laatste wijziging: 01-11-2017

835 1925 – 1995 Deleuze

Gilles Deleuze was een Frans filosoof en een centrale figuur in het postmodernisme. Deleuze beschouwde zichzelf als een empirist en een vitalist. Hij wordt wel gezien als een postmoderne denker, of meer specifiek een poststructuralist, zoals ook bijvoorbeeld Michel Foucault en Jacques Derrida. Zelf wees hij de notie van ‘postmoderniteit’ af. Samen met deze beide filosofen wordt hij ook wel beschouwd als differentiedenker. Naast overeenkomsten zijn er echter ook aanzienlijke verschillen met beide denkers.

Filosofie was voor Deleuze niet een losstaande reflectie op de wereld, maar een schepping van nieuwe ideeën en concepten in de wereld. Vooral in zijn latere werk was hij zeer kritisch over de gangbare academische manier van filosoferen, met name de herhaling van oude denkers die daarin een belangrijke rol speelt:  zijn eigen opleiding typeerde hij zelfs als een “scholastiek erger dan de middeleeuwen”.

Deleuze’s ideeën zijn terug te vinden in veel hedendaagse politiek studies over globalisering (bijvoorbeeld in het werk van Antonio Negri en Michael Hardt) en hebben ook een bescheiden invloed gehad op het gebied van de film- en mediastudies. Zijn werk heeft ook diverse kunstenaars en architecten beïnvloed.

Deleuze verzet zich tegen het conventionele “beeld van het denken”. Dit beeld van het denken veronderstelt een subject dat de wereld in ideeën en begrippen vat. De veranderlijke, permanent in wording zijnde materiële werkelijkheid wordt hier ondergeschikt gemaakt aan de representatie, aan de waarneembare en/of denkbare vorm ervan. Filosoferen komt voor Deleuze weliswaar neer op concepten creëren en uitvinden, maar dit gebeurt niet vanuit een intentioneel denkend subject, maar vanuit een onpersoonlijke, pre-individuele “intuïtie”. De nieuwe concepten in de filosofie van Deleuze zijn een effect van de ontmoeting met gebeurtenissen. Ze zijn geen reflectie op of representatie van objecten. Zowel het subject, de mens, als het object is van deze concepten een afgeleide.

Voor Deleuze staat niets op zichzelf. Er bestaat niet zoiets als de Natuur, de Liefde, of Nederland. Alles is in verandering en alles is contingent. Volgens Deleuze is de realiteit “schizofreen”, waarmee hij bedoelt dat er niet zoiets is als een vaste ordening. En deze realiteit moet volgens hem begrepen worden als een “machine”: alles en iedereen moet zich een weg door het bestaan banen, zonder te kunnen bogen op een hoger plan of vaststaand ontwerp.
Dit “machinale denken” van Deleuze geeft ons nieuwe en broodnodige perspectieven op ons beeld van de wereld en op de problemen van onze tijd. Zo blijken zijn analyses van de vorming van onze psyche en de werking van het kapitalisme nog niets van hun relevantie te hebben verloren.