02 Fukuyama – Identiteit waardigheid ressentiment
Auteur: Fukuyama, Francis
Boek: Identiteit. Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek 2020 272 blz
Gelezen: 2024
Voor: SENIA Assen
|
- Fukuyama bekijkt in ‘Identiteit’ het electorale succes van populisten. Dit succes wordt vaak verklaard vanuit economische motieven, maar komt in feite voort uit een behoefte aan identiteit.
- In ‘Het einde van de geschiedenis’ schreef Fukuyama al dat mensen hechten aan erkenning van hun waardigheid. Nu verklaart hij vanuit dit begrip het huidige tijdsgewricht.
- Introductie
- Voorwoord
- Hoofdstuk 1. De politiek van waardigheid
- Hoofdstuk 2. Het derde deel van de ziel
- Hoofdstuk 3. Binnen en buiten
- Hoofdstuk 4. Van waardigheid tot democratie
- Hoofdstuk 5. Revoluties van waardigheid
- Hoofdstuk 6. Expressief individualisme
- Hoofdstuk 7. Nationalisme en godsdienst
- Hoofdstuk 8. Verkeerd geadresseerd
- Hoofdstuk 9. De onzichtbare mens
- Hoofdstuk 10. De democratisering van de waardigheid
- Hoofdstuk 11. Van identiteit naar identiteiten
- Hoofdstuk 12. Wij het volk
- Hoofdstuk 13. Volksverhalen
- Hoofdstuk 14. Wat te doen?
- Recensies
- Discussievragen
.Introductie
Begrippen
- Links
- Rechts
- Populisme
- Thymos (karakter) is dat deel van de ziel dat hunkert naar erkenning van de waardigheid;
- Isothymie is het verlangen om als gelijke gerespecteerd te worden, en
- Megalothymie (eerzucht) (zie Hoofdstuk 2) het verlangen om als superieur erkend te worden, en doet zich op persoonlijk vlak voor als individuen zich opblazen tot een ‘dikke ik’.
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Megalomanie
- Dorpsgemeenschap
- Stedelijke samenleving
- Nationalisme
- Islamisme
- Dagelijks is er in het nieuws wel aandacht voor een item over identiteitspolitiek. Trump. De Black Lives Matter-beweging, gebedsruimtes op universiteiten, het zijn dankbare, nu eens hoopgevende en dan weer angstaanjagende gespreksonderwerpen. Ze kunnen veel discussies tot een politiek mijnenveld maken en zelfs zo polariserend werken dat SIRE een campagne begonnen is om ons op te roepen de verbinding met elkaar niet te verliezen.
- In 1992 schreef Fukuyama in zijn boek “Het einde van de geschiedenis en de laatste mens” dat de liberale democratie de ‘strijd’ met het communisme had gewonnen en dat ieder mens universele erkenning van burgerschap met onvervreemdbare rechten ten deel zo vallen.
- Daar komt hij in het essay “Identiteit, waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek” op terug.
- Het vasthouden aan de identiteit van de groep blijkt eerder een splijtzwam in de samenleving te zijn dan eenheid te bewerkstelligen.
29-02-2024 Compleet mee eens
- Fukuyama analyseert eerst het begrip identiteit, om dan dieper in te gaan op hedendaagse kwesties in verband met identiteitspolitiek, zoals ressentiment, multiculturalisme, linkse en rechtse identiteitsbeleving.
Opmerking vooraf : De pagina’s 206 — 208 (zie hoofdstuk 14) bevat een kernachtige samenvatting van de belangrijkste thema’s van het boek.
.
Voorwoord
- In 1970 waren er slechts 35 electorale democratieën, een aantal dat de daaropvolgende drie decennia gestaag toenam tot het er aan het begin van de eenentwintigste eeuw bijna 120 waren.
- De grootste versnelling trad op van 1989 tot 1991, toen de instorting van het communisme in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie gepaard ging met een democratiseringsgolf in die hele regio.
- Veel van de kritiek op “Het einde van de geschiedenis” was gebaseerd op een simpel misverstand met betrekking tot de achterliggende stelling.
29-02-2024 Het begrip “geschiedenis”
- Ik gebruikte het woord ”geschiedenis” in de Hegeliaans-Marxistische betekenis – dat wil zeggen als het verhaal van de evolutie van menselijke instellingen over de lange termijn, die je ook ontwikkeling of modernisering zou kunnen noemen.
- Het woord ‘einde’ was niet bedoeld in de zin van ‘beëindiging’ maar als ‘doeleinde’ of ‘eindpunt’.
- Zie hiervoor de laatste twee hoofdstukken v h einde v d geschiedenis: die zich concentreerden op het probleem van Nietzsches laatste mens.
- Op beide plaatsen merkte ik op dat noch het nationalisme noch de godsdienst op het punt stond te verdwijnen als krachten in de wereldpolitiek, omdat, zo betoogde ik destijds, de moderne liberale democratieën het probleem van thymos nog niet hadden opgelost.
- Thymos (karakter) is dat deel van de ziel dat hunkert naar erkenning van de waardigheid;
- Isothymie is het verlangen om als gelijke gerespecteerd te worden, en
- Megalothymie het verlangen om als superieur erkend te worden.
- De Amerikaanse ‘founding fathers’ creëerden een systeem van checks and balances. Het had tot doel te zorgen dat mensen zich niet miskend maar erkend zouden voelen en tirannen niet aan de macht konden komen. Door verdere ontwikkelingen is hieruit de libertaire democratie ontstaan. Die wordt nu, door de verkiezing van Trump als populistisch leider en de opkomst van de identiteitspolitiek in democratieën, bedreigd. Fukuyama laat zien dat het begrip identiteit veel facetten kent.
- In dit boek komt Fukuyama terug op thema’s die hij in 1992 begon te verkennen en waarover hij sindsdien steeds heeft geschreven:
thymos, erkenning, waardigheid, identiteit, immigratie, nationalisme, religie en cultuur.
- Volgens Hegel werd de menselijke geschiedenis gedreven door een strijd om erkenning.
.
Hoofdstuk 1. De politiek van waardigheid
Tussen 1970 en 2005 groeide het aantal democratische landen van 35 tot meer dan 110. Door globalisering, ondersteund door economische instellingen, groeide de welvaart, vooral in de VS en de westerse landen. In deze landen nam vooral de economische ongelijkheid toe en was er sprake van ontwrichtende sociale veranderingen (toestroom van migranten, verplaatsing van productie naar lagelonenregio’s, vervanging van laaggeschoolde arbeid door slimme machines). Door met name de financiële crisis van 2008 sprak men van een `democratische recessie’. Autoritaire landen (China en Rusland) werden assertiever, net als Hongarije, Turkije en Polen. Als klap op de vuurpijl werd het westen verrast door de Brexit en de verkiezing van Trump. Fukuyama vat identiteit zo op dat het authentieke zelf een intrinsieke waarde heeft en dat de buitenwereld onjuist en oneerlijk is wat betreft zijn inschatting van dat zelf.
De twintigste-eeuwse politiek was georganiseerd in een spectrum van links naar rechts, op basis van economische opvattingen, waarbij links meer gelijkheid wilde en rechts meer vrijheid.
29-02-2024 Links – rechts is vervangen door redelijk – populisme (voorbeeld van de “wereldverbeteraars”)
- Het “zelf” vindt dat het zich niet aan de regels van de samenleving hoeft te conformeren, maar dat de samenleving zelf moet veranderen.
- Het innerlijke zelf nu is de basis van de menselijke waardigheid en die waardigheid wil erkend worden.
- In de identiteitspolitiek gaat het om individuen die een publieke erkenning van hun waarde eisen.
- Landen, bijvoorbeeld Rusland, maar ook groepen inwoners van landen voelen dat hun waardigheid wordt geschonden, dat ze worden gekleineerd (de ‘basket of deplorables’ van Hillary Clinton, zwarten in Amerika, Ihbti’ers).
- Ze voelen zich niet gezien als gelijken en ervaren onvoldoende erkenning van de buitenwereld of van andere leden van dezelfde samenleving.
Wrok naar aanleiding van vernederingen was ook in democratische landen een sterke kracht.
De termen identiteit en identiteitspolitiek zijn vrij recent.
-
-
- https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/identiteit
- je identiteit bewijzen bewijzen dat je de persoon bent voor wie je je uitgeeft
- eigen karakter van een persoon of groep
-
- De eerste is in de jaren vijftig van de vorige eeuw gepopulariseerd door de psycholoog Erik Erikson en de tweede is pas in zwang gekomen in de cultuurpolitiek van de jaren tachtig en negentig.
- Vandaag de dag heeft identiteit veel verschillende betekenissen.
- In sommige gevallen wordt er eenvoudig verwezen naar sociale categorieën of rollen, in andere naar fundamentele informatie over jezelf (zoals in ‘mijn identiteit is gestolen’). In die zin zijn identiteiten er altijd geweest.
- In dit boek zal gebruikt Fukuyama identiteit in een specifieke zin gebruiken die ons helpt te begrijpen waarom dit begrip zo belangrijk is voor de hedendaagse politiek.
- De moderne economische theorie is gebaseerd op de veronderstelling dat mensen rationele wezens zijn die allemaal hun ‘nut’, hun materiële welzijn, willen maximaliseren – en dat de politiek niet meer is dan een uitbreiding van dat maximaliserende gedrag.
- Maar als wij het gedrag van echte mensen in de huidige wereld ooit goed willen interpreteren, zullen we in ons begrip van de menselijke motieven dit simpele economische model moeten overstijgen waardoor zo’n groot deel van ons vertoog wordt gedomineerd.
- Niemand betwist dat mensen in staat zijn tot rationeel gedrag of dat ze handelen uit eigenbelang en streven naar meer rijkdom en bestaansmiddelen.
- Maar de menselijke psychologie is veel complexer dan het nogal onnozele economische model suggereert.
.
Hoofdstuk 2. Het derde deel van de ziel
In de moderne economie heeft men verondersteld dat de mens een “rationele nutsmaximalisator” is, die slechts zijn eigenbelang dient. Uit recent onderzoek blijkt echter dat mensen in werkelijkheid niet zo rationeel zijn: ze blijven vaste gedragsvormen verkiezen boven zwaar denkwerk of riskeren bijvoorbeeld soms hun eigen leven om dat van anderen te sparen. Plato gaf al verklaringen van het menselijk gedrag die afweken van die van de traditionele economen.
https://janux.nl/wp/plato/allegorie-v-d-wagenmenner/
Plato onderscheidt drie delen van de ziel:
- Het irrationele, verlangende deel (het id van Freud),
- Het berekenende deel (het controlerende ego van Freud) en
- De volledig onafhankelijk functionerende thymos (het ‘karakter‘), de zetel van de waardeoordelen.
