laatste wijziging: 07-01-2023

Geluk

BRONNEN:


TO DO :  sessie 7 de Wolf


06-01-2019 Geluk is filosoferen

 


Het thema geluk                               Het Chinese teken voor geluk

Aristoteles

In boek I stelt Aristoteles dat iedereen het erover eens is dat geluk (Grieks: eudaimonia)

TO DO Eudamonia Senia Hermsen blz 73 betekenis invoegen

Eudaimonia noemde Aristoteles dat, de levenskunst waarbij gestreefd wordt naar de ontwikkeling van talenten en deugden, maar ook naar een zinvol en waardig leven dat de juiste balans vindt tussen handeling en contemplatie. Het begrip komt van het Griekse eu, dat ‘goed’ betekent, betekent, en
daimon, dat met ‘ziel’ of ‘zelf’ vertaald kan worden. Eudaimonia is geen streven naar rijkdom, welvaart of kortstondige lustbevrediging, maar de voortdurende inspanning een beter mens te worden, een bezield leven te leiden dat het goede voor onszelf en anderen nastreeft.

Dankzij de innerlijke dialoog tussen ik en zelf, of tussen ik en daimon, kunnen we van nieuwe inzichten
getuigen en kan er sprake zijn van wording en groei. ‘Het ultieme doel van menselijk handelen is eudaimonia,’ schrijft Arendt, en dat wil volgens haar heel eenvoudig zeggen ‘zo goed mogelijk leven samen met anderen’.

 

 

het ultieme doel van het menselijk bestaan is, maar dat er discussie is over de vraag wat geluk nu precies inhoudt. Aristoteles probeert dit te achterhalen door op zoek te gaan naar de functie (Grieks: ergon) die uniek is voor de menselijke soort (het zogenaamde ‘functie-argument’). Hij concludeert dat dit ergon, deze kenmerkende functie, het verstand is. Leven als een mens komt er dan op neer dat men zijn verstand gebruikt, en goed leven, dat wil zeggen gelukkig leven, betekent dat men zijn verstand op voortreffelijke wijze gebruikt. Geluk is voor Aristoteles dus nadrukkelijk een activiteit. Wie bijvoorbeeld slaapt kan op dat moment niet echt gelukkig zijn.


Nu kan men echter zijn verstand op verschillende manieren gebruiken. Aristoteles onderscheidt het praktisch gebruik van het verstand, bijvoorbeeld wanneer men aan politiek doet, van de zogenaamde theoria. In boek X identificeert Aristoteles het ware, ultieme geluk met theoria.

Theoria is een lastig begrip, dat grofweg ‘filosofisch onderzoek, filosofische beschouwing’ betekent. Over de precieze inhoud van theoria is Aristoteles niet duidelijk. Het zou om ‘onderzoek’ kunnen gaan, waarbij iemand nieuwe kennis opdoet. Het zou echter ook het overdenken van kennis die men al bezit kunnen inhouden.

Aristoteles (EN X 7) geeft een aantal argumenten waarom theoria het hoogste goed is:

Kortom, de mens die zich aan de filosofie wijdt, leidt een goddelijk leven.

Toch moet Aristoteles toegeven dat een mens niet onafgebroken kan filosoferen; om als mens te blijven functioneren moet iedereen namelijk in de noodzakelijke levensbehoeften voorzien. Dit zijn dingen als eten, drinken en slapen.