laatste wijziging: 06-11-2017

159 Z Ziel

De ziel is . . .

Onderstaand stukje is van Wouter Dijk:

De ziel is het terrein van de filosofen. De evolutietheorie verwerpt het idee dat mijn ware zelf een ondeelbare onveranderlijke potentieel eeuwige essentie is. Alsjeblieft das geen kattepis. De ziel bestaat niet zegt Harari. Dood is dood.  Dit is een onderdeel van de al oude filosofische discussie tussen de rationalisten en de empiristen.

PREMISSE: “De ziel heeft geen onderdelen en dus kan ze niet evolutionair ontstaan zijn”.

Harari vergeet gemakshalve dat de ziel van de mens ontstaan is uit de angst voor de dood en de behoefte aan onsterfelijkheid. Iets waar zijn boek toch maar mooi mee begon. De mens wil ‘de dood’ overleven, haar niet definitief maken. Door zijn ziel naar het hiernamaals te zenden overleefde het de dood. Daarvoor riep men allerlei rituelen in het leven. Tot hele religies en de daarbij behorende goden, dansen. Bouwsels van hunebedden tot piramides, tempels, kathedralen en kerken. De ziel is gekoppeld aan een geloof in o.a goden. Het geloof is evolutionair ontwikkeld, het bied een grotere kans op overleven (in het hiernamaals)

Ergo: de ziel is de eeuwige ziel? Want als de ziel doodgaat als een mens sterft, wat is dan de definitie van de ziel?

Harari staaft zijn bewering dat de ziel niet bestaat met het feit dat deze niet uit onderdelen bestaat (117) die langzaam evolutionair ontwikkeld is maar dat is elke emotie ook niet. Angst is ook niet in onderdelen ontstaan. Maar ze bestaat wel degelijk. Maar goed bestaat de ziel nu wel of niet.  Ik voor mij zelf hanteer de mening dat als je in iets gelooft je met beweren dat het niet bestaat. Als je beweert het bestaat, hoef je het niet meer te geloven. Dus op de vraag of en ziel of god bestaat is geen antwoord te geven omdat hetgeen “weten” vraag is. Je kunt niet weten of god bestaat of een ziel. Dus zeg ik: God bestaat niet, maar ik geloof het wel. De ziel bestaat niet, maar ik geloof het wel.

Wat mij betreft kunnen we hierover een aparte discussie gehouden over datgene wat materie, geest en ziel is.  Voor zover het mij nu bekend is is het afhankelijk van de definitie van deze begrippen. Met betrekking tot het weten en geloven: hier zou ik er de visie van Kant in de kritiek van de zuivere rede op loslaten.