laatste wijziging: 01-11-2017
460 1540 – 1640 Renaissance en wetenschap
Op basis van een nieuw wetenschapsbegrip en methodologisch bewustzijn wordt er een aanzet gegeven naar de moderne natuurkunde.
- Nicolaas Copernicus (1473 – 1543) legt in het boek De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen der hemellichamen) de basis voor het het heliocentrische wereldbeeld. De aarde is niet langer meer het middelpunt van het heelal. De aarde blijkt om de zon te draaien! Het boek werd voor het eerst gedrukt in 1543 en beschrijft een heliocentrisch model voor het zonnestelsel, dat ingaat tegen het in die tijd algemeen aanvaarde geocentrisch model van Ptolemaeus.
- Galileo Galilei (1564 – 1642) verbeterde in 1610 de eerste telescopen en constateerde de fasen van Venus in 1610 en de manen van Jupiter. Hij kwam tot de conclusie dat de Zon in het midden van ons zonnestelsel Hij wordt beschouwd als de vader van de moderne astronomie.
- Johannes Kepler (1571 – 1630) bestudeerde de hemelmechanica en berekende de planeetbewegingen en de daarover geformuleerde wetten, de Wetten van Kepler. Deze 3 natuurkundige wetten, die de baan en beweging van een hemellichaam om een ander hemellichaam beschrijven worden behandeld in het tweelichamenprobleem. Voorbeelden zijn planeten rond een ster, een satelliet rond een planeet, de Maan rond de Aarde, dubbelsterren om elkaar en kometen om de zon. De Wetten van Kepler beschrijven de planeetbanen rond de zon en maken deel uit van de klassieke mechanica. Hij voert als eerste het begrip oneindig in de wetenschap in.
- Francis Bacon wordt de vader van het empirisme genoemd.
TO DO: Zie verder de pagina: ##Het heliocentrisch wereldbeeld##
TO DO: http://www.kabk.nl/perspectief/geschiedenis/tot-1500.htm