laatste wijziging: 10-03-2024
Arendt DENKEN inhoudsopgave
015 029 GEDACHTELOOSHEID EN KWAAD (Inleiding door de vertalers)
031 044 INLEIDING
049 I HET VERSCHIJNEN
-
- 051 1 De fenomenale aard van de wereld
- 056 2 Het (ware) zijn en het (loutere) verschijnen: de tweewereldentheorie
- 059 3 De omkering van de metafysische rangorde: de waarde van het oppervlak
- 064 4 Lichaam en ziel; ziel en geest
- 072 5 Verschijnsel en schijn
- 075 6 Het denkende ego en het zelf: Kant
- 081 7 De werkelijkheid en het denkende ego: de Cartesiaanse twijfel en de sensus communis
- 091 8 Wetenschap en gezond verstand; Kants onderscheid tussen verstand en cede; waarheid en betekenis (of zin)
107 II MENTALE ACTIVITEITEN IN EEN WERELD VAN VERSCHIJNSELEN
- 109 09 Onzichtbaarheid en terugtrekking
- 122 10 De interne oorlog tussen denken en gezond verstand
- 133 11 Denken en doen: de toeschouwer
- 142 12 Taal en metafoor
- 156 13 De metafoor en het onzegbare
175 III WAT ZET ONS AAN HET DENKEN?
- 177 14 De prefilosofische vooronderstellingen van de Griekse filosofie 177
- 191 15 Het antwoord van Plato en zijn echo’s 191
- 203 16 Het Romeinse antwoord 203
- 220 17 Het antwoord van Socrates 220
- 236 18 Het twee-in-een 236
253 IV WAAR ZIJN WE WANNEER WE DENKEN?
- 255 19 “Tantot je pense et tantot je suis” (Valery): het nergens
- 261 20 De bres tussen verleden en toekomst: het nunc stans
- 274 21 Postscriptum
279 NAWOORD VAN MARY MCCARTHY (uitgever)
282 Over de uitgave