laatste wijziging: 01-11-2017

schrift

De eerste overlevering van ideeën ging van mond tot mond. Daarna kon de mens ook op schrift gestelde ideeën uitwisselen.

Het schrift werd in eerste instantie gebruikt om gebeurtenissen en handelsovereenkomsten op te schrijven. Het is hierdoor een belangrijke bron voor de geschiedenis van volkeren en culturen. Duizenden jaren geleden kwamen de eerste niet-nomadische culturen tot bloei. In plaats van rond te trekken, vingen en domesticeerden deze mensen dieren en ze verbouwden groenten en andere gewassen. Dit bracht vele veranderingen met zich mee, waaronder de mogelijkheid dingen op te slaan en te verhandelen. Hierbij ontstonden de eerste kunstmatige geheugensystemen, waarmee men de handel ging documenteren. Uit deze vroege geheugensystemen ontwikkelde zich ook het schrift. Het schrift maakte het mogelijk ook zaken vast te leggen die niet met de handel te maken hadden, zoals de verhalen die tot dan toe alleen mondeling overgedragen konden worden.

Vermoedelijk ontstond het schrift zo’n 5.000 tot 6.000 jaar geleden, rond 3500 v.Chr., in Sumer en later in zeer uiteenlopende gebieden van de wereld, zoals Egypte, de Indusvallei en China en (tussen 1200 en 400 v.Chr.) ook in Meso-Amerika. Waarschijnlijk is het schrift vanuit Mesopotamië verspreid naar de Indusvallei en naar Egypte. Aangenomen wordt dat het Chinese schrift onafhankelijk daarvan is ontwikkeld.

Over het algemeen ziet men in de geschiedenis een soort ontwikkeling van pictografisch schrift (ieder begrip heeft een eigen schriftteken) via lettergrepenschrift (vereenvoudigd beeldschrift) naar alfabetisch schrift (alleen klinkers en/of medeklinkers hebben een schriftteken) omdat dit laatste gemakkelijker aan te leren is. Alfabetisch schrift heeft maar een paar tientallen tekens nodig om mee te kunnen schrijven en lezen in tegenstelling tot de duizenden tekens van beeldschriften.

 

Eenvoudig model van het schrijfproces vanuit de gedachte naar het geschreven woord. Weergegeven is de directe route

Schrijven is een van de manieren waarop taal kan worden gebruikt. Taalgebruik is namelijk gebaseerd op het vermogen geschreven of gesproken taal te begrijpen of te produceren. Bij schrijven gaat het om het produceren van geschreven woorden en zinnen.