laatste wijziging: 09-04-2024

08 Huijer – De toekomst van het sterven


 
 Auteur: Huijer, Marli
   Boek: De toekomst van het sterven 2023 - 160 blz
Gelezen: 10-03-2024 tot en met heden
   Voor: SENIA Assen Fil 3

  1. Introduktie
  2. Het huis van de sterfelijkheid
  3. Rechthoekig leven
  4. Wegsterven
  5. Het juiste moment
  6. Ecologie, samenleving en politiek
  7. Een vrolijke blik op de toekomst
  8. Over de auteur
  9. Verder lezen
  10. Discussievragen

.

Introductie

.

Hoofdstuk 1: Het huis van de sterfelijkheid


.

Hoofdstuk 2: Rechthoekig leven

 

.

Hoofdstuk 3. Wegsterven

Hoofdstuk 4. Het juiste moment

 



.

Hoofdstuk 5. Ecologie, samenleving en politiek


De WRR staat in zijn rapport Kiezen voor houdbare zorg (2021) stil bij de tekortschietende zorg waarvoor techniek (zoals operatietechnieken, medicijnen en zorgrobots) en buitenlandse zorgverleners geen oplossing zullen blijken te zijn. Het vraagstuk van de vergrijzing wordt gebagatelliseerd, debat blijft uit, ouderen staan maatschappelijk apart en eigenbelang (van jong en oud) krijgt voorrang. Wat rest is om rekening te houden met de grenzen van het leven en in wijsheid daarnaar te handelen (zie hoofdstuk 6). De invloed van ouderen in en op de politiek neemt door hun groeiende aantal toe. Dat betekent dat de breed gedragen biopolitieke koers van een lang en gezond leven ten koste kan gaan van andere maatschappelijke prioriteiten (economie, onderwijs, cultuur). De keuze voor het ‘naakte leven’ tijdens de coronapandemie en de daarbij behorende vrijheidsbeperkingen ondermijnden volgens de ltaliaanse filosoof Giorgio Agamben de publieke sfeer en het publieke debat, en daarmee zijn burgers overgeleverd aan de ‘machten die de wereld regeren’. Het leven van mensen wordt onder invloed van overheid en medici in toenemende mate gemedicaliseerd en dat impliceert ook een steeds langere behandeling van ouderen. Lijden en sterven hebben in dat perspectief geen betekenis en een andere houding (geen vaccinatie of behandeling) roept weerstand op.

Hoe moeten politiek en beleid eruitzien als ze biologische overleving minder centraal stellen?

Dat kan door

1) het idee van een lang en gezond leven niet te verabsoluteren

2) voortdurend een afweging te maken tussen verschillende waarden en prioriteiten

3) het gesprek over lijden en sterven te stimuleren

4) na te denken over de maatschappelijke betekenis van ouderdom

5) lijden en sterven weer een plaats te geven in de samenleving.

Nadenken over de ecologische, maatschappelijke en politieke grenzen van een steeds langere levensduur zal volgens Huijer weerstand oproepen. Prioriteit geven aan het biologische leven veronachtzaamt de sociale dimensie van het leven, dat wil zeggen de sociale en intieme ruimte voor lachen, lijden, huilen en rouwen. Sterfelijkheid verdient aandacht, niet alleen in hoe we leven, maar ook in hoe we ons verhouden tot anderen. [6]

6. Een vrolijke blik op de toekomst

 

Lachen en huilen, relativeren en rouwen horen bij sterfelijkheid. Mensen zijn borelingen en stervelingen, generaties volgen elkaar op. Het voortdurend streven naar verlenging van de levensduur zit dat relativeren en rouwen in de weg, maar aandacht voor onze sterfelijkheid moet volgens Huijer tegenwicht bieden. Denken in intergenerationele termen kan de angst voor de dood wegnemen. Solidariteit en steun tussen de generaties zouden normaal moeten zijn, geen politieke of morele opdracht. Het netwerk van ouderen en jongeren kan worden versterkt met behulp van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, kunstprojecten en gemengd wonen. Oud zal moeten wijken voor jong, maar tijdens de coronapandemie gebeurde het omgekeerde. De schade door het gebrek aan contacten en onderwijs bij jongeren vraagt jaren van herstel. Jongere generaties verdienen meer aandacht, omdat zij het stokje overnemen en zorgen voor vernieuwingen. Vernieuwing door jongeren en de zorg voor ouderen kunnen elkaar in de weg zitten. Dat kan rivaliteit tussen generaties uitlokken, maar daarom ook is aandacht voor elkaar nodig, met ruimte voor onstuimigheid en voorzichtigheid. Sterven gaat niet alleen over getallen, maar ook over de ervaring van sterven. Lijden en sterven krijgen betekenis in verhalen dat wil zeggen in kunst, maatschappelijk en persoonlijk leven. Ouder worden is een natuurlijk proces, niet iets dat er niet hoort te zijn; ouderen kunnen zelf bijdragen aan het bewustzijn dat gebreken en ziekte erbij horen. Het verbergen of verlichten van ziekte en gebrek zit de aanvaarding ervan in de weg. De medicalisering van het leven met behulp van check up, vaccinatie of bevolkingsonderzoek drukt het gesprek over ouderdom weg. Zonder arts en met een gezonde leefstijl en omgeving kunnen mensen ook oud worden. Hoe houd je de regie in een gemedicaliseerd landschap?