De mens hunkert naar positieve oordelen over zijn waarde of waardigheid. Die oordelen kunnen van binnenuit komen, maar zijn meestal afkomstig van anderen in de gemeenschap die zijn waarde erkennen. Deze thymos is de zetel van de huidige identiteitspolitiek.
- Volgens Plato beschikt ieder mens over deze drie delen van de ziel. Dat is de reden dat er wrok kan ontstaan als iemand miskend wordt.
- Het is een sterke menselijk drijfveer om ‘net zo goed’ gevonden te willen worden als alle anderen: isothymie.
- Bij megalothymie of eerzucht wordt erkenning gevraagd van de eigen superioriteit ten opzichte van anderen. De opkomst van de moderne democratie is het verhaal van hoe megalothymie plaatsmaakte voor isothymie: in plaats van een kleine elite ontstaat een samenleving die de fundamentele gelijkwaardigheid van iedereen erkent. Het ontstaan van rechtsgelijkheid zien we terugkomen in conflicten over de slavernij en discriminatie, arbeidersrechten en de gelijkberechtiging van vrouwen.
.
Hoofdstuk 3. Binnen en buiten
De grondslagen van het identiteitsconcept werden door Luther (1483-1546) en Rousseau (1712-1778) gelegd.
- Luther was een van de eerste westerse denkers die het innerlijke zelf verwoordde en het hoger aansloeg dan het uiterlijke sociale wezen.
- Hij betoogde dat de mens een dubbele aard had:
- een innerlijke, geestelijke aard en
- een uiterlijke, lichamelijke.
- Omdat “niets van buiten enige invloed heeft op de totstandkoming van christelijke rechtschapenheid of vrijheid” kon alleen de innerlijke mens hernieuwd worden.
- De innerlijke mens kon alleen door het geloof “hernieuwd” worden, waarbij de samenleving zich moest aanpassen aan de eisen van de innerlijke mens.
- Luthers opvatting van identiteit kende slechts één dimensie: het geloof en de aanvaarding van Gods genade.
- Het uitgangspunt van Jean-Jacques Rousseau is dat de mens in zijn natuurstaat niet zondig was.
- Het ongeluk van de mens begint met de ontdekking van de samenleving en het privebezit, waardoor mensen zich onderling gaan vergelijken en beoordelen. De regels, relaties, verboden en gewoonten in de samenleving verhinderen de mens zich te ontwikkelen.
- De opgave voor het individu is zijn ware zelf te ontdekken. Zeker als gevolg van alle ontwikkelingen in de moderne tijd werd de vraag “Wie ben ik?” relevanter, net als het gevoel dat er een kloof bestond tussen de innerlijke mens en de uitwendige realiteit.
.
Hoofdstuk 4. Van waardigheid tot democratie
Het moderne identiteitsconcept verenigt drie verschillende verschijnselen:
- thymos (karakter), een universeel aspect van de menselijke persoonlijkheid dat naar erkenning hunkert;
- eee morele waardering van het innerlijke zelf boven de externe samenleving
- een evoluerend idee van waardigheid waarbij iedereen recht heeft op erkenning.
- Opvattingen over waardigheid: Bij het christelijk concept van waardigheid draait het erom dat mensen het onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad en dat ze ervoor kunnen kiezen het goede te doen.
- Voor Kant (1724-1804) draait de menselijke waardigheid om de menselijke wil; alleen een goede wil (intentie) is onvoorwaardelijk goed.
- Volgens Hegel heeft de mens het vermogen om van de wereld een plaats te maken die geschikt is voor het menselijk leven, waarbij het gaat om wederzijdse erkenning en gemeenschappelijke waardigheid.
- De opkomst van de democratie na de Franse Revolutie (1789-1799) werd gedreven door volkeren die erkenning van hun politieke identiteit opeisten. Zij streefden naar een wereld, gebaseerd op het principe van universele gelijkwaardigheid.
.
Hoofdstuk 5. Revoluties van waardigheid
- Rond de overgang naar de 21 ste eeuw voelden in veel landen mensen zich vernederd. Dit leidde tot diverse opstanden en revoluties.
- Denk aan de opstanden in Oost-Europa in 1989 tegen communistische regimes, de `kleurenrevoluties’ in Georgie en Oekraine (de Revolutie van de Waardigheid in april 2013) en de zelfverbranding van Bouazizi in Tunesie op 17 december 2010, de [-4-] aanzet tot de zogeheten Arabische Lente. Het was duidelijk: de meeste mensen accepteerden geen autoritaire regeringen meer die un onrecht aandeden.
- De morele kern van de liberale democratie bestaat uit de twee principes vrijheid en gelijkheid.
- Vrijheid in positieve zin betekent mondigheid, het vermogen om mede macht uit te oefenen door actieve participatie in het (zelf)bestuur. Deze vrijheid komt terug in het stemrecht, de vrijheid van meningsuiting en van vergadering.
- Gelijkheid gaat terug op het vermogen deel te hebben aan de machtsuitoefening: iedereen kan gekozen worden.
29-02-2024 De Franse Revolutie : het motto vrijheid, gelijkheid en broederschap.
- In onze markteconomieen staat echter het individuele eigenbelang centraal. Dit leidt tot economische of sociale ongelijkheid, of beide. In de liberale democratieen zijn de rechtsorde en de democratische verantwoording nauw met elkaar verweven. Helaas lijkt de wet voor rijke en machtige mensen op een andere manier te gelden dan voor de rest van de samenleving.
- En vrijheid (PVV Partij Voor de Vrijheid, VVD Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en gelijkheid blijken met eIkaar op gespannen voet te staan: grotere vrijheid kan tot minder gelijkheid leiden en omgekeerd. Maar een democratische staat doet meer dan alleen de principes van vrijheid en gelijkheid beschermen. Zij werkt onder andere aan een schoner milieu, consumenten-bescherming, goed onderwijs en goede gezondheidszorg. Autoritaire regeringen erkennen de gelijkwaardigheid van hun burgers niet. Zo hebben de inwoners van China, Turkije, Rusland en Iran minder rechten dan in het “vrije” Westen.
29-02-2024 (vogel)vrij
.
Hoofdstuk 6. Expressief individualisme
Uit de Franse Revolutie zijn twee stromingen voortgekomen.
- De eerste stroming richt zich op erkenning van de waardigheid van het individu: alle mensen zijn vrij en gelijk geboren en de politieke stellingen zouden die vrijheid en gelijkheid moeten waarborgen.
- Dit deel van de menselijke waardigheid is opgenomen in democratische grondwetten, waaronder die van Duitsland, Japan en Zuid-Afrika, al blijft onduidelijk wat menselijke waardigheid precies inhoudt.
- In de liberale democratieen hebben de burgers gelijke rechten. Door voering van de markteconomie is de keuzevrijheid, toegenomen. Mensen zijn onder meer vrij om hun woonplaats, beroep en huwelijkspartner te kiezen.
- Maar deze individuele keuzen en keuzemogelijkheden voor en vanuit verschillende waarden hinderen wel het sociale leven.
- Als we het niet eens kunnen worden over een minimale gemeenschappelijke cultuur kunnen we moeilijk samenwerken en vinden we niet dezelfde instellingen legitiem.
- Onzekerheid en vervreemding kunnen het gevolg zijn. Door deze ontstane identiteitscrisis ontstaat een zoektocht naar een collectieve identiteit.
- De tweede stroming zoekt erkenning van de waardigheid van bevolkingsgroepen, waardoor collectieve identiteiten kunnen ontstaan met als belangrijkste manifestaties het nationalisme en de gepolitiseerde godsdienst.
- In de huidige islamitische wereld neemt de collectieve identiteit de vorm van islamisme aan: de eis voor de erkenning van een speciale status voor de islam in een samenleving. [–5–]
- Het nationalisme en het islamisme zijn allebei uitingen van een verborgen of onderdrukte groepsidentiteit die publieke erkenning nastreeft.
.
Hoofdstuk 7. Nationalisme en godsdienst
- Binnen de stroming die uitgaat van de erkenning van de universele rechten van de mens, strijden twee doctrines met elkaar, namelijk de:
-
liberale opvatting en de marxistisch-socialistische opvatting.
- De laatste komt op voor de rechten van proletariërs over de hele wereld.
-
- In liberale samenlevingen, met name in Engeland en de VS, kwamen het kapitalisme en de industrialisatie tot groei.
- In de marxistisch-socialistische stroming ging het om erkenning van de waardigheid van bepaalde volken. Deze kende een nationale insteek. De nadruk lag op de collectieve vrijheid op basis van nationale of unieke culturele kenmerken (zoals bijvoorbeeld beschreven door de Duitse filosoof Von Herder), versterkt door een gemeenschappelijke taal.
- De moderne mens kan loyaal zijn aan zo’n gemeenschap. Maar het nationalisme kwam ook voort uit de onrust als gevolg van de industrialisatie, waardoor de vraag naar iemands identiteit belangrijk wordt.
- Het verhaal van de jonge boer Hans (zie p. 89-99 of H 7 3/8 25,87% epub).
- De Duitse socioloog Tönnies typeert deze ontwikkeling als een verschuiving van Gemeinschaft ‚ (dorpsgemeenschap) naar Gesellschaft (stedelijke samenleving). De psychologische ontregeling als gevolg van deze overgang vormde de grondslag van een nationalistische ideologie. In Duitsland kreeg ‘de’ Duitser te horen dat hij een trotse Duitser was, een erfgenaam van een oude cultuur, door een gemeenschappelijke taal met anderen verbonden. Hij kreeg zo een gevoel van waardigheid en een identiteit. Joden, die ideeën meebrachten over democratie en sogialisme, ondermijnden de eenheid van het Duitse volk. Zij moesten worden verbannen.
- Andere nationaliteiten kenden dezelfde ontwikkeling, met twee wereldoorlogen als gevolg. Identiteit werd ook een kwestie in de door de Europese mogendheden gekoloniseerde wereld van einde negentiende en begin twintigste eeuw. In onder meer India, Vietnam, Kenia en Algerije kwam het tot opstanden uit naam van de nationale bevrijding, wat ook weer leidde tot een hervorming van de cultuur.
