75 IV fenomenologie

IV De fenomenologische opvatting van het niet

• 75 Heidegger definieert het zijn van de menselijke werkelijkheid als in-de-wereld-zijn 
  • 76 Hoe komt het dat er iets is niet veeleer niets?
• 76 Zodra de wereld als wereld verschijnt, biedt ze zich aan als slechts dat zijnde
• 77 Het kenmerk van de filosofie van Heidegger is de laatste om het er-zijn te beschrijven positieve termen gebruikt die stuk voor stuk impliciete ontkenningen maskeren:
  • Het er-zijn is
    • “buiten zich, in de wereld “,
    • het is “een wezen van de verte “,
    • het is “zorg “,
    • het is “zijn eigen mogelijkheden “enzovoort
  • /// JST :: dat alles komt neer op de stelling:
    • het er-zijn 
      • “is niet “op zich,
      • het “is niet “bij zichzelf in een onmiddellijke nabijheid en
      • het “overschrijdt “de wereld in zoverre het zichzelf poneert als niet op zich zijnde en
      • als niet de wereld zijn.
      • In die zin heeft Hegel gelijk tegen Heidegger als hij verklaart dat de geest het negatieve is
• 80 Er bestaat een eindeloze hoeveelheid werkelijkheden die niet alleen oordeelsobjecten zijn maar die door het menselijke wezen ook worden beproefd, bestreden, gevreesd enzovoort, en waarvan de inwendige structuur de ontkenning als een noodzakelijke voorwaarde van hun bestaan bevat.
  • We zullen ze negatiteiten  noemen