Door vooral met anderen te praten over

1) het juiste moment van sterven

2) hoe je wilt sterven

3) wat levensverlenging nog kan toevoegen

4) hoeveel en hoe lang zorg nog draaglijk is (afzien van behandeling, euthanasie, versterven, palliatieve sedatie).

Aanvaarding en openheid maken sterfelijkheid `gewoner’ en terugblikken op het leven creeert nieuwe betekenissen, ook voor nabestaanden. Humor helpt om ouderdom en sterven te waarderen, te aanvaarden en te relativeren. Leven is de moeite waard, maar doodgaan is inclusief. Er bestaat zoiets als een juist moment van sterven en ouderen kunnen aan jongeren laten zien dat het leven een begin en een eind heeft.

Over de auteur

Marli Huijer (1955) is emeritus hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en was van 2015 tot 2017 Denker des Vaderlands. Ze schreef onder meer Discipline (2013), Ritme (2015, herziene editie) en Beminnen. Nieuw licht op seksuele vrijheid (2018).

Verder lezen

 

RECENSIES • De Volkskrant, 29 september 2022 • Bazarow, 19 juni 2022 • Trouw, 31 mei 2022

Discussievragen

 

  1. ‘Betekenis’ is voor Marli Huijer een centraal begrip in dit essay over sterven. Ze pleit voor betekenisvol sterven, terwijI in onze samenleving de strijd tegen ‘betekenisloze’ veroudering, ziekte en dood centraal staat. Is die tegenstelling wel zo scherp? Wat pleit voor Huijers invalshoek?
  2. In de klassieke traditie (Epicurus, Stoa) lijkt het vertrouwen in de menselijke rede groot te zijn: we zijn weliswaar sterfelijke wezens, maar we kunnen wel onze houding tegenover de dood zelf bepalen (hoofdstuk 2). Is deze gedachte verdedigbaar? Behulpzaam? Troostvol?
  3. Religies proberen met heilige teksten, instituties en rituelen een antwoord te geven op de ‘chaos van het leven’ (lijden, ziekte, dood), soms met een leven na de dood’. Kan religie nog betekenis geven en troosten bij onze technisch-wetenschappelijke, medische kijk op gezondheid en leven?
  4. Huijer refereert aan Giorgio Agamben (hoofdstuk 5) die naar aan leiding van de coronapandemie wijst op het gevaar van biopolitiek voor de vrijheid van burgers, voor de andere sectoren van de samenleving (onderwijs, economie, cultuur) en voor het publieke debat. Herkent u Agambens kritiek?
  5. Huijer wijst op de consequenties die vergrijzing en ontgroening hebben voor ecologie, samenleving en politiek, en daarmee ook voor de zorg (hoofdstuk 5). Gebruikt Huijer hier vergrijzing als drukmiddel om de zorg voor ouderen bespreekbaar te maken? Wat pleit voor scherpere keuzes in de gezondheidszorg?
  6. Internist-oncoloog Gabe Sonke stelt in NRC (7/8-1-2023) dat onderzoek door farmaceutische bedrijven naar kankermedicijnen vaak resulteert in steeds duurdere medicijnen met weinig winst in levensduur en levenskwaliteit, terwijI het onderzoek bovendien vaak van slechte kwaliteit is. Hij pleit daarom niet alleen voor aanvullend, onafhankelijk evaluatieonderzoek naar kankermedicijnen, maar ook voor een serieus gesprek tussen arts en patient over de te volgen kankertherapie, want de nadelen zijn vaak groter dan de voordelen. Wat vindt u van zijn pleidooi?
  7. Je kunt volgens Huijer (hoofdstuk 6) in een moderne, gemedicaliseerde samenleving de regie over je eigen ziekte en sterven houden door vooral met anderen te praten over wat je wel of niet wilt. Openheid maakt sterfelijkheid draaglijker en terugblikken op het leven geeft een betekenisvol levensverhaal voor de stervende en diens naasten. Wat vindt u van die benadering?
  8. Volgens onderzoek staan mensen positiever tegenover de dood als die aanstaande is, terwijI we de dood meer vrezen als die nog ver weg lijkt (NRC, 10-12-2022). Klopt dat met uw ervaringen?