- Zwarte schrijvers ontwikkelden het concept ‘négritude’ om zwarte mensen te helpen trots te zijn op hun ras en hun erfgoed. In het midden-Oosten leidde de modernisering tot nationalisme en islamisme.
- Het identiteitsprobleem is vooral nijpend voor jonge moslims in Europa die zich willen distantiëren van de ouderwetse levenswijze van hun famiie, maar niet makkelijk integreren in de Europese omgeving. Hun antwoord bestond eruit zich aan te sluiten bij een grotere godsdienstige groep, een oemma of gemeenschap van islamitische gelovigen. Dit heeft geleid tot een toegenomen vroomheid onder moslims. Voor velen biedt de (radicale) islam een gemeenschap van acceptatie en waardigheid.
- [–6–] Nationalisme en islamisme zijn een soort identiteitspolitiek met als overeenkomsten: ze verschenen in tijden van een sociale transitie van traditionele gemeenschappen naar een moderne samenleving;
- ze verklaren waarom mensen in staat van verwarring verkeren;
- ze handelen in slachtofferschap, dat groepen buitenstaanders de schuld geeft van hun ‘ongeluk’;
- ze eisen voor hun leden erkenning van hun waardigheid; ze kunnen hun toevlucht nemen tot geweld.
.
Hoofdstuk 8. Verkeerd geadresseerd
- Vanaf ongeveer 1950 hebben nationalistische leiders (zoals Poetin, Erdogan, Orbán, Trump, Xi, Modi, Abe) of religieuze partijen via verkiezingen het gezicht van de wereldpolitiek bepaald.
29-02-2024 Wilders?
- De godsdienst als politiek verschijnsel is het duidelijkst in het Midden-Oosten en Afrika.
- Naast de islam zijn ook het hindoeïsme in India en éen politiek boeddhisme in Sri Lanka vormen van gepolitiseerde religie.
- Links is al een tijdje op zijn retour, linkse partijen zijn naar het midden verschoven en hebben de logica van de markteconomie geaccepteerd.
- De wereldwijde zwakte van links, dat zichzelf definieerde als de politieke stroming van de economische gelijkheid, is verrassend:
- de wereld is wel rijker geworden, maar de ongelijkheid is ook toegenomen
- De verliezen van links hebben volgens Fukuyama te maken met de verstrengeling in het menselijk gedrag van economische motieven en identiteitskwesties.
- Arm zijn betekent onzichtbaar zijn en de vernedering van onzichtbaarheid is vaak erger dan het gebrek aan financiële middelen.
29-02-2024 Wat zou Pinker of Harari hier van vinden?
.
Hoofdstuk 9. De onzichtbare mens
- Adam Smith had al gesteld dat streven naar rijkdom toont dat je wordt opgemerkt. Miljardairs willen status; ze willen gezien worden vanwege hun kunstverzameling of door de oprichting van een liefdadigheidsinstelling. Bij arme mensen in het westen wordt de pijn van armoede vaker ervaren als een verlies van waardigheid. Dat maakt het zo belangrijk een baan te hebben.
- Mensen hebben de neiging om zich met anderen in dezelfde klasse te vergelijken. Ze zijn veel gevoeliger voor het lijden van verlies dan voor het behalen van winst. Doorgaans heeft de middenklasse het gevoel haar status en daardoor haar erkenning te verliezen.
- In de VS is de arbeidersklasse geraakt door banen- en daarmee samenhangend inkomensverlies. Dat heeft geleid tot sociale ontwrichting met stijgende criminaliteit, een crackepidemie, een verslechterd gezinsleven en armoede tot gevolg.
- Van het gevoel hierdoor onzichtbaar te zijn heeft Trump gebruik gemaakt door erop te wijzen dat de elites geen aandacht aan hun problemen zouden besteden. Nationalisten vertalen het verlies van hun economische positie als een verlies van identiteit en status: immigranten (de “boosdoeners”) [–7–] en de elite zweren samen om hen klein te houden.
- De aanhangers van een godsdienst beweren dat ongelovigen eropuit zijn hun gemeenschap van gelovigen zwart te maken. Rechts heeft veel kiezers ingepalmd die eerder op linkse partijen stemden, door de aandacht vooral te richten op de bijzondere erkenning van bepaalde groepen, zoals immigranten en Ihbti’ers. Links lijkt de arbeidersklasse te zijn vergeten.
.
Hoofdstuk 10. De democratisering van de waardigheid
- Vanaf einde 18e eeuw werd zeker door filosofen de liberale samenleving steeds meer opgevat als een politieke orde die bepaalde minimale rechten beschermde en de verwerkelijking van het innerlijke zelf actief stimuleerde.
- Zo legde de Taakgroep voor de bevordering van zelfrespect in Californië (1990) in een rapport vast dat in ieder van ons een uniek innerlijk schuil gaat. Zij bouwde voort op de ideeën van de psycholoog Abraham Maslow, die beroemd werd door zijn “behoeftenhiërarchie”.
- Dit innerlijk zelf is de basis van de menselijke waardigheid, zoals die onder meer in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776) is opgenomen.
- Ook erkent de taakgroep dat er een spanning bestaat tussen mensen die meer respect verdienen (de deugdzamen) dan anderen (de/minder deugdzamen).
- Dit wijst op een spanning tussen
- isothymie (het verlangen om als gelijke gerespecteerd te worden) en
- megalothymie (het verlangen om als superieur erkend te worden.).
- Een aantal sociale instellingen gebruikte het rapport van de Taakgroep als uitgangspunt voor hun activiteiten, maar formuleerde er ook kritiek op, zo zou ook de repressieve samenleving moeten verdwijnen, moet men oppassen dat de sterkeren de zwakkeren niet gaan overheersen en mag de bevordering van het zelfrespect niet leiden tot een verlammend narcisme.
29-02-2024 Toeslagen affaire
- Dit narcisme zou kunnen leiden tot depolitisering van de samenleving, waarbij sociale problemen gereduceerd worden tot psychologische problemen.
- Door de New Deal, het sociaaleconomische hervormingsprogramma van president Franklin Delano Roosevelt in de jaren dertig, en door ontwikkelingen vanaf 1956 ontstonden therapeutische diensten om het gezinsleven en de zelfhulp te versterken.
- De universiteiten gingen hierin voorop: curricula werden aangepast aan vrouwelijke studenten en leden van minderheden met als doel hun zelfrespect te bevorderen en hun gevoel van eigenwaarde te versterken.
- Uiteindelijk wilden de mensen de erkenning van hun gelijkheid aan andere mensen.
.
Hoofdstuk 11. Van identiteit naar identiteiten
- Vanaf 1960 komen in liberale democratieën diverse sociale bewegingen op, zoals de burgerrechtenbeweging, het feminisme en de milieubeweging. In latere jaren maken deze en andere bewegingen zich sterk voor minderheden.
29-02-2024 Zijn er ook niet-liberale democratieën?
- Na 1968 laat links de klassenstrijd los en begint gemarginaliseerde groepen te steunen in hun strijd om meer rechten.
- Er ontstaan twee groepen:
- zij die streven naar gelijke behandeling omdat er sprake is van gedeelde en deelbare ervaringen (Erfahrung, ervaring), zoals de zwarte Amerikaanse burgerrechtenbeweging, en
- zij die zich positioneren als fundamenteel anders, met een niet-deelbare identiteit (Erlebnis, beleving), de Black Panthers.
- De sociaaleconomische ontwikkelingen die begonnen in de negentiende eeuw werden versterkt door sociale media, die maken dat gelijkgestemden voortaan op elke plek met elkaar kunnen [–8–] communiceren.
- Hierdoor nemen de identiteiten (of belevingen) toe, terwijl ouderwetse `ervaringen’, bijvoorbeeld als lid van de arbeidersklasse, eroderen. De beleving is het kenmerk geworden van een groep met een eigen cultuur.
- Identiteit krijgt steeds meer aandacht door te kiezen voor een multicultureel-pluralistische samenleving en een politiek programma wat evenveel waarde wil hechten aan elke afzonderlijke cultuur en beleving. Het wordt ook moeilijker om beleid te ontwikkelen om grootschalige veranderingen te bewerkstelligen. Links richt zich vooral op het omarmen van identiteitspolitiek en multiculturalisme, en vooral van gemarginaliseerde groepen. De oude arbeidersklasse raakt achterop.
- Europa wordt steeds multicultureler, vooral door gemeenschappen van islamitische immigranten. De identiteitspolitiek in het westen stuurt aan op veranderingen van de cultuur van het land en het gedrag van zijn inwoners, zodat de nieuwkomers daar baat bij hebben. positieve punten van de identiteitspolitiek zijn dat er een gedragsverandering bij de politie in de VS moet plaatsvinden en dat er meer aandacht is gekomen voor aanranding van vrouwen door de MeToo-beweging.
De entiteitspolitiek kent ook problemen.
- Zo worden wel de curricula van universiteiten aangepast aan meer literatuur van vrouwen en minderheidsauteurs, maar zonder dat hiervoor beleid is ontwikkeld. De aandacht voor gemarginaliseerde groepen leidt de aandacht af van oudere, grotere groepen en hun problemen, zoals in de VS voor de witte arbeidsklasse.
- Ook zijn er bedreigingen voor de vrijheid van meningsuiting en bestaat het risico op verdere polarisatie tussen bevolkingsgroepen.
- Het laatste en misschien wel grootste probleem is dat links de opkomst van de identiteitspolitiek ter rechterzijde in de hand heeft gewerkt. Het witte nationalisme is daardoor in de Amerikaanse politiek veel algemener geworden.
In Europa heeft de angst dat islamitische immigranten het demografisch evenwicht kunnen verstoren geleid tot de opkomst van een ‘blank’ nationalisme, in het ene land meer dan in het andere. En deze groepen gaan eIkaar als een bedreiging zien.
.
Hoofdstuk 12. Wij het volk
- Veel landen in het Midden-Oosten en Afrika hebben een zwakke nationale identiteit, als gevolg van sektarische verdeeldheid of etnische en taalkundige scheidslijnen. Syrie is het bekendste voorbeeld. Die verdeeldheid leidde daar tot een burgeroorlog die zich oor de steun van Turkije, Saoedi-Arabie, Rusland en de VS al snel uitbreidde.
- Kenmerken van een nationale identiteit zijn:
- een gedeeld geloof in de legitimiteit van het politieke bestel van het eigen land
- belichaming van de identiteit in formele wetten en instellingen, [–9–] en
- verstrengeling van de nationale identiteit met het domein van de culturele waarden.
- Diversiteit is zowel een feit als een waarde.
