laatste wijziging: 09-03-2024

005 012 Inhoudsopgave

 






.

Ten geleide

Bladzijde 1 tot en met 54

15 Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt?

46 Geraadpleegde literatuur

49 Verantwoording bij de vertaling

51 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

 

55 Voorwoord tot de eerste druk, 1970

Schematische voorstelling structuur v d Kritiek van het oordeelvermogen

Deel 1 Kritiek van bet esthetisch oordeelsvermogen

Sectie 1 Analytica van het esthetisch oordeelsvermogen

Boek 1 Anaiytica van bet schone

Boek 2 Analytica van het verhevene

Sectie 2 dialectick van het esthetisch oordeelsvermogen

Deel 2 Kritiek van het teleologisch oordeelsvermogen

Afdeling 1 Analytica van het teleologisch oordeelsvermogen

Afdeling2 Dialectiek van het teleologisch oordeelsvermogen

 

 

 

 

 

Inleiding

 

Bladzijde 59

59 De indeling van de filosofie

62 Het gebied van de filosofie in het algemeen

62 De kritiek van het oordeelsvermogen als middel om de twee delen van de filosofie tot een eenheid to verbinden

67 Het oordeelsvermogen als a priori wetgevend vermogen

69 Het principe van de formele doelmatigheid van de natuur is een transcendentaal principe van het oordeelsvermogen

75 De verbinding van het gevoel van lust met het begrip doelmatigheid van de natuur

77 De esthetische voorstelling van de doelmatigheid van de natuur

80 De logische voorstelling van de doelmatigheid van de natuu

83 Hoe het oordeelsvermogen de wetgeving van het verstand met die van de retie verbindt 83

87 Tafel van de hogere vermogens van de ziel

88 indeling van het gehele werk

 

 

 

Deel 1 Kritiek van het esthetisch oordeelsvermogen

Sectie 1 Analytica van het esthetisch oordeelsvermogen 91

BOEK 1

 

Analytica van het schone 91

Eerste moment van het smaakoordeel, volgens de kwaliteit

 

91 $1 Het smaakoordeel is esthetisch

93 $2 Het welgevallen dat het smaakoordeel bepaalt, kent geen enkel belang

94 $3 Het welgevallen in het aangename is met belang verbonden

96 $4 Het welgevallen in het goede is met belang verbonden

98 $5 Vergelijking van de drie specifiek verschillende types van welbehagen

Tweede moment van het smaakoordeel, namelijk volgens zijn kwantiteit

 

100 $6 Het schone is datgene wat zonder begrippen als object van algemeen welgevallen wordt voorgesteld

101 $7 Vergelijking van het schone met het goede en het aangename aan de hand van het genoemde kenmerk

102 $8 De algemeenheid van het welgevallen wordt in een smaak-oordeel alleen als subjectief voorgesteld

103 $9 Onderzoek naar de vraag of bij het smaakoordeel het gevoel van lust aan de beoordeling van het object voorafgaat, dan wel of het omgekeerde het geval is

Derde moment van het smaakoordeel, volgens de relatie van de doelen die in het oordeel in beschouwing wordt genomen

109 §10 Doelmatigheid in het algemeen 109

##

§11 Het smaakoordeel heeft alleen de vorm van de doelmatigheid van een object (of van de wijze van voorstellen ervan) als grond 110

§12 Het smaakoordeel berust op a priori-gronden 111 13 Het zuivere smaakoordeel is onafhankelijk van bekoring of ontroering 112

§14 Toelichting aan de hand van voorbeelden 113

§15 Net smaakoordeel is volkomen onafhankelijk van het begrip volmaaktheid 116

§ 16 Een smaakoordeel dat een object voor schoon verklaart onder de voorwaarde van een bepaald begrip, is niet zuiver 119

§ 17 Het ideaal van de schoonheid 122

Vierde moment van het smaakoordeel, volgens de modaliteit van het welgevallen in het object

127 §18 Wat de modaliteit van een smaakoordeel is

128 §19 De subjectieve noodzakelijkheid die we het smaakoordeel toeschrijven, is voorwaardelijk

128 §20 De voorwaarde voor de noodzakelijkheid die een smaakoordeel veronderstelt, is de idee van een gemeenschappelijke zin

129 §21 Kunnen we met reden een gemeenschappelijke zin veronderstellen?

