laatste wijziging: 28-11-2023
Deel 2 Vorming
- 127 Hoofdstuk 6: Een nieuwe mentaliteit
- 139 Hoofdstuk 7: Je zelfvertrouwen automatiseren
- 159 Hoofdstuk 8: Je eigen rol spelen
- 181 Hoofdstuk 9: professioneel samenleren
- 181 Een andere kijk op post-initieel onderwijs
- 181 Na de leerplicht
- 182 Gezel en gids
- 185 Educatieve voorwaarden
- 185 Ervaring
- 187 Leervraag
- 189 Institutionele voorwaarden
- 190 De opleiding
- 192 De beroepsgroep
- 193 Werkgever
- 194 De maatschappelijke opdrachtgever
- 197 Financiële voorwaarde
- 199 Een vrijplaats voor het onderwijs
- OVER JAN BRANSEN
- VERDER LEZEN
- Recensies
- Discussievragen
.
127 Hoofdstuk 6: Een nieuwe mentaliteit
- 127 Samenleven is vormen, hoe we ons vormen is van belang.
- 127 Pink Floyd “We don’t need no education”
- 128 Binnen veel geloven heerst het idee dat we moeten ontsnappen, verlicht moeten worden. Maar dan? Vraagt Bransen.
- 128 Bransen is niet op zoek naar de doorbraak waarnaar we allemaal nog lang en gelukkig leven.
- 128 Bransen introduceert de term eschatoloog, iemand die gefocust is op het einde van de wereld.
- 128 Deze mensen kunnen we niet gebruiken in het onderwijs, het onderwijs is immers een constante stroom die niet ergens eindigt.
- 129 Bransen vergelijkt het leren met eten, je zit weleens vol maar je bent nooit echt uitgegeten voor de rest van je leven. Zo werkt het ook met leren.
02-11-2023 Het leven is de weg ….
.
131 Op de fiets
- 131 Vervolgens vertelt Bransen een anekdote over de tijd waarin hij leerde fietsen. Een kind leert fietsen door het zelf te doen, niet door te kijken naar iemand anders die het voordoet. Het is als `leraar’ die de leerling’ leert fietsen cruciaal dat je hem stabiel in positie houdt om hem de juiste ervaring als fietsers mee te geven. De leerling moet het fietsen meemaken.
- 133 Bransen noemt dit de drietrapsraket, gebeurtenis, belevenis, handeling. De les is een gebeurtenis, het zelf uitvoeren daarna de belevenis en wanneer de docent durft los te laten, wordt de stap naar handeling De leerling handelt zelf.
.
135 Pionieren
- 135 Een belangrijke term binnen het onderwijs is volgens Bransen pionieren: ergens voor het eerst komen en daar iets van proberen te maken. Zo ervaren studenten de les en zo zouden docenten de les ook moeten aanpakken. De docent beleeft de les tegelijk met de studenten.
- 137 Bransen beschrijft vervolgens drie onderwijsvormen en hun fundering.
- Voor het eerste onderwijs is dat socialisatie,
- voor het tweede onderwijs persoonsvorming en
- voor de derde onderwijsvorm is dat kwalificatie.
.
139 Hoofdstuk 7: Je zelfvertrouwen automatiseren
139 Een andere kijk op primair onderwijs
.
139 Levenslust vorm geven
- 139 Door de lange ontwikkeling van kinderen tot volwassenen is er lang een verbinding waarin geleerd wordt. Het gaat om de, zoals in hoofdstuk 1 besproken, gewoonten. Een groot deel van het vormen van die gewoonten gaat vanzelf.
- 141 Wat moeten we kinderen dan wel aanbieden in het onderwijs om te leren? Dit is volgens Bransen een filosofische vraag waarbij de mens centraal staat. Welke gewoonten hebben we eigenlijk nodig als mensen om ons mensenleven te kunnen leiden? Op deze vraag zijn veel verschillende antwoorden. [–7–]
.
142 De automatische piloot
- 142 Het eerste bestanddeel voor het leiden van een leven is de automatische piloot.
- 143 Daarvoor moeten we eerst begrijpen wat automatiseren is.