- Ze kan vernieuwing en creativiteit stimuleren en zorgen voor wederzijdse belangstelling, spanning en veerkracht.
- MAAR : Ze brengt ook met zich mee dat nieuwkomers zich verzetten tegen de cultuur van de gemeenschap waarin ze terecht zijn gekomen.
- ledere specifieke groep wil erkenning van zijn eigenheid.
- Diversiteit kan ook gepaard gaan met geweld en conflict (Syrië), politieke corruptie (Kenia), en het uitleenvallen van rijken (Donau-monarchie).
- Een nationaal identiteitsgevoel blijft belangrijk voor het behoud van een politieke orde.
29-02-2024 zoals Nederland
De voordelen zijn:
- Fysieke veiligheid: grote politieke eenheden kunnen zichzelf beter beschermen;
- Een goede bestuurskwaliteit;
- Het faciliteren van economische ontwikkeling en meer aandacht voor het algemeen belang
- Het bevorderen van een sfeer van vertrouwen, die zorgt voor economische uitwisseling, politieke participatie en samenwerking
- De instandhouding van een sterk sociaal vangnet dat de economische ongelijkheid tempert
- Het contractueel mogelijk maken van een liberale democratie waarbij de burgers bepaalde rechten opgeven opdat de overheid meer fundamentele rechten beschermt.
- Immigratie en vluchtelingen beproeven de nationale identiteit keer op keer. Ze zorgen voor de opkomst van het populistische nationalisme in zowel Europa als de VS. Immigratie is in de VS in de plaats gekomen van klasse en ras als de voornaamste reden waarom Amerikanen op Republikeinse kandidaten stemmen met als doel ‘ons land terug te krijgen’.
- De traditionele nationale identiteit verwatert en lin s bekritiseert deze identiteit als racistisch en onverdraagzaam. Als het multi-culturalisme in een land ‘ons’ gevoel van gemeenschappelijk burgerschap verzwakt, zijn er dan manieren om bij uiteenlopende bevolkingsgroepen een gezamenlijk gevoel van nationale identiteit te bewerkstelligen?
- Globale kosmopolieten betogen dat concepten als `nationale entiteit’ en ‘staat’ achterhaald zijn en vervangen moeten worden door meer transnationale identiteiten en instellingen.
- Volgens Fukuyama zal de politieke orde derhalve zowel nationaal als internationaal afhangen van liberale democratieen met nationale identiteiten van het juiste, inclusieve, type. [–10–]
.
Hoofdstuk 13. Volksverhalen
Nationale identiteiten kunnen op vier manieren tot stand zijn gekomen:
- Door het verplaatsen van bevolkingsgroepen over politieke grenzen van een bepaald land. “Etnische zuivering” op de Balkan is hier een voorbeeld van;
- Door de grenzen zodanig aan te passen dat ze overeenkomen met bestaande taalkundige of culturele bevolkingsgroepen;
- Door minderheidsgroepen op te nemen in de cultuur van een bestaande etnische of taalkundige groep;
- Door het omvormen van de nationale identiteit zodat die beter aansluit bij de bestaande kenmerken van de betreffende samenleving.
Daarnaast kunnen beleidsmaatregelen bijdragen aan de vorming van een nationale identiteit.
- Bijvoorbeeld door regels te formuleren met betrekking tot burgerschap, maar ook door “volksverhalen” te vertellen.
- Fukuyama stelt voor liberale democratieën voor de derde en vierde weg te bewandelen om immigranten in hun identiteit op te nemen.
- Om oorlog in Europa te voorkomen riepen de Franse politici Robert Schuman en Jean Monnet enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog op tot de vorming van een Europese Unie. Ze werden de grondleggers van deze unie.
- Die begon klein, met zes landen (1951, EEG : Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en telt inmiddels 28 landen.
- Op dit moment is nog niet duidelijk of de identiteit van “Europa” sterker is dan die van de oude nationaliteiten.
Dat komt ook omdat er vier foutjes in de opzet van de EU zijn ingebakken.
- Eén ervan is een diepe kloof tussen de noordelijke en zuidelijke staten van de eurozone.
- Een andere dat de gastarbeiders uit islamitische landen niet naar huis zijn teruggekeerd, maar hun familie lieten overkomen.
- Aanslagen in diverse Europese landen maakten duidelijk dat grote groepen immigranten niet goed geintegreerd zijn.
- Daarbij komt dat veel families het huwelijk van hun dochters regelden en bepaalde groepen voor vrouwen een andere behandeling eisten. In West-Europese landen kwamen meer regels om moslims het staatsburgerschap te verlenen. De nieuwe Oost-Europese lidstaten waren nauwelijks bereid om nieuwkomers uit een andere cultuur op te nemen.
- De VS hebben een nationale “federale” identiteit ontwikkeld die zich beter leent voor het opnemen van nieuwkomers.
- Deze identiteit is gebaseerd op een gezamenlijke taal, het geloof in de democratische rechtsstaat en op burgerschap dat bepaalde deugden huldigt patriottisme, geinformeerd, actief en betrokken zijn, een open en tolerante houding en hard werken.
- Op deze basis kan volgens Fukuyama een liberale multiculturele samenleving worden gevestigd.
.
Hoofdstuk 14. Wat te doen?
Acht alinea's met de kern van het boek : bladzijde 206 tot en met 208
- –1–
- “Identiteit of identiteitspolitiek zijn onontkoombaar. Identiteit is het sterke idee dat ons overgeleverd is”
- In de woorden van Charles Taylor, en het is over grenzen en culturen heen gegaan, omdat het gebaseerd is op de universele menselijke psychologie van de thymos. (karakter)
- Dit morele idee vertelt ons dat wij een authentiek innerlijk zelf hebben dat niet wordt erkend en suggereert dat de hele externe samenleving weleens vals en repressief zou kunnen zijn.
- Het geeft richting aan ons natuurlijke verlangen naar erkenning van onze waardigheid en geeft ons een taal om uiting te geven aan de wrok die wij voelen als wij die erkenning niet krijgen.
- “Identiteit of identiteitspolitiek zijn onontkoombaar. Identiteit is het sterke idee dat ons overgeleverd is”
- –2–
- Dat het verlangen naar waardigheid op de een of andere manier zou verdwijnen is noch mogelijk noch wenselijk.
- Dat was de vonk die de aanzet gaf tot talloze volksprotesten, van de Franse Revolutie tot die van de niet gerespecteerde straatverkoper in Tunesië.
- Die mensen willen als volwassenen behandeld worden, volwassenen die invloed konden hebben op de overheden die de baas over hen speelden.
- De liberale democratie is gebaseerd op de rechten die worden verleend aan mensen die gelijk zijn in hun vrijheid, die evenveel keuzevrijheid en zeggenschap hebben bij het bepalen van hun gemeenschappelijke politieke leven.
- –3–
- Maar velen nemen geen genoegen met alleen de gelijke erkenning als gezichtsloze doorsneemensen.
- De rechten die je geniet als burger van een democratie worden hooglijk gewaardeerd als je in een dictatuur leeft, maar worden mettertijd vanzelfsprekend als de democratie eenmaal geconsolideerd is.
- Anders dan hun ouders hebben jonge mensen die nu in Oost-Europa opgroeien geen persoonlijke ervaring met het leven onder het communisme, en kunnen zij de vrijheden die zij genieten als vanzelfsprekend beschouwen.
- Daardoor kunnen zij zich op andere dingen concentreren: de verborgen mogelijkheden die niet mogen bloeien en de manier waarop ze worden ingeperkt door de sociale normen en instellingen in hun omgeving.
- –4–
- Dat je een burger van een liberale democratie bent, wilt bovendien niet zeggen dat de mensen daadwerkelijk met evenveel respect behandeld zullen worden, zowel door hun overheid als door andere burgers.
- Ze worden beoordeeld naar hun huidskleur, hun geslacht, hun nationale herkomst, hun uiterlijk, hun etniciteit of hun seksuele oriëntatie.
- Iedereen en iedere groep ervaart op een andere manier een gebrek en iedereen wil zijn of haar eigen waardigheid. Identiteitspolitiek brengt dus haar eigen dynamiek met zich mee, waarbij samenlevingen zich in steeds kleinere groepjes opsplitsen op basis van hun specifieke ‘beleving’ of slachtofferschap.
- –5–
- Verwarring omtrent de identiteit is een onvermijdelijk gevolg van het leven in de moderne wereld.
- Modernisering betekent voortdurende verandering en ontwrichting, en het vrijkomen van keuzes die er eerder niet waren.
- Zij is mobiel, veranderlijk en complex. Die veranderlijkheid is in het algemeen een goede zaak: in de loop van vele generaties hebben miljoenen mensen dorpen en traditionele samenlevingen die hun geen keuzemogelijkheden bieden verruild voor andere waar dat wel het geval is.
- –6–
- Maar de vrijheid en de keuzemogelijkheden in een moderne liberale samenleving kunnen mensen ook ongelukkig maken en vervreemden van hun medemensen.
- Ze hebben heimwee naar de gemeenschap en het gestructureerde leven dat ze menen te hebben verloren, of waarvan ze dachten dat hun voorouders het ooit hadden.
- De authentieke identiteiten die zij zoeken zijn die welke hen met anderen verbinden. Ze kunnen verleid worden door leiders die hun vertellen dat ze verraden zijn en niet gerespecteerd worden door de bestaande machtsstructuren, en dat ze lid zijn van belangrijke gemeenschappen waarvan de grootheid weer erkend zal worden.
- –7–
- Veel moderne liberale democratieën bevinden zich op een belangrijk keerpunt.
- Ze moeten zich aanpassen aan snelle economische en sociale veranderingen en zijn door de globalisering veel diverser geworden.
- Dit heeft het verlangen naar erkenning opgeroepen bij groepen die voorheen onzichtbaar waren voor het merendeel van de samenleving.
- Maar dat heeft voor het gevoel de status verlaagd van de groepen waarvoor zij in de plaats zijn gekomen, hetgeen leidde tot een politiek van ressentiment en verzet.
- Dat beide kanten zich terugtrekken in steeds engere identiteiten is een bedreiging voor de mogelijkheid tot overleg en collectieve actie door de hele samenleving.
- Uiteindelijk leidt deze weg tot het uiteenvallen en falen van de staat.
- — 8–
- Het ligt echter in de aard van de moderne identiteit dat zij veranderlijk is.
- Hoewel sommigen zichzelf er misschien van kunnen overtuigen dat hun identiteit gebaseerd is op hun biologie en dat zij er geen invloed op hebben, kent de moderniteit meerdere identiteiten die bepaald worden door onze sociale interacties op allerlei niveaus.
