laatste wijziging: 19-05-2018

566 1713-1784 Diderot

BRONNEN:

19-05-2018 TO DO Filosofische gedachten

Naast Rousseau en Voltaire wordt Diderot als de derde grote figuur van de Verlichting gezien.

De “Verlichting” verwijst naar de ideeën en houdingen die aan het eind van de zeventiende en in de achttiende eeuw in Europa opkwamen. Binnen de Verlichting komen diverse, soms tegenstrijdige denklijnen voor, maar allemaal zijn ze gericht op het doorbreken van de macht van de dogmatische godsdienst en het zich bevrijden van de ketenen van bijgeloof door het gebruik van de rede. Ook feodale sociale relaties en het politieke absolutisme werden verworpen.

De Verlichting, geïnspireerd door de nieuwe wetenschap van Galilei en Newton, is het begin van het “tijdperk van de rede”. Het was een periode van conflict tussen de kerk, die het intellectuele leven traditioneel domineerde, en de onderzoekende geest, die worstelt om de wereld te kennen en te begrijpen via de rede. De denkers van de Verlichting meenden dat de waarheid gevonden kon worden via een combinatie van rede, empirische observatie en een gezonde dosis systematische en kritische twijfel. Aan dat alles lag een fundamenteel geloof ten grondslag dat het universum in essentie een rationele progressie is.

De werken van Diderot vielen net als die van Voltaire niet goed bij de censuur en ook hij werd gearresteerd en gevangen gezet voor het propageren van een vorm van materialistisch atheïsme. Ondanks een gevangenschap van drie maanden voltooide en publiceerde Diderot in 1751 het eerste deel van de Encyclopedie. In de volgende twintig jaar verschenen er nog zestien delen, vergezeld van elf delen met afbeeldingen, ondanks talrijke pogingen van de autoriteiten om dat te verhinderen. De mederedacteur van Diderot hield het in 1758 na publicatie van het zevende deel voor gezien uit angst voor censuur. Zelfs de uitgever, Le Breton, liet buiten medeweten van Diderot stiekem bepaalde stukken weg uit de definitieve, gecorrigeerde drukproeven. Diderot liet zich echter niet ontmoedigen, al was hij diep geschokt toen hij achter de misleiding van Le Breton kwam. Diderot schreef nog een aantal andere werken waarin hij zijn materialistische filosofie uiteenzette en hij gaf blijk van enkele opmerkelijke inzichten in de biologie en de scheikunde die vooruitliepen op latere ontwikkelingen. Vooral zijn speculaties over de oorsprong van het leven, waarin geen noodzaak was voor goddelijke interventie, zijn een opmerkelijke voorloper van de evolutietheorie van Darwin. Hij liep op Freud vooruit met zijn stelling dat ervaringen in de jeugd van invloed zijn op de ontwikkeling van morele waarden. Het tijdperk van de Verlichting had een enorme invloed op de ontwikkeling van het westerse den-ken, maar mislukte uiteindelijk door de te grote nadruk op rede en rationaliteit ten koste van andere menselijke eigenschappen. Zowel Hume als Kant had daar kritiek op. Hume zei dat de rede niet meer dan de slaaf van de passies is. De rede speelt met andere woorden een belangrijke rol in het ver-wezenlijken van onze verlangens, maar is niet de fundamentele drijvende kracht van de mensheid, laat staan van het universum.

 

93