130 §22 De noodzakelijkheid van de algemene bepaling die in een smaakoordeel wordt gedacht, is een subjectieve noodzakelijkheid die onder de vooronderstelling van een gemeenschappelijke zin als objectief wordt voorgesteld

Algemene opmerking bij het eerste Boek van de analytica 132

BOEK 2

Analytica van het verhevene 136

 

136 §23 Overgang van het vermogen tot beoordeling van het schone naar dat van het verhevene

139 §24 De indeling van een onderzoek naar het gevoel van het verhevene

 

a Het mathematisch verhevene

140 §25 Definitie van het verhevene

143 §26 De beoordeling van de grootte der natuurijke dingen die voor de idee van het verhevene vereist is

149 §27 De kwaliteit van het welgevallen bij de beoordeling van het verhevene 149

B Het dynamisch-verhevene van de natuur

153 §28 De natuur als macht

157 §29 De modaliteit van het oordeel over het verhevene van de natuur

159 Algemene opmerking inzake de uiteenzetting over de reflexieve esthetische oordelen

Deductie van de zuivere esthetische oordelen

 

173 §30 De deductie van de esthetische oordelen over de natuurobjecten mag niet gericht zijn op wat we daarin verheven noemen, maar alleen op het schone

174 §31 De methode voor de deductie van de smaakoordelen

176 §32 Eerste bijzonderheid van het smaakoordeel

178 §33 Tweede bijzonderheid van het smaakoordeel

180 §34 Eris geen objectief smaakprincipe mogelijk

181 §35 Het smaakprincipe is het subjectieve principe van het oordeelsvermogen als zodanig

182 §2836 Het probleem van een deductie van de smaakoordelen 182

183 §2837 Wat wordt er in een smaakoordeel eigenlijk a priori over een object beweerd? 183

184 §38 Deductie van de smaakoordelen 184

185 Opmerking 185

189 §39 De mededeelbaarheid van Een gewaarwording 189

188 §40 De smaak als een soort Sensus communis

198 §43 De kunst in het algmeen

200 §44 De schone kunst

201 §45 ##

202 §46 Schone kunst is kunst van het genie 202

203 §47 Verduidelijking bevestiging van de bovenstaande typering van het genie 203

206 §48 De verhouding van het genie tot de smaak

209 §49 De vermogens van de geest die het genie vormen

216 §50 De verbinding van smaak en genie in producten van de schone kunst

216 §51 De indeling van de schone kunsten

222 §52 De verbinding van de schone kunsten in een en hetzelfde product

223 §53 Vergelijking van de esthetische waarde van de schone kunsten onderling

227 §54 Opmerking

Sectie 2 De dialectiek van het esthetisch oordeelsvermogen

234 §55

235 §56 Voorstelling van de antinomie van de smaak

236 §57 Oplossing van de antinomie van de smaak

239 Opmerking 1

241 Opmerking 2

244 §58 Het idealisms van de doelmatigheid van de natuur en van de kunst als enig Principe van het esthetisch oordeels-vermogen

249 §59 De schoonheid als symbool van de zedelijkheid 249

253 §60 Aanhangsel Methodeleer van de smaak 253

 

Deel 2 Kritiek van het teleologisch oordeelsvermogen

 

§61 De objectieve doelmatigheid van de natuur 257

Afdeling 260 1 Analytica van het teleologisch oordeelsvermogen

 

260 §62 De objectieve doelmatigheid, die louter formeel is, onder-scheidt zich van de materiele doelmatigheid

