleitte voor autonomie van volksvertegenwoordigers niet gebonden aan opinies van hun achterban, maar aan hun eigen inzicht en oordeel i.p.v. de kiezers te dienen, verraadt hij hen juist, als hij zich aan hun meningen onderwerpt want: het parlement is geen arena waar verschillende facties hun belangen uitvechten, maar een platform voor overleg van een natie, met 1 belang: het algemeen belang

17 De 19de eeuw

  • natiestaten worden steeds meer nationaal geïntegreerde, soevereine eenheden
  • soevereiniteit betreft de rechtsstatelijke onafhankelijkheid t.o.v. andere mogendheden
  • in een republiek wordt de macht ingeperkt door een constitutionele scheiding der machten
  • democratisering dwingt elites in een positie waarin ze rekening moeten houden met het volk