- 143 Automatiseren is het ontwikkelen van gewoonten die jouw gedrag aansturen zonder dat je er aandacht aan hoeft te besteden. Het zijn aangeleerde gewoonten. Je ontwikkelt deze gewoonten doordat bepaald gedrag in bepaalde situaties wordt beloond. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een instrumentele en sociale beloning.
- 144 Als voorbeeld beschrijft Bransen het wassen van je handen. Je ervaart sociaal succes omdat je wordt aangemoedigd je handen te wassen en daarna ervoor wordt gewaardeerd. Dit sociale succes is wat anders dan het instrumentele succes. Instrumenteel succes is wanneer een kind te pakken krijgt wat hij wil hebben doordat hij is gaan kruipen. Wanneer de leercurve afzwakt, wordt de beloning minder maar de automatische piloot versterkt. Je wast je handen niet meer voor het succes dat je daarna ervaart maar omdat het een automatisme is geworden.
- 148 Ditzelfde patroon wil Bransen zien in het onderwijs. Het leren gaat van sociale beloning naar een instrumentele beloning naar uiteindelijk het behalen van een succes.
.
149 Taalgemeenschap
- 149 Taal speelt een belangrijke rol in het menselijk leven.
- 149 Niet alleen tekst maar ook grammatica en rekenen. Door het leren van een taal werf je gezag, je leen je eigen gewoonten vertrouwen.
- 150 Bransen vertelt een anekdote over de tijd dat hij Duits kreeg op de middelbare school en daarin een drukfout in zijn boek vond. Het gaf zijn zelfvertrouwen een enorme boost. Bransen was onderdeel geworden van de gemeenschap die de Duitse taal kent, dat is wat hij bedoelt met gezag.
- 151 Automatiseren is dan ook het kweken van dit gezag, het vertrouwen hebben in je eigen gewoonten. Jij telt mee en mensen moeten rekening houden met wat jij weet.
- 152 Het is het tegenovergestelde van een minderwaardigheidscomplex.
.
153 Blijven vragen
- 153 Er is echter ook een keerzijde aan deze automatische piloot. Je wordt steeds ongevoeliger voor dubbelzinnigheden naarmate je automatische piloot groeit.
- 153 Voor het begrijpen van een dubbelzinnigheid is een onderzoekshouding nodig die we door het automatiseren zijn vergeten. Immers, het idee dat wie een vraag stelt, dom is, is een gedachte die vaak wordt gestimuleerd in het onderwijs. Wie een vraag stelt, weet namelijk iets niet. Echter zijn er op een heleboel vragen niet een correct antwoord.
- 154 Door met leerlingen op school te filosoferen, raken ze vertrouwd met het idee van denkvragen. Vragen die ze zelf kunnen stellen en die meerdere antwoorden toelaten. Vragen waarop niet het antwoord “waarom” of “omdat ik het zeg” komt. Met deze antwoorden wordt de leerling namelijk afhankelijk gemaakt van de willekeur van de antwoordgever.
- 156 Het zijn afhankelijkheidsbevorderende antwoorden.
- 156 Bransen heeft meer interesse in zelfstandigheidsbevorderende antwoorden.
- 157 Deze antwoorden moedigen juist de leerling aan om de wereld verder te ontdekken. En dit zijn de antwoorden die leerlingen nodig hebben om de normatieve dubbelzinnigheden te begrijpen.
.
159 Hoofdstuk 8: Je eigen rol spelen
.
159 Een andere kijk op voortgezet onderwijs
- 159 In het tweede onderwijsdeel leren jongeren met het leven om te gaan.
- 159 Ze worden zich bewust dat ze een leven leven.
- 160 Bransen stelt vijf veranderingen voor die je kan lezen op pagina 160.
- De overgang van de eerste naar de tweede onderwijsvorm wordt bij jongeren in goed overleg bepaald door de jongere, de ouders en de mentor samen. Daarbij komt geen landelijke eindtoets kijken
- Jongeren zullen 3 dagen per week naar school gaan en 2 dagen per week buitenschools leerwerken
- Op school vorm een jongeren een zo heterogeen mogelijk mentorgroep waarin Iedereen ongelijk behandeld zal worden
- Mentoren we zullen continu voor constructieve feedback zorgen, maar er wordt niet afgerekend en niet naar binnen de eindtermen toegewerkt. Jongeren zullen een portfolio bijhouden
- Omdat er geen centrale examens, geen landelijk gedefinieerde kwalificatieniveaus en geen diploma’s meer zullen zijn, krijgen mentoren alle ruimte om maatwerk te bieden en jongeren alle ruimte om hun talenten te verkennen
.