265 § 63 De relatieve doelmatigheid van de natuur onderscheidt zich van haar innerlijke doelmatigheid

268 §64 Het bijzondere karakter van de dingen als natuurdoelen 268

271 §65 Dingen als natuurdoelen zijn organismen 271

275 §66 Het principe waarmee de innerlijke doelmatigheid in organismen kan worden beoordeeld

277 §67 Het principe waarmee de natuur in het algemeen, als systeem van doelen, teleologisch kan worden beoordeeld

280 §68 Het principe van de teleologie als innerlijk principe van de natuurwetenschap

 

Afdeling 2 284 Dialectiek van het teleologisch oordeelsvermogen

 

284 §69 Wat een antinomie van het oordeelsvermogen is

285 §70 Voorstelling van deze antinomie

287 §71 Voorbereiding tot het oplossen van de bovenstaande antinomie

289 §72 De verschillende systemen betreffende de doelmatigheid van de natuur

292 §73 Geen van de bovenstaande systemen maakt zijn pretenties waar

295 §74 Het is onmogelijk om het begrip van een techniek van de natuur dogmatisch te behandelen omdat een natuurdoel onverklaarbaar is

297 §75 Het begrip van een objectieve doelmatigheid van de natuur is een kritisch prineipe van de rede voor het reflecterend oordeelsvermogen 297

301 §876 Opmerking

305 §877 De bijzondere aard van het menselij k verstand, waardoor het begrip van een natuurdoel voor ons mogelijk wordt

211 §S78 De vereniging van het principe van het algemene mechanisme van de materie met het teleologisch principe In de techniek van de natuur

Aanhangsel

317 Methodeleer van het teleologisch oordeelsvermogen

317 §79 Moet de teleologie behandeld worden als onderdeel van de natuurleer?

318 §80 De noodzakelijke ondergeschiktheid van het mechanische aan het teleologisch principe bij het verklaren van een ding als natuurdoel

323 §81 De combinatie van het mechanisme met het teleologisch principe bij de verklaring van een natuurdoel als voortbrengsel van de natuur

327 §882 Hetteleologisch systeem in de uiterlijke verhoudingen van organismen

332 §883 Het laatste doel van de natuur als teleologisch systeem

337 §884 Het einddoel van het bestaan van een wereld, d.w.z. van de schepping zelf

339 §885 Defysico-theologie

345 §86 Deethico-theologie

346 Opmerking

350 §87 Het morele bewijs voor het bestaan van God

356 §88 Begrenzing van de geldigheid van het morele bewijs

361 Opmerking

362 §89 Het nut van het morele argument

365 §90 De wijze van het als-waar-beschouwen in een moreel bewijs van het bestaan van God

371 §91 De wijze van het als-waar-beschouwen door middel van een praktisch geloof

379 Algemene opmerking bij de teleologie

 

 

Appendix

 

393 Eerste versie van de Inleiding tot de Kritiek van het oordeelsvermogen

293 De filosofie van systeem

395 Opmerking

398 Het systeem van de hogere kenvermogens dat ten grondslag ligt aan de filosofie

401 Het systeem van alle vermogens van de menselijke geest

403 De ervaring als systeem voor het oordeelsvermogen

406 Het reflecterend oordeelsvermogen

411 De doelmatigheid van de natuudijke vormen aLs evenzoveel bijzonderc

413 De techniek het oordeeIs trnogcn als grond van de idee van een techniek der natuur

416 De esthetica van het vermogen tot beoordelen

421 Opmerking

426 De teleologische beoordeling

431 Het zoeken naar een principe van het technische oordeelsvermogen

436 Encyclopedische introductie van de kritiek van bet oordeelsvermogen in het systeem van de kritiek van de zuivere rede

442 Indeling van de kritiek van het oordeelsvermogen

 

449 Register van namen en zaken