H-4 vragen

• 4.1. De auteur zegt dat ze dit boek al denkend geschreven heeft. Herkent u dit? Waaraan? Klopt het met haar filosofie?
• 4.2. Heeft het boek Uw denken over denken veranderd? In welke zin? Wat zijn de vragen die u resten?
• 4.3. De auteur zegt zelf geen filosofe te zijn. In het boek beschrijft ze hoe ze tegen filosofen aankijkt. Hoe ziet ze filosofen? Is ze een filosofe?
• 4.4. Van de ene kant haalt ze Grote Filosofen zoals Plato onderuit, van de andere kant stelt ze dat hun gedachtegoed grote waarde heeft. Hoe rijmt dat met elkaar?
• 4.5. Levende wezens, mensen en dieren. zijn niet slechts in de wereld, ze zijn van de wereld. precies omdat ze tegelijk subject en object zijn, tegelijk waarnemen en waargenomen worden. Herkent u dit na het lezen van dit boek? Waarin en waaraan? Heeft het boek uw kijk veranderd?