- Wij hebben identiteiten die gedefinieerd worden door ons ras, geslacht, werk, onze opleiding, affiniteiten en natie.
- Voor veel tieners draait hun identiteit om het specifieke muzikale subgenre waarnaar zij en hun vrienden luisteren.
De beschreven ontwikkelingen kunnen leiden tot steeds engere identiteiten en uiteindelijk tot het uiteenvallen van de staat.
Het is echter ook mogelijk om ruimere, meer integratieve identiteiten te [–11–] creeren, waarin de inwoners waarden en ambities delen en we erzijds respect kunnen opbrengen.
Hoe kan dat concreet vertaald worden?
- Door specifieke identiteitsgerelateerde misstanden aan te pakken, bijvoorbeeld politiegeweld tegen minderheden.
- Door credale nationale identiteiten te vormen waarin nieuwkomers worden opgenomen.
- Door als EU een enkel staatsburgerschap te creeren op basis van liberaal-democratische grondbeginselen.
- Door de wetten van de lidstaten bij welke dit nog niet zo is, om te zetten
- van jus sanguinis (nationaliteit op basis van afstamming) in
- jus soli (nationaliteit bepaald door de pleats waar je bent geboren).
- Door het dubbele paspoort of te schaffen, omdat dit kan leiden tot botsende loyaliteiten.
- Door een Leitkultur te formuleren, een dominante cultuur op basis an het geloof in gelijkheid en democratische waarden. De twee punten zouden, wat immigratie betreft, kunnen leiden tot goed geintegreerde immigranten en die ontwikkeling zou weer, volgens Fukuyama, leiden tot een gezonde diversiteit.
Onze huidige wereld gaat tegelijkertijd in de richting van hyper-centralisering (China) en eindeloze fragmentering: de instorting van gecentraliseerde instellingen, de opkomst van mislukte staten, polarisatie en een toenemend gebrek aan consensus over gemeenschappelijke doeleinden. Identiteit kan gebruikt worden om verdeeldheid te zaaien, maar het kan tevens gebruikt worden om mensen te verenigen
.
Recensies
Identiteit en erkenning volgens Francis Fukuyama. Recensie van Identiteit. Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek
Joost Geevers Publicatiedatum: 13 mei 2020
De Amerikaanse socioloog en filosoof Francis Fukuyama (1952-) werd aan het einde van de vorige eeuw wereldberoemd met zijn werk The End of History and the Last Man (1992). Hierin stelde hij dat het einddoel van de geschiedenis, gedefinieerd als een wereldwijde ontwikkeling in de richting van de liberale, aan de markteconomie gebonden democratie, nabij was. Sinds die tijd heeft de wereld zich weerbarstiger getoond. In zijn onlangs in het Nederlands verschenen essay Identity. The Demand for Dignity and the Politics of Resentment (2018) formuleert Fukuyama een herbezinning op zijn ideeën in het licht van de huidige wereldpolitiek. Naar eigen zeggen heeft hij zijn grondstelling niet verlaten, maar heeft hij wel een kleine verandering in zijn denken toegelaten: de mogelijkheid dat de liberale democratie in verval kan raken. De kern van zijn betoog is de vraag naar de oorzaak van deze regressie. Het antwoord: de opkomst van collectieve vormen van identiteitspolitiek vormt de belangrijkste bedreiging voor de liberale democratie.
Om dit te kunnen verklaren schetst Fukuyama een geschiedenis van de moderne mens, geïnspireerd op Hegels analyse van de geschiedenis waarbij de strijd om erkenning de belangrijkste drijvende kracht is. Daarnaast construeert hij een mensbeeld dat is gebaseerd op het Platonische begrip thymos (karakter), dat Fukuyama omschrijft als het hunkeren van mensen naar positieve oordelen over hun waarde of hun waardigheid en erkenning van die waarde.
Identiteit komt volgens Fukuyama voort uit een onderscheid tussen het innerlijke zelf en de buitenwereld. Dit innerlijke zelf is de basis van een vorm van identiteitspolitiek, waarbij individuen publieke erkenning van hun waardigheid, waarde en autonomie eisen. Volgens Fukuyama leidt deze individuele identiteitspolitiek noodzakelijkerwijs naar het moderne principe van universele gelijkwaardigheid, zoals dat is geïnstitutionaliseerd in de liberale democratie.
Maar bepaalde collectieve vormen van identiteitspolitiek kunnen de liberale staat tevens bedreigen. Fukuyama redeneert dat de mens door individualisering en door het wegvallen van religie en haar zingevings- en morele kader wordt teruggeworpen op zichzelf. Daarmee is ze op een tweesprong gekomen. Het ene pad leidt richting het liberaal individualisme en het andere richting een terugval in collectieve identiteiten als het nationalisme of gepolitiseerde godsdienst. Collectieve identiteitspolitiek gebaseerd op religie of etniciteit vormt volgens Fukuyama het voornaamste gevaar voor de liberale democratie.
Fukuyama toont zich in zijn weergave en diagnose van de menselijke geschiedenis en in zijn oplossingen een radicale verdediger van de Verlichting en van het liberale individualisme. Hij erkent schoorvoetend de noodzaak van collectiviteiten, maar wil de schadelijke vorm van identiteitspolitiek vervangen door een collectieve identiteit die gebaseerd is op Verlichtingsidealen. In samenhang daarmee wil hij een Leitkultur implementeren door middel van een nationale dienstplicht en inburgeringscursussen.
Bazarow
Zwarte Piet, genderneutrale toiletten, gebedsruimtes op universiteiten. Nee, dit gaat nu eens niet over het cultuurmarxistische complot om de Westerse beschaving te ondermijnen (…hoewel?). Dit gaat over die andere trend die feestjes en partijen tot een gepolitiseerd mijnenveld heeft gemaakt: identiteitspolitiek. Oftewel: politiek bedrijven vanuit een groepsidentiteit. Denk aan etnische achtergrond, seksuele voorkeur, geslacht of religieuze neiging. En dat doorgaans vanuit een slachtofferpositie (of -complex, afhankelijk van hoeveel drankjes het feestje of partijtje al duurt) die elke onschuldige zinswending of onhandig grapje tot een haatmisdaad kan omtoveren. Nee, veel gezelliger is het in meningenland niet geworden, de afgelopen jaren.
Amerikaans filosoof en politicoloog Francis Fukuyama kan dat in zijn boek Identiteit: Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek alleen maar beamen. Hij signaleert vijf problemen met het fenomeen.
- Ten eerste heeft identiteitspolitiek heeft zich bewezen als goedkoop substituut voor een serieuze oplossing voor belangrijke politieke kwesties als de groeiende ongelijkheid in de samenleving.
- Ten tweede leidt het de aandacht af van de veronachtzaamde problemen van oudere en grotere groepen.
- Ten derde vormt het een bedreiging voor een rationele dialoog in het algemeen en de vrijheid van meningsuiting in het bijzonder.
- Ten vierde leidt het tot politieke polarisatie: op de erkenning van identiteit vallen immers geen compromissen te sluiten.
- En ten slotte werkt identiteitspolitiek alleen maar meer identiteitspolitiek in de hand, met alle problemen van dien.
Toch staat Fukuyama niet vijandig tegenover identiteitspolitiek an sich. Het is een natuurlijke reactie op de ervaring van onrecht, het onvermijdelijk gevolg van een gevoel niet voor vol te worden aangezien. Fukuyama karakteriseert identiteitspolitiek als niet meer dan een middel om een erkenning van waardigheid te eisen. En dat is een fundamenteel menselijke behoefte, zoals de filosoof aan de hand van een interessante bespreking van Plato’s Politeia illustreert. Meer nog, het is een prijzenswaardige behoefte. Een zelfde politiek van erkenning stond aan de basis van de liberale democratie die burgers onvervreemdbare rechten schonk.
Maar waar de liberale democratie uitging van het individu, richt de huidige identiteitspolitiek zich op het collectief. Erger nog, het richt zich op collectieven gebaseerd op (betrekkelijk) onveranderlijke kenmerken: ras, geslacht, natie, geloof. Wil de liberale democratie overleven, dan zal die trend gekeerd moeten worden. Naast enkele praktische oplossingen – waaronder een strenger immigratiebeleid -, vestigt Fukuyama zijn hoop met name op de constructie van een alternatieve en inclusieve vorm van identiteit naar Amerikaans voorbeeld. Deze identiteit is gebaseerd op het geloof in de gemeenschappelijke politieke principes van het constitutionalisme, de rechtsstaat, democratische verantwoording en het principe van gelijkwaardigheid van alle mensen. Of dergelijke abstracte principes in staat zijn mensen op een zelfde manier te verenigen als de ogenschijnlijk meer primaire factoren van de huidige identiteitspolitiek, zal echter nog moeten blijken. Fukuyama’s oerdegelijke voorstel zal feesten en partijen de komende tijd in elk geval niet opfleuren, zoveel is zeker.
Humanistisch verbond
- humanistischverbond.be/kritisch-lezen/181/identiteit-waardigheid-ressentiment-en-identiteitspolitiek
“Wir sind das Volk!” werd er al gescandeerd in Duitse straten. Een uiting van een identiteitsgevoel, dat hier tegenover anderen wordt gesteld die dus blijkbaar niet tot het volk behoren. Een nationalisme dat dus exclusief werkt. Maar nationalisme is niet de enige uiting van identiteitsgevoel. Uit het recente boek van Francis Fukuyama (een vertaling van het Engelse origineel uit 2018) blijkt dat er veel facetten zijn aan het begrip identiteit.
De auteur begint bij het dominante economische denken dat de mens vooral ziet als een redelijk wezen, dat keuzes maakt in zijn eigen belang. Maar dit beeld is te beperkend en te eenzijdig. Fukuyama gaat terug tot Socrates om het begrip thymos te introduceren als deel van de psyche. Hij vertaalt het als karakter, in die thymos schuilt ook de hunkering naar erkenning van de waardigheid. Ressentiment is juist de wrok om het gebrek aan erkenning. Fukuyama noemt thymos de zetel van de huidige identiteitspolitiek. Want niet alleen individuen streven naar erkenning, maar ook groepen. Die groepen kunnen worden gevormd rond etnie, natie, taal, godsdienst. Maar evenzeer vragen subgroepen die gemarginaliseerd zijn of werden om erkenning: vrouwen, zwarten, immigranten, de LGTB-gemeenschap. Terwijl het begrip identiteitspolitiek vaak wordt geassocieerd met de politieke rechterzijde, is het veeleer links dat begaan is met de identiteit van dergelijk subgroepen in de samenleving.
