laatste wijziging: 26-05-2019

741 1872 – 1970 Russell


[Russells] theorie van beschrijving is een standaardinstrument van de logische analyse geworden

Bertrand Russell was in de vorige eeuw de beroemdste moderne filosoof van Groot-Brittannië en zijn magistrale “Geschiedenis der westerse filosofie” is nog altijd een klassieker. Russell werd beroemd met zijn gedeeltelijk geslaagde poging om aan te tonen dat de wiskunde op de logica is gegrondvest. Hij gaf het project uiteindelijk op en maakte naam met zijn werk in de logische analyse en in brede kring met zijn humanistische sociale filosofie.

Russell zelf zag geen verband en die twee richtingen in zijn denken, hij zei over die laatste:

“Bij die vraagstukken schreef ik niet als filosoof; ik schreef als een mens die leed onder de toestand van de wereld, die een manier wilde vinden om die te verbeteren en die in gewone woorden wenste te spreken tegen anderen met vergelijkbare gevoelens”

Critici zouden kunnen zeggen dat dit nu juist is wat filosofie hoort te zijn in plaats van formeel werk in de logische analyse, maar dat was niet de opvatting van Russell. Russell was actief op alle traditionele terreinen van de filosofie en in zijn werk zijn veel van de nieuwe ideeën uit de eerste helft van de twintigste eeuw terug te vinden. Hij bleef zijn leven lang zijn denken veranderen en ontwikkelen. Maar algemeen wordt het werk dat hij aan het begin van de eeuw deed als zijn belangrijkste gezien.

Met zijn werk aan de semantische problemen van betekenis en referentie loste Russell een oud filosofisch probleem op met zijn beroemde “theorie van beschrijving”.

Het probleem komt voort uit het beslissen of een zin waar of onwaar moet worden genoemd als die nergens aan refereert.

Een voorbeeld: De huidige koning van Frankrijk is kaal. [1]  Maar er bestaat geen ‘huidige koning van Frankrijk’; is een zin van dit type daarmee onwaar of betekenisloos?

Beide mogelijkheden leiden tot problemen:

Russell kwam met een ingenieus antwoord. Hij stelde dat dergelijk zinnen beschrijvingen zijn die uit een samentrekking van diverse beweringen bestaan.

Vervolgens kunnen we formeel beslissen over de proposities. Het voorbeeld is een samentrekking van proposities waarvan de eerste onwaar is (er is een koning van Frankrijk). Logisch gezien is elke samentrekking van proposities onwaar als een van de proposities onwaar is. Het doet er dus niet toe of de andere proposities waar of onwaar zijn, de samentrekking is altijd onwaar. De theorie van de beschrijving is een standaard instrument geworden in de logische analyse omdat we daardoor weten hoe het mogelijk is betekenisvol te praten over dingen die niet bestaan. Dit is van essentieel belang voor taalfilosofen die aan betekenistheorie werken en de betekenis van woorden met dingen in de wereld proberen te verbinden. Want als die de onderliggende basis van betekenis zijn, zijn beweringen over niet-bestaande dingen zeker problematisch zonder de analyse van Russell.