161 wetenschapsfilosofie
BRONNEN:
- https://www.tilburguniversity.edu/nl/over/schools/geesteswetenschappen/dfi/wijzer/wetenschapsfilosofie/
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Wetenschapsfilosofie
- https://filosofieeric.files.wordpress.com/2015/11/wetenschapsfilosofie.pdf
- https://worldsupporter.org/nl/summaries/hoorcollegeaantekeningen-wetenschapsfilosofie-empirisme-rationalisme
Wetenschapsfilosofie is een discipline van de filosofie die zich bezighoudt met het kritisch onderzoek naar de vooronderstellingen, de methoden en de resultaten van de wetenschappen. Daarbij rekent ze behalve de natuurwetenschappen bijvoorbeeld ook de sociale wetenschappen, de psychologie en de economie tot haar studiegebied.
De wetenschapsfilosofie heeft zich expliciet gebogen over de vraag wat ‘wetenschap’ is, en is tot de opmerkelijke conclusie gekomen …
dat we eigenlijk niet goed weten wat wetenschap tot wetenschap maakt!
TO DO: overpeinzing 26-03-2017 zie recorder
Wetenschapsfilosofie heeft:
- Een normatieve taak: dit leidt tot de eis van filosofische of epistemologische adequaatheid: een wetenschapstheorie moet overeenkomen met filosofische ideeën.
- Een descriptieve taak: De eis van historische adequaatheid – dat de beschrijving overeenkomt met hoe wetenschap werkelijk bedreven wordt.
Het werk The Structure of Scientific Revolutions van Thomas Kuhn maakte dat de nadruk van de eerste verschoof naar de tweede.
Enkele antwoorden die beroemde wetenschapsfilosofen op die vraag gegeven hebben:
- Het antwoord van de ‘logisch-empiristische’ Wiener Kreis , een groep wetenschappers (!) en wetenschapsfilosofen rondom Moritz Schlick, Otto Neurath en Rudolf Carnap die in 1929 een beroemd geworden manifest publiceerde ( Wissenschaftliche Weltauffassung der Wiener Kreis ), luidde als volgt: een hypothese is wetenschappelijk wanneer die hypothese bevestigd kan worden door middel van de zintuigelijke waarneming.
- Karl Popper was juist van mening dat een hypothese wetenschappelijk is wanneer die hypothese weerlegd kan worden door een beroep te doen op de empirie. Als je iets 73 keer constateert is het waarschijnlijk in het 74ste geval ook zo, maar dat is nooit helemaal zeker. Maar als je iets al is het maar één keer weerlegt heb je een stukje definitieve kennis, stelde Popper. Hij werkte dit ‘falsificationisme‘ uit in zijn boek The Logic of Scientific Discovery (1959).
- Thomas Kuhn kwam vervolgens met een radicaal andere visie. De geschiedenis van de wetenschap laat een reeks van elkaar opvolgende paradigma’s zien, argumenteerde hij, met daar tussenin zogenaamde wetenschappelijk revoluties. Paradigma’s zijn grote complexen van samenhangende hypothesen, intern consistent maar onderling niet. Het ene paradigma wisselt het andere af, en telkens heeft men weer een andere visie op wat goede wetenschap en betrouwbare kennis is. Wat de beste visie is – daarvoor hebben we geen criteria. Dit wordt ontwikkeld in zijn beruchte The Structure of Scientific Revolutions (1962/1970).
- Imre Lakatos op zijn beurt tracht de geschiedenis van de wetenschap weer anders te interpreteren. Hij meent geen elkaar opvolgende paradigma’s te zien zoals Kuhn, maar eerder een grote hoeveelheid gelijktijdige, concurrerende wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s. En volgens hem blijkt op de langere duur wel degelijk welk daarvan het zich het beste handhaaft, en dus het meest wetenschappelijke is. In 1970 schrijft Lakatos daarover een lang artikel, ‘Falsification and the Methodology of Scientific Research Programmes’, waarin hij dit antwoord geeft op de vraag wat wetenschap is. Op deze manier is de uitvoerige, nog altijd voortwoedende discussie ontstaan tussen empiristen, falsificationisten, ‘Kuhnianen’ en ‘Lakatosianen’ over de werkelijke aard van ‘wetenschap’.
- Het antwoord van de excentriekeling Paul Feyerabend op deze discussie en de vraag naar de aard van wetenschap mag niet ongenoemd blijven. Feyerabend staat bekend als een anarchistische wetenschapsfilosoof sinds hij in 1975 zijn boek Against Method publiceerde, bedoeld als een antwoord op Lakatos. Volgens hem kan geen enkele methode van onderzoek aanspraak maken op de enige echte wetenschappelijke methode. Als er al een regel te vinden is voor wetenschappelijk onderzoek, stelt hij, dan is het de regel dat er geen vaststaande regels voor wetenschappelijk onderzoek zijn — ‘anything goes’!
Wanneer we de balans opmaken zien we dus een hele reeks van antwoorden op de vraag wat wetenschap is. Je zou dus kunnen concluderen dat op z’n minst onduidelijk is wat wetenschap eigenlijk is. Dit maakt de wetenschapsfilosofie tot een discipline waar heel veel werk te doen is, temeer omdat wetenschap nog tal van andere problemen met zich meebrengt:
- Zijn de sociale wetenschappen van dezelfde aard als de natuurwetenschappen?
- Wat is de status van de psychologische wetenschappen? Verwijzen termen als ‘elektron’, ‘virus’, maar ook ‘intentie’, ‘opvatting’, naar daadwerkelijk bestaande ‘dingen’?
- Is wetenschap eigenlijk niet een sociaal proces dat bestudeerd moet worden binnen de sociologie?
- Hebben we aan empirische data wel genoeg om te kiezen tussen verschillende hypotheses?
- Hoe is het empirisch bewijsmateriaal te koppelen aan de waarschijnlijkheid van een hypothese?
- Wat is eigenlijk verklaren?