Fukuyama richt zijn blik vooreerst op de filosofische wortels van identiteit en op de historische evolutie: sinds de Franse Revolutie zijn mensen geen onderdanen meer maar burgers, de ontwikkeling van de liberale democratie leidde naar een erkenning van de waardigheid van alle burgers in een land. Maar sinds die Franse Revolutie was er in de negentiende eeuw volgens Fukuyama een ontwikkeling in twee verschillende vormen van identiteitspolitiek: enerzijds de stroming die erkenning van de waardigheid van individuen eist (in een liberale democratie), anderzijds de erkenning van de waardigheid van bevolkingsgroepen. De verbinding van het individu aan een sociale groep vormt de basis voor het nationalisme. Maar die verbinding kan er ook zijn op basis van religie, zoals bij het islamisme. “Het zijn allebei uitingen van een verborgen of onderdrukte groepsidentiteit die publieke erkenning nastreeft”, schrijft Fukuyama in dit verband.
De auteur gaat ook dieper in op hedendaagse kwesties in verband met identiteitspolitiek. Zo schrijft hij uitgebreid over de huidige linkse identiteitspolitiek die gericht is op subgroepen. Hij ziet een evolutie: waar vroeger gemarginaliseerde groepen vroegen om erkenning als gelijke, begonnen ze de voorbije decennia veel meer op te komen voor een aparte identiteit voor de leden van de groep en voor erkenning van het specifieke anders-zijn. De subjectieve beleving komt hier centraal te staan. Uiteindelijk leidt dat tot exclusiviteit zoals in: alleen zwarten begrijpen de ervaring van het zwart-zijn, zogenaamde ‘witte’ mensen worden uitgesloten uit de beleving. Ook in het multiculturalisme vinden we de linkse identiteitspolitiek terug. Ter linkerzijde groeit de idee van een cultureel pluralisme dat gericht is op het doorbreken van de hegemonie van de westerse cultuur en waarden. Deze linkse identiteitspolitiek gaat samen met een politieke correctheid waartegen de rechterzijde dan weer sterk in verzet is gekomen. Waarna de auteur dieper ingaat op de gevaarlijke tendensen in de rechtse identiteitspolitiek (ondermeer wanneer die zich rond ras groepeert). Hij ziet in de verenging van zowel de linkse als de rechtse identiteitsbeleving “een bedreiging voor de mogelijkheid tot communicatie en collectieve actie”. Hij is ervan overtuigd dat nationalismen niet exclusief hoeven te zijn, maar dat “nationale identiteiten kunnen opgebouwd worden rond liberale en democratische politieke waarden”.
Het boek van Fukuyama is heel veelzijdig en behelst meer thema’s dan in deze bespreking aan bod kunnen komen. Hij bespreekt grondig de filosofische en historische wortels van de identiteitskwestie en gaat dieper in op hedendaagse kwesties zoals multiculturalisme en diversiteit versus de rechtse identiteitsbeleving. Ook geografisch is dit boek heel verscheiden: hij schrijft evenzeer over de Verenigde Staten en over de EU en individuele Europese landen, als over de Arabische Lente en het Rusland van Poetin. De auteur heeft het in dit boek over een hele waaier van kwesties die verband houden met identiteitspolitiek en doet dat met een grondigheid en een diepgang die weinigen hem zullen nadoen.
Trouw
recensie over het boek: Het liberalisme en zijn schaduwzijden. Verdediging van een klassiek ideaal.
En toch is er volgens Francis Fukuyama nog steeds geen goed alternatief voor het liberalisme
Dat Francis Fukuyama het mis had, toen hij in een veelbesproken artikel in 1989 het ‘einde van de geschiedenis’ uitriep, is inmiddels een weinig originele observatie. De Amerikaanse politicoloog is zelf ook al jaren teruggekomen van zijn voorspelling dat er eigenlijk geen alternatieven meer waren voor het liberalisme, dat in de twintigste eeuw het fascisme en het communisme had verslagen.
Terug bij het onderwerp dat zijn carrière lanceerde
In zijn nieuwe boek Het liberalisme en zijn schaduwzijden keert hij nu, 69 inmiddels, weer terug bij het onderwerp dat zijn carrière lanceerde; liberalisme. En inderdaad, dat lijkt een tijdige interventie in het publieke debat. Waar Fukuyama in 1989 de overwinning van het liberalisme als onvermijdelijk beschouwde, maar daarbij aantekende dat hij er zelf ambivalent tegenover stond (hij voorspelde ‘eeuwen van verveling’), is het nu precies omgekeerd: terwijl liberalisme van links tot rechts onder vuur ligt, neemt Fukuyama de taak op zich om het te verdedigen.
Liberalisme is voor Fukuyama een politiek systeem dat zelf geen visie heeft op wat het goede leven is, en er daardoor in slaagt om meningsverschillen succesvol te managen. Het ‘verlaagt de temperatuur van de politiek door cruciale vraagstukken van tafel te halen: jij kunt geloven wat je wilt, maar dat doe je in je privéleven en je bent er niet op uit je denkbeelden op te dringen aan je medeburgers’. Etnische, religieuze of nationale groepen kunnen dus ook niet op een speciale behandeling rekenen, het individu staat centraal. De individuele autonomie en keuzevrijheid strekken zich uit tot de politiek, die democratisch is, en tot de economie, waar eigendomsrechten gerespecteerd worden en een vorm van markteconomie heerst.
Aanvallen van alle kanten
Dat is de theorie, en zo loffelijk en onvermijdelijk als die dertig jaar geleden nog klonk, zo veel aanvallen krijgt die tegenwoordig te verduren. Van populistisch rechts, waar de Hongaarse president Orbán openlijk ‘onliberale democratie’ bepleit. Van populistisch links, dat ziet dat neoliberale hervormingen tot ongelijkheid hebben geleid. Van identitair rechts, dat eist dat de staat zich openlijk met een etnische groep associeert. Van postmodern links, dat met identiteitspolitiek ongelijkheden wil rechttrekken die via de normale politieke wegen niet op te lossen bleken. Van communautaire filosofen, die betogen dat het rationele, autonome individu van het liberalisme een fictie is. Van conservatieven, die klagen dat het mensen atomiseert door het los te woelen uit traditionele verbanden. Van ongeduldige jongeren, die meer klimaatbeleid verwachten. Enzovoort.
De meeste van die bezwaren komen op enig moment langs in Het liberalisme en zijn schaduwzijden. Dat alles in amper 200 pagina’s, waardoor het de argumenten van critici soms wat kort door de bocht weergeeft. Het is in al zijn beknoptheid wel elegant geschreven. Galant ook, want de auteur komt die critici vaak een eind tegemoet. Inderdaad, geeft Fukuyama toe, dat rationele individu is een versimpeling, die zeker niet de basis moet zijn van al het beleid. En ja, die neoliberale hervormingen waren achteraf bezien ontsporingen. Maar, zo is de teneur, je moet het liberalisme niet vereenzelvigen met zijn uitwassen, en de alternatieven zijn vaak erger.
Dertig jaar geleden sloeg hij de ene ace na de andere
Het gevolg is wel dat je op een gegeven moment het gevoel hebt een tenniswedstrijd mee te maken, waarbij Fukuyama hijgend over de baan rent om de ene na de andere bal terug over het net te werken. Nogal een verschil met dertig jaar geleden, toen hij soepel de ene na de andere ace leek te produceren. Soms slaat hij alsnog hard terug, zoals bij de conservatieve kritiek dat het liberalisme geen gemeenschappelijk moreel perspectief biedt. “Dit is inderdaad een kenmerk, en geen tekortkoming van het liberalisme”. En hij wenst zijn critici veel succes om het eens te worden over zo’n moreel perspectief.
Maar er belanden ook veel ballen in het net, bijvoorbeeld als Fukuyama alle succesvolle ontwikkelingen van de afgelopen tweehonderd jaar voor het liberalisme probeert te claimen. Zelfs de verzorgingsstaat en de dekolonisatie: ‘vrijheid voor het individu betekende noodzakelijkerwijs ook vrijheid voor de koloniale volken’. Alsof verzorgingsstaat en dekolonisatie niet hard bevochten moesten worden door socialistische en antikoloniale bewegingen die expliciet een andere maatschappij-ordening voorstonden.
Het aardigste wat je ervan kan zeggen is dat liberale staten uiteindelijk flexibel zijn, en zulke hervormingen kunnen verwerken. Maar daadkrachtig prangende maatschappelijke problemen oplossen is nooit hun sterkste punt geweest. “Het liberale incrementalisme is er volstrekt niet in geslaagd oplossingen te presenteren die beantwoorden aan de problemen waarvoor de samenleving zich gesteld ziet”, concludeert Fukuyama dan ook, als het over klimaatbeleid gaat.
Een daadkrachtige staat is gevaarlijker
Hij blijft erbij dat het alternatief, een daadkrachtige staat, gevaarlijker is, omdat je nooit weet wie er nog aan de macht komt. Maar als lezer vraag je je op zo’n moment af of Fukuyama’s verlangen naar een beperking van politieke daadkracht eigenlijk nog breed gedeeld wordt. Het liberalisme vond zijn oorsprong in de tweede helft van de zeventiende eeuw, als reactie op godsdienstoorlogen die het continent verscheurd hadden. Het verlangen naar politieke rust was toen evident, maar nu? Nu lijkt er toch eerder een algeheel verlangen te bestaan naar een politiek die veranderingen weet te bewerkstelligen.
Er zijn geen goede alternatieven, daar komt Fukuyama, net als in 1989, toch steeds weer op uit. Destijds was dat een zelfbewuste vaststelling. Nu lijkt er iets van bezorgdheid in door te klinken: jullie willen toch niet écht iets anders gaan uitproberen?
Volkskrant
Identiteitspolitiek is volgens Francis Fukuyama een van de belangrijkste bedreigingen van de moderne democratie. De rechtse variant daarvan is het gevaarlijkst, zegt de Amerikaanse denker, maar een nationale identiteit is wel van belang.
Marco Visscher 5 maart 2019, 20:30
- Mocht u nog denken dat politiek gaat over zaken als economie en herverdeling, dan helpt Francis Fukuyama u graag uit de droom. Erkenning en respect zijn de sleutelwoorden om de moderne politiek te begrijpen. Luister maar naar de steeds luidere roep van mensen die zich onderdrukt voelen en eindelijk eens willen worden gehoord: zwarten en blanken, vrouwen en mannen, progressieven en conservatieven.