161 Erbij horen
.
161 Toe-eigenen door erbij te horen
- 161 Jongeren willen hun leven toe-eigenen en hebben een sterk verlangen erbij te [–8–] horen. Het is de fase waarin jongeren zich losrukken van hun ouders en hun eigen leven willen leiden. Er wordt een omslag gemaakt van gegeven relaties naar zelfgekozen relaties.
.
163 Oefenen en leren
- 163 In de tweede onderwijsvorm staat samenwerken centraal.
- 164 Bransen maakt onderscheid tussen oefenen en leren.
- Bij oefenen draait het om een intentionele handeling met oog op succes.
- Terwijl leren onbewust gebeurt en iets is waarbij je een gewoonte ontwikkelt.
.
166 Ergens voor gaan
- 167 4 Voorwaarden
.
167 Enthousiasme
- 167 Het behouden van levenslust is belangrijk om te oefenen en te leren. Hiervoor is enthousiasme Enthousiasme is niet hetzelfde als intrinsieke motivatie. Enthousiasme richt zich op waar de leerling enthousiast van wordt. Er wordt dus niet gekeken naar eindtermen of een curriculum omdat dit het enthousiasme van de leerling doodt.
- 170 Het onderwijs is niet meer uniform maar wordt aangepast aan de leerling. Ergens bij horen wordt niet bepaald op basis van leeftijd waarbij een bepaald cognitief niveau hoort.
.
171 Maatwerk
.
172 Heterogene groepen
- 172 Een homogene groep, allemaal even oud, allemaal even geduldig, allemaal even slim . . .
.
174 Buitenschools leerwerken
- 174 Daarnaast stelt Bransen voor om kinderen minder vaak ‘op te hokken’ en wat vaker buiten de muren te laten ontdekken. De leerling moet worden gevormd.
.
176 Ergens voor staan
- 176 Daarbij gaat de leerling zich afvragen wie ze dan precies zijn en waar ze voor staan. De leerling maakt zich los van de dingen die hij kent, zijn ingesleten gewoonten.
- 177 De tweede onderwijsvorm draait om het stellen van vragen en het opzoeken van gevoelens van verzet.
- 178 De docent speelt een minder grote rol, het gaat immers niet om het overleveren van kennis, zoals besproken in hoofdstuk 2.
.
181 Hoofdstuk 9: professioneel samenleren
.
181 Een andere kijk op post-initieel onderwijs
.
181 Na de leerplicht
- 181 De druk om door te leren na de leerplicht is groot. Bransen wil een onderwijsbestel waarin die druk er niet is, leren gaat immers levenslang door.
.
182 Gezel en gids
- 182 Bransen komt terug op de vergelijken met eten wanneer je vol zit en stimuleert het nemen van een tussenjaar of zelfs tussen –
- 183 Bransen introduceert het idee van de gids in de derde onderwijsvorm. De gids is zowel docent als onderdeel van het arbeidsveld. Er zijn drie afspraken tussen de gids en zijn gezel, de leerling.
.
185 Educatieve voorwaarden
.
185 Ervaring
- 185 De eerste is de educatieve afspraak en draait om de ervaring en leervraag. Bransen wil of van het idee dat er tig jaren ervaring nodig is voor het betreden van het werkveld. Ervaring doe je op in het werkveld voordat je doorstudeert.
.
187 Leervraag
- 187 Vanuit het werkveld ontstaat een leervraag omdat je iets niet weet of kent. Vanuit daar kan worden doorgestudeerd.
.
189 Institutionele voorwaarden
- 189 De tweede afspraak zijn de institutionele voorwaarden, hierbij spelen verschillende belangen een rol.
.
190 De opleiding
- 190 Als eerste het opleidingsaanbod dat is gefocust op wat de opleiding te bieden heeft in plaats van wat de leerling wil leren.
.
192 De beroepsgroep
- 192 Daarnaast wil Bransen de strakke grenzen van de beroepsgroep verbreken. Ook professionals hebben behoefte aan hun eigen autonomie.
