laatste wijziging: 01-11-2017
666a Het communistisch manifest
Het Manifest van de Communistische Partij, kortweg Communistisch Manifest, was het eerste marxistische politieke programma dat opgesteld werd. Het werd geschreven door Karl Marx en Friedrich Engels in 1847, in opdracht van de Bond der Communisten, en in februari 1848 gepubliceerd.
Het Communistisch Manifest bevat een beknopte uiteenzetting van de denkbeelden van Marx en Engels over economie, klassenstrijd en revolutie, die later verder zouden worden uitgebouwd in Das Kapital, en die uiteindelijk de basis vormden voor het marxisme. Het taalgebruik is opzettelijk eenvoudig gehouden opdat het Manifest ook leesbaar zou zijn voor leken, met name ongeschoolde arbeiders.
Het Manifest bestaat uit een inleiding en vier hoofdstukken.
- Het eerste hoofdstuk, Bourgeois en proletariërs, bevat een uitleg van de marxistische geschiedbeschouwing, het historisch materialisme. Centraal begrip is de klassenstrijd, die de “motor” van de geschiedenis is: “De geschiedenis van elke tot nog toe bestaande maatschappij is de geschiedenis van klassenstrijd.”
- In hoofdstuk 2, Proletariërs en communisten, betogen Marx en Engels dat het communisme (als enige stroming) opkomt voor de belangen van het proletariaat. Verder antwoordt het op vele argumenten die tegen het communistische streven in kunnen worden gebracht.
- Hoofdstuk 3, Socialistische en communistische literatuur bevat een behandeling van de belangrijke socialistische denkbeelden die in Marx’ en Engels’ tijd de ronde deden. Hierbij wordt niemand gespaard; met name de Franse anarchist Proudhon moet het ontgelden, maar ook de Duitse socialisten. Deze laatsten verzetten zich volgens Marx en Engels ten onrechte tegen het liberale en nationalistische streven van de Duitse burgerij, dat in het quasi-feodale Duitsland juist als een progressief streven zou moeten worden omarmd door de arbeidersbeweging.
- Het korte, afsluitende vierde hoofdstuk van het Manifest heet Standpunt (of Verhouding) van de communisten ten aanzien van (tot) de verschillende oppositionele partijen (afhankelijk van de editie) en vormt vooral een oproep tot opstand. Dit komt het sterkst naar voren in de laatste drie, beroemd geworden zinnen: “De proletariërs hebben daarbij niets dan ketenen te verliezen. Zij hebben een wereld te winnen. Proletariërs aller landen, verenigt U!”