- Als Francis Fukuyama het zegt, kunnen we maar beter luisteren. Dertig jaar geleden werd hij een intellectuele superster. In een geruchtmakend essay stelde hij dat de westerse, liberale democratie het eindpunt was van de ‘ideologische evolutie van de mensheid’. Een paar maanden later viel, geheel onverwachts, de Berlijnse Muur en stortte het communisme in. Het boek dat volgde, Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, werd een klassieker.
- Sindsdien kon Fukuyama zich nergens meer vertonen of hij kreeg de vraag of zijn stelling niet achterhaald was. Want er was immers altijd wel een brandhaard die zijn stelling weersprak: terreuraanslagen, een oorlog op de Balkan, een staatsgreep in Peru. Dat soort gebeurtenissen zag hij nooit als een serieuze ondermijning. Toch schreef hij in zijn boek al over de mogelijkheid dat voorspoed en vrede niet genoeg zouden zijn. De mens heeft immers een aangeboren verlangen naar erkenning, zo voerde hij aan. De vraag die hij toen al opwierp, was of die behoefte in een moderne samenleving misschien wordt miskend.
- Het antwoord is hem nu duidelijk: ja. Dat zien we volgens hem in de stormachtige trend waarbij steeds meer mensen een publieke erkenning van hun waarde eisen. Die eis is de essentie van wat ‘identiteitspolitiek’ is gaan heten. Deze mensen voelen zich achtergesteld vanwege de groep waartoe ze menen te behoren. Fukuyama ziet dat verschijnsel bij alle moderne sociale bewegingen: van feministen en transgenders tot islamisten en nationalisten.
- Daarom noemt Fukuyama identiteitspolitiek een van de belangrijkste bedreigingen van de moderne liberale democratie. Groepen troeven elkaar af om wie de meeste aandacht behoeft, meent hij, of ze presenteren zich als superieur aan andere. Op die manier, schrijft de politiek filosoof in zijn nieuwste boek, Identiteit, ‘zullen wij onszelf veroordelen tot voortdurende conflicten’. Bij zijn promotietour door Nederland en België heeft uitgeverij Atlas Contact ongeveer elk gaatje ingevuld met lezingen en interviews. De Volkskrant mag aanschuiven voor een zondagse lunch.
Wat is er mis met identiteitspolitiek?
- ‘Elke keer dat een samenleving wordt gevraagd om een groep mensen te erkennen als een groep gaat dit ten koste van hun individualiteit. Want alle leden van de groep worden dan in één hokje gestopt, alsof ze allemaal hetzelfde zijn. Dan betreed je gevaarlijk terrein. Het impliceert al snel dat álle vrouwen, of álle zwarten, of álle Turkse immigranten hetzelfde denken en doen.
- ‘Het is vooral problematisch wanneer het identiteit omschrijft op basis van vaststaande categorieën zoals ras, etniciteit of geslacht. Zo krijg je een steeds grotere verzameling van groepen die elk ontoegankelijk zijn voor anderen. Nu al zien we dat identiteitspolitiek steeds meer en kleinere categorieën van identiteiten produceert. Eerst waren er homo’s en lesbiennes, toen kregen we transgenders, nu wordt gesproken over interseksualiteit en genderfluïditeit. De groepen worden steeds specifieker. Dat draagt eraan bij dat we steeds meer onze verschillen benadrukken.’
Misschien is het gewoon een teken van specifieke zorgen?
- ‘In een samenleving moeten we particuliere behoeften in balans brengen met een gevoel van gedeelde identiteit. Een gezonde democratie is onmogelijk als we het idee hebben dat we maar weinig gemeen hebben met elkaar, want dan vertrouwen we elkaar niet meer. Dit wantrouwen zien we in zekere zin terug wanneer mensen ervan worden beschuldigd zich te bezondigen aan wat ‘culturele toe-eigening’ heet. We zien dat bijvoorbeeld wanneer een blanke schrijver een roman produceert over een zwarte ik-persoon, of toen, zoals onlangs, twee Amerikaanse vrouwen een Mexicaans restaurant openden, waarna ze onder druk moesten sluiten omdat ze niet Mexicaans waren en het recept voor de burrito zouden hebben gestolen. Dit is absurd.’
Die weerstand is bedoeld om op te komen voor benadeelde groepen die worden beroofd van hun unieke ervaringen en kennis.
- ‘Er zou geen culturele vooruitgang of artistieke vrijheid zijn als mensen niet voortdurend ideeën zouden overnemen en imiteren. Als je deze schrijvers of restauranteigenaren beschuldigt van culturele toe-eigening, zeg je eigenlijk dat iemand geen recht van spreken heeft wanneer die niet beschikt over de juiste biologie of huidskleur. Zulke uitsluiting staat haaks op het basisprincipe van de democratie, waarin iedereen zijn mening mag uiten.’
Nu wordt er ook vanuit de rechtse, conservatieve hoek identiteitspolitiek gevoerd, stelt u. Doen zij dat als reactie op de linkse identiteitspolitiek?
- ‘Het negentiende-eeuwse Duitse nationalisme was misschien wel de vroegste vorm van identiteitspolitiek, maar het is zeker waar dat rechtse nationalisten de framing van links hebben overgenomen. Ze voeren aan dat zij het ‘slachtoffer’ zijn van een ‘elite’ die zich van hen heeft afgekeerd. Dat is de taal van een onderdrukte minderheid die zich als slachtoffer opstelt. Zo zou een rechtse nationalist zichzelf jaren geleden nooit hebben neergezet.
- ‘De rechtse variant van identiteitspolitiek zie ik als de grootste bedreiging van de democratie, omdat die aanspraak maakt op een nationale identiteit die zou wortelen in etniciteit. Dat is onderdeel van de opkomst van rechtse populisten. Die opvatting van identiteit vind ik heel problematisch, omdat onze samenlevingen heel divers zijn.’
Waarom ziet u vooral de rechtse identiteitspolitiek als een probleem, wanneer u net aanvoert dat de linkse variant evengoed groepen tegen elkaar opzet?
- ‘Linkse identiteitspolitiek begint vanuit reële problemen rond sociale rechtvaardigheid. Hun eis om te worden erkend als gelijke burgers die op basis van gelijkwaardigheid mogen meedoen in de samenleving is een meer legitieme eis dan die van een meerderheidsgroep die haar bevoorrechte positie wil behouden.
- ‘Bovendien hebben de populistische leiders zoals Donald Trump, Vladimir Poetin, Viktor Orbán en Rodrigo Duterte een sterke autoritaire impuls. Zodra ze een mandaat van het volk hebben, willen ze de democratie ondermijnen door het rechtssysteem omver te werpen en de media te controleren. Linkse groeperingen kun je er volgens mij niet van beschuldigen dat ze de democratie willen ondermijnen.’
Maar zij verenigen zich steeds vaker om het vrije debat te smoren. Is dat niet een ondermijning van de democratie?
- ‘Dat lijkt me overdreven. Het betreft hier een radicale variant van identiteitspolitiek in kleine delen van de academische wereld en de culturele sector, waar discussies rond ras, gender en seksuele oriëntatie worden gesmoord.’
Doen moslimfundamentalisten ook aan identiteitspolitiek?
- ‘De IS-strijders in elk geval wel. Hun overtuiging werd aanvankelijk gemotiveerd door een gevoel dat moslims in deze wereld niet worden gerespecteerd en als gelijken moeten worden beschouwd. Maar al snel veranderde dit streven in een intolerante, gewelddadige doctrine waarin moslims zichzelf zien als superieur en waarin wordt opgeroepen om niet-moslims te doden.’
- Als we in zijn hotel aan de Amsterdamse gracht onze vork zetten in een boterham met kalfskroket is vijfhonderd meter verderop de Klimaatmars juist begonnen. In de koude regen hebben tienduizenden mensen zich in gang gezet om het kabinet op te roepen tot een effectief klimaatbeleid. Als de demonstratie ter sprake komt, zegt Fukuyama droogjes: ‘Megalothymie’. (eerzucht)
- Daarmee doelt hij op het deel van de ziel dat ernaar verlangt te worden erkend als superieur. ‘Megalothymie is op zichzelf niet goed of slecht’, verduidelijkt Fukuyama kalm. ‘Het slaat simpelweg op elke toewijding aan een streven om ergens voor te gaan, ook als je bijvoorbeeld in een sport wilt uitblinken.’
- Op cynisme over de demonstranten verderop wil hij niet worden betrapt. Sinds Fukuyama zich wegens de Irak-oorlog en de financiële crisis afkeerde van de conservatieven is hij naar links opgeschoven. Daardoor heeft Fukuyama afgedaan bij zijn voormalige geestverwanten. Intussen is het progressieve kamp nog altijd argwanend, zeker nu hij kritisch is over identiteitspolitiek, wat toch een beetje is omarmd door links.
- Fukuyama toont een beleefd lachje als zijn politieke positie ter sprake komt. ‘Ach, ik maak me geen zorgen over etiketten of kritiek. Soms komt mijn zienswijze overeen met links, soms met rechts.’
Linkse politiek bevindt zich in een crisis. Waarom is dat volgens u?
- ‘De meeste linkse politieke partijen hebben hun opvattingen over ongelijkheid aangepast. Waar ze het van oudsher opnamen voor de arbeidersklasse, begon links deze groep gaandeweg te zien als een geprivilegieerde klasse, waarvoor ze voldoende sociale maatregelen hadden genomen. Ze meenden dat ongelijkheid nu vooral schadelijk was voor nieuwe groepen in de samenleving: van immigranten tot transgenders.
- ‘De verschuiving van die aandacht heeft ertoe geleid dat steeds meer mensen die altijd links hebben gestemd zich niet langer vertegenwoordigd voelen. Ze voelen zich nu vervreemd van de politiek, omdat links niet langer interesse toont in hun problemen en uitdagingen. Ik vind dat hun kritiek legitiem is, want de progressieve elite kan nogal neerbuigend doen over deze mensen, bijvoorbeeld wanneer ze dan maar op Trump stemmen.’
Heeft die elite volgens u wel een goed beeld van de Trump-stemmers?