.
193 Werkgever
- 193 Als derde speelt de rol van de werkgever een belang. De werkgever moet zijn belangen niet voor het belang van zijn werknemer stellen.
.
194 De maatschappelijke opdrachtgever
- 195 Deze werkgever heeft natuurlijk zijn eigen opdrachtgevers maar in feite is, zo stelt Bransen, de maatschappij uiteindelijk de echte opdrachtgever. Er moet educatieve vrijheid Het onderwijstraject moet geen eisen stellen aan wat er uiteindelijk geleverd moet worden aan resultaten. Maar er moet wel kritisch gekeken worden naar wat een leerling kan leveren voor de maatschappij.
.
197 Financiële voorwaarde:
- 197 Hierbij speelt de laatste afspraak een rol, de financiële voorwaarde. Bransen stelt voor het hoger onderwijs niet meer met [–9–] publieke middelen te financieren. Bransen stelt voor elke jongere een voucher te overhandigen voor post-initieel onderwijs. Deze kan worden ingeruild wanneer er een leervraag is ontstaan na ervaring opdoen in het werkveld.
- 199 Daarnaast moet de marktwerking van het onderwijs verdwijnen, er moet geen geld worden verdiend aan het onderwijs.
.
199 Een vrijplaats voor het onderwijs
- Bransen sluit af met zijn ideaalbeeld voor het onderwijs. Zowel docent als student doen onderzoek naar dingen die ze nog niet weten. De docent heeft hierbij natuurlijk wel ervaring. De student helpt hem dingen vanuit een andere hoek te bekijken. Leren en werken gaat hand in hand in de ideale onderwijsvorm. Ouderen en jongeren vinden elkaar in het onderwijs en vormen elkaar.
.
OVER JAN BRANSEN
Jan Bransen is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarnaast schrijft Bransen blogs, wetenschappelijke publicaties en verschijnt regelmatig in verschillende podcasts over het onderwijs. Bransen schreef onder andere blogs over het nut van wel of niet studeren, de lengte van het onderwijs en het belang van toetsen in het onderwijs. Deze blogs zijn te lezen op zijn website: www.janbransen.nl
.
.
VERDER LEZEN
Enkele suggesties om je kennis over het onderwerp uit te breiden:
- Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Ethiek, politie en democratie. Gert Biesta. Den Haag: Boom Lemma, 2012.
- Het is tijd om te vallen, lieve prinsen en prinsesjes. Jan Bransen. De Volkskrant, 3 oktober 2014.
- Laat je niets wijsmaken. Over de macht van experts en de kracht van gezond verstand. Jan Bransen. Zoetermeer: Klement, 2013.
- Oude en nieuwe ongelijkheid. Over het failliet van het verheffingsideaal. Kees Vuyk. Utrecht: Klement, 2017.
.
Recensies
- https://leren.home.blog/2019/02/26/leren-wie-je-wilt-ziin/
- https://nivoz.nl/nl/onderwijs-als-mensenwerk
- https://nivoz.nl/nl/boekbespreking-gevormd-of-vervormd
- https://bazarow.com/recensie/gevormd-of-vervormd-pleidooi-voor-ander-onderwijs/
- https://blog.pedagogiek.nu/blog/2020/07/22/over-het-fundament-van-een-volstrekt-nieuw-en-ander-onderwijsstelsel/
.
Discussievragen
De vragen zijn bedoeld als handreiking om tot een gesprek te komen. U kunt ze allemaal bespreken of er een keuze uit maken, bijvoorbeeld dat ieder lid van de groep enkele vragen voordraagt voor bespreking. U kunt natuurlijk altijd uw eigen vragen bespreken.
- Herinner jij je eerste onvoldoende nog op de middelbare school? Wat was je reactie daarop? En hoe kijk je daar nu op terug?
- Bransen is kritisch over de rol van de leraar in het onderwijs. Hoe kijk jij hiernaar? Ben je het met Bransen eens?
- Hoe zou jij een onderwijsstelsel zonder toetsen voor je zien? Zou je hier voorstander of tegenstander van zijn?
- Ben je het eens met het dramaturgisch model dat Bransen schetst van de samenleving?