laatste wijziging: 01-11-2017

726c Fenomenologie : Het lichaam

In de fenomenologie van Merleau-Ponty staat ook het menselijk lichaam centraal. Hij bekritiseerde Husserl’s onderscheid tussen noesis en noema, dat volgens Merleau-Ponty niet opgaat voor zaken zoals het menselijk lichaam, de tijdsperceptie en de Ander. Het lichaam bijvoorbeeld is niet zomaar een object als alle andere objecten in de wereld. Zo is het lichaam net dat ‘object’ dat al onze ervaringen mogelijk maakt, maar tegelijkertijd ook beperkt. Het bepaalt onze plaats in de wereld: het lichaam is het perspectief van waaruit men de wereld waarneemt.

De nadruk in Merleau-Ponty ‘s filosofie lag dan ook op de relatie tussen een persoon en zijn lichaam of net de eenheid tussen beide.

Bekend zijn de voorbeelden van fantoompijn: personen die na een amputatie nog steeds zaken voelen in de verwijderde ledemaat. Dit kan niet begrepen worden in het klassieke schema van het zuivere bewustzijn dat volledig losstaat van het lichaam. In die zin is het lichaam ook geen object waartegenover we dezelfde afstand kunnen nemen zoals bij andere objecten. Het paradoxale ervan bestaat in het feit dat we het lichaam slechts kunnen waarnemen via het lichaam zelf: de zintuigen maken deel uit van het lichaam. In die zin is de mens nooit in staat het eigen lichaam in zijn geheel waar te nemen.

Het lichaam heeft dus een nauwe band met het bewustzijn en Merleau-Ponty wijst dan ook het dualisme van Descartes van de hand:

"Het lichaam is geen neutraal object in de wereld zoals een ander object dat is, zij maakt echter net de waarneming mogelijk en wij zijn dus in zekere zin ons lichaam (in plaats van "wij bezitten ons lichaam")".

Merleau-Ponty spreekt ook wel van het doorleefde lichaam (le corps vécu) of ‘lichaam-subject’ (le corps-sujet). Dit niet inzien is een fout die zowel het rationalisme en empirisme maken, die het lichaam en de geest apart denken.