- ‘Nee, er lijkt geen enkel benul te zijn van de uiteenlopende beweegredenen om op Trump te stemmen. Er zitten zeker mensen bij die echt racistisch zijn en die er onaanvaardbare opinies op nahouden. Maar anderen zijn onderdeel van een arbeidersklasse die al twee generaties lang de schade ondervindt van de-industrialisatie en toenemende werkloosheid. In hun kringen vallen gezinnen uit elkaar en is er sprake van veel criminaliteit en drugsgebruik. Het is zonder meer waar dat de hoger opgeleide, liberale klasse in de Verenigde Staten weinig aandacht voor hen heeft.’
Hoe zou links moeten reageren?
- ‘Links zou meer moeten praten over het belang van een nationale identiteit. Dat ligt in Europa om allerlei redenen gevoelig, maar daar moeten jullie overheen komen. Veel mensen die zich politiek gezien ergens in het midden bevinden, hechten veel waarde aan hun nationale identiteit, cultuur en geschiedenis, terwijl die niet serieus wordt genomen door links. Linkse politiek zou de problemen rond immigratie, integratie en islam meer moeten onderkennen en benoemen.’
Wat betekent dat in de praktijk? Moeten linkse partijen de dubbele nationaliteit aanvechten en stellen dat je maar één paspoort mag hebben?
- ‘Ja, als een van die paspoorten toebehoort aan een weinig democratisch land, dan lijkt het me een goed idee om mensen te laten kiezen. In Duitsland probeerde de Turkse president Erdogan de verkiezingen te beïnvloeden door alle Turkse inwoners van Duitsland te vragen om te gaan stemmen volgens de belangen van Turkije. Dat is natuurlijk volkomen verkeerd. Als zij hun Turkse paspoort hadden moeten opgeven, zou zo’n oproep vermoedelijk niet veel impact hebben, omdat ze zich dan meer zouden opstellen als Duitse burgers.’
Uw boek zou er niet zijn gekomen als Trump niet was gekozen tot president, schrijft u. Toevallig figureerde hij ook al in Het einde van de geschiedenis en de laatste mens.
- ‘Klopt. Ik voerde hem op om te illustreren dat een kapitalistische economie goed was voor de democratie, omdat ze een arena vormde waarin zeer ambitieuze mensen zoals Trump zouden opereren zonder het politieke systeem te beschadigen. Maar gaandeweg, zo bleek, was het voor hem toch niet genoeg om miljarden te verdienen in onroerend goed en entertainment, dus wilde hij de politiek in.
- ‘Gelukkig voorzagen de founding fathers van de Verenigde Staten de komst van iemand als Trump. Zij wisten dat uiterst ambitieuze mensen, zoals Trump of Julius Caesar, de democratie zouden ondermijnen. Daarom is er onafhankelijke rechtspraak, vrije media en een Congres met een Senaat en een Huis van Afgevaardigden. Trump illustreert de noodzaak van een controlerende macht, want vanwege zijn autoritaire neigingen zou hij veel meer schade kunnen toebrengen dan hij al heeft gedaan.’
Kan het voor de Democraten, ondanks de matige populariteit van Trump, alsnog verkeerd gaan bij de volgende presidentsverkiezingen?
‘Ja, het kan vreselijk verkeerd gaan. Het zal Trump goed uitkomen als hij het moet opnemen tegen een kandidaat die erg links is. Dat risico is reëel, want de kandidaten die zich hebben opgeworpen, strijden om de vraag wie de meest progressieve ideeën heeft. Ze gaan behoorlijk ver op het gebied van identiteitspolitiek of economische thema’s, zoals belastingverhoging voor de rijken. Zo zullen de Democraten de herverkiezing van Trump zelf orkestreren. Er is echt een andere progressieve politiek nodig, gebaseerd op meer universele inzichten over menselijke waardigheid, om van hem te winnen, en de opmars van de rechtse populisten te stoppen.’
.
Discussievragen
- STELLINGEN om over na denken:
- Sensitivity readers (gevoeligheidslezers) vormen een `taalpolitie, het zijn intolerante wokisten, ze censureren, halen de ziel uit een boek (..) Ze zijn slagers en slopers.
- Voor politieke dynamiek heb je overdreven stereotyperingen nodig: wie mensen wil samenbrengen moet bepaalde feiten verzwijgen, zodat er alsnog een wijgevoel ontstaat
- Jarenlang bouwde Poetin door middel van identiteitspolitiek aan een narratief waarin hij Rusland op ideologisch vlak als conservatieve tegenhanger van het Westen positioneerde. Met als brute climax de huidige oorlog in de Oekraine.
- Wat roept het begrip identiteitspolitiek zoal bij u op? Kunt u het begrip meer inhoud geven door uw antwoorden op vraag 1 in te brengen?
- In Het einde van de geschiedenis en de laatste mens uit 1992 was Fukuyama hoopvol gestemd over de libertaire democratie. In het besproken boek komt hij op die opvatting terug.
- Naar welke van de twee zienswijzen gaat uw mening uit, als u de stand van de democratie in Nederland en de Europese Unie onder de loep neemt (Introductie).
- Bent u het eens of oneens met Hegel, die betoogde dat de strijd om erkenning de drijvende kracht in de menselijke geschiedenis was? Kunt u in de (recente) geschiedenis gebeurtenissen aanwijzen die uw mening zouden kunnen bekrachtigen (Hoofdstuk 1).
- @@
- Fukuyama stelt dat de opkomst van de moderne democratie het verhaal is van hoe megalothymie (eerzucht) plaatsmaakte voor isothymie (verlangen als gelijke) (Hoofdstuk 2). Bent u hiermee eens? Gaat het hier misschien [–14–] niet eerder over rechtsgelijkheid en is isothymie in de praktijk niet nog ver te zoeken?
- De thymos (karakter) is volgens Fukuyama de zetel van de huidige identiteitspolitiek. Wat zou u in de opvoeding en het onderwijs kunnen doen om de thymos geschikt te maken voor (uitzicht op) een wij-wereld (Hoofdstuk 2)?
- Welke overeenkomsten en verschillen ziet u tussen de drie waarheidsopvattingen in hoofdstuk 4? Waar gaat uw voorkeur naar uit? Waarom?
- Staan vrijheid en gelijkheid in uw optiek onderling op gespannen voet (hoofdstuk 5)? Kunt u uw antwoord toelichten?
- Hoe kijkt u aan tegen de spanning tussen de individuele staten van Europa als op zichzelf staand (nationalisme) tegenover de Europese Unie als eenheid van at die landen (Hoofdstuk 6)?
- Vroeger vroegen gemarginaliseerde groepen (zwarten, moslims, vrouwen, Ihbti’ers) om erkenning als gelijke, terwijI ze in de voorbije decennia veel meer begonnen op te komen voor een aparte identiteit voor de leden van de groep en erkenning van het specifieke anders-zijn. De subjectieve beleving (Erlebnis) komt hier centraal te staan. Uiteindelijk leidt dat tot exclusiviteit zoals in: alleen zwarten begrijpen de ervaring van het zwart-zijn, zogenaamde ‘witte’ mensen worden uitgesloten van de beleving. Toen Marieke Lucas Rijneveld gevraagd was om het gedicht The Hill We Climb te vertalen, werd ze door een lastercampagne getroffen. Met name zwarte prominenten vonden dat alleen een zwarte vertaler het werk van de zwarte dichteres naar het Nederlands mocht vertalen. Late GUI moest omwille van haar boek lk ga leven onderduiken en recent nog kreeg Pim Lammers het zwaar te verduren. Hoe kijkt u in het licht van identiteit(spolitiek) tegen deze ‘affaires’ aan (Hoofdstuk 7)?
- Fukuyama constateert dat links al een tijd op zijn retour is en dat linkse partijen naar het midden zijn verschoven en de logica van de markteconomie accepteerden. Wat ziet u, even los van uw eigen politieke sympathie, als de oorzaken van deze teruggang en wat zou het verlies van links voor de samenleving kunnen betekenen (hoofdstuk 8)?
- In hoofdstuk 11 schrijft Fukuyama, dat er groepen zijn die zich in hun traditionele waarden bedreigd voelen door kosmopolitische, stedelijke elites. Dit gevoel werd bijvoorbeeld versterkt doordat grote Duitse kranten na de nieuwsjaarsviering in Keulen in 2016 enkele dagen lang niks publiceerden over een incident waarbij een grote groep overwegend islamitische mannen zich in de nieuwjaarsnacht schuldig hadden gemaakt aan [–15–] handtastelijkheden en aanrandingen van vrouwen op straat. Kunt u zich voorstellen dat groepen mensen zich bedreigd voelen nu jaar op jaar de instroom van islamitische migranten blijft doorgaan? Hoe kijkt u daar zelf tegen aan?
- Het idee dat staten achterhaald zijn vindt Fukuyama onjuist. Bent u het (on)eens met hem en waarom dan (Hoofdstuk 12)?
- Wat vindt u van de aanpak in de VS om voor nieuwkomers een credale identiteit te ontwikkelen (Hoofdstuk 13)? Zou Nederland hier ook bij gebaat zijn?
- Erdogan riep in 2017 de Turken in Duitsland op om op politici te stemmen die de Turkse belangen behartigen. In hetzelfde jaar beschuldigde hij Nederland van nazisme en fascisme, nadat het kabinet Turkse ministers de toegang had geweigerd om hier campagne te voeren voor een referendum dat Erdogan meer macht zou geven. Hoe kijkt u tegen die buitenlandse invloed aan? Wat betekent dat voor het bedrijven van identiteitspolitiek (Hoofdstuk 14)?
- In hoofdstuk 14 schrijft Fukuyama dat democratieen het recht hebben om hun eigen grenzen te controleren en maatstaven aan te leggen voor het staatsburgerschap. Over dit voorstel wordt nu in landen van de Europese Unie nagedacht. Hoe kijkt u daar tegenaan? U kunt hier ook de rol van Frontex bij betrekken of de uitroep van burgermeester Eric Adams van New York die de noodtoestand heeft uitgeroepen omdat er meer migranten aankomen dan de stad kan huisvesten (Sharifi, M.N. (2022). Migrantenstad New York kan migratie niet meer aan en roept de noodtoestand uit. In: De Volkskrant, 10 oktober 2022)
- In de laatste alinea van hoofdstuk 14 noteert Fukuyama: ‘We zullen er niet aan ontkomen om over onszelf en onze samenleving na te denken in termen van identiteit. (..) Identiteit kan gebruikt worden om verdeeldheid te zaaien, maar het kan tevens gebruikt worden om mensen te verenigen (..).’ Bent u het met Fukuyama eens of niet, en is uw mening over identiteit(spolitiek) veranderd na lezing van en discussie over zijn boek?