laatste wijziging: 01-11-2017

562 1623-1662 Pascal

Blaise Pascal was een Franse wis- en natuurkundige, christelijk filosoof en theoloog.
Hij wordt vaak als tegenpool gezien van zijn tijdgenoot Descartes, die aan de basis stond van het rationalisme. Pascal zag de mens als een mysterie: het denken kan dan wel tot meer inzicht leiden, maar dat mysterie zal nooit geheel in begrippen te vatten zijn. Dit komt vooral tot uiting in zijn laatste werk Pensées.

Pascal toonde proefondervindelijk aan dat de luchtdruk op verschillende hoogten verschilt (door de hoogte van kwik in een buis op verschillende hoogten te meten). Hoe lager de meting werd uitgevoerd, hoe hoger het kwik in de buis steeg, dus hoe hoger ook de luchtdruk moest zijn op dat niveau en omgekeerd. Daarmee werd tevens vastgesteld dat de atmosfeer eindig is: de luchtdruk is het grootst net boven de grond (zeeniveau); deze moet gelijk zijn aan het gewicht van de totale luchtkolom boven een oppervlakte-eenheid. Zo kwam hij vrij nauwkeurig aan het gewicht van de totale atmosfeer. Pierre Gassendi roemde de ontdekking van deze “uitzonderlijke onvergetelijke jongeman” met de uitspraak: “Wat hij gedaan heeft, heeft niemand voor hem ooit klaargespeeld; na hem kan iedereen het doen”. Pascal zelf overzag de gevolgen van deze onontkoombare conclusies toen niet, maar in feite betekende dit een omwenteling in de astronomie.

Met deze proeven zette Pascal de toon wat betreft experimentele bewijsvoering. Tot dan toe was de wetenschap niet gebaseerd op proefondervindelijke aantoonbaarheid, eerder op logica en theoretische deductie. Vooral door Pascals werk veranderde dat, al moeten in dit verband zijn voorgangers Galileo Galileï (1564-1642) en nog eerder Leonardo da Vinci (1452-1519) ook genoemd worden.

Pascal liet de Pensées (Gedachten) na, een op onderwerp gerangschikte verzameling losse notities die waren bedoeld als voorbereiding van een onvoltooide apologie van het christelijk geloof. Het is een ongepolijste verwoording van Pascals inzichten in godsdienstige waarheden en allerlei aspecten van het menselijk leven. Door zijn vroege dood heeft hij het werk niet kunnen afmaken. In zijn tekst komt de mens naar voren als een wezen dat gekenmerkt wordt door gespletenheid en ambiguïteit en dat daardoor onophoudelijk moet kiezen. Zowel de misère (nietigheid) als de grandeur (grootheid) van het menselijk bestaan komen erin tot uiting.
Bekend is ook zijn uitspraak (opgenomen in de Pensées) dat men volgens de kansrekening wel in God moet geloven: als deze namelijk bestaat, is de winst voor de gelovige oneindig. Bestaat God niet, dan verliest men niets (le pari, de gok). Deze redenering staat bekend als de Gok van Pascal, of ook wel “Het Waagstuk van Pascal”.

Citaten: