laatste wijziging: 08-06-2019
746b Woorden maken volzinnen
Een voorbeeld van een volzin
: ” De kat ligt op de mat “
woord |
woord |
|||
De kat |
ligt op |
de mat
|
||
ding
|
ding
|
-> | ding
|
- Een volzin geeft een uitspraak m.b.t. de waarheid over het ding in de wereld
- Een volzin kun je toetsen op een waarheidsgehalte
- Heel veel volzinnen kun je NIET toetsen (“De democratie is de beste regeringsvorm”)
- Uiteindelijk is het beeld OOK een woord
ding |
activiteit |
ding |
De kat |
vliegt door |
de lucht |
De betekenis kan dus niet los gezien worden van de activiteiten en het gedrag van de taal, de relatie tussen taal, gedachte en werkelijkheid.
- Taal is volgens Wittgenstein de waarneembare vorm van denken en is verbonden met de werkelijkheid door een algemene logische vorm of structuur.
- In navolging van Frege stelt hij dat de betekenis van linguïstische (taalkundige) uitdrukkingen bepaald moet worden door de aard van de wereld, omdat anders de betekenis van een uitdrukking geïnfecteerd raakt met vaagheid en onzekerheid.
- Aan Russell ontleende hij het idee dat zowel taal als de wereld begrepen moeten worden in termen van de samenstellende of atomische delen.
- Maar Wittgenstein ging verder dan zijn leermeesters door te beweren dat de onderliggende logische structuur van zinnen een exacte afspiegeling of afbeelding moet vormen van de essentiële structuur van de wereld.
Dit zou de “beeldtheorie” van betekenis genoemd worden: zinnen zijn representaties – letterlijk afbeeldingen – van mogelijke toestanden. Omdat logische orde noodzakelijk is voor betekenis, stelde Wittgenstein dat gewone taal niet logisch imperfect kan zijn, zoals zowel Russell als Frege dacht.
* “Denken drukt zich uit via de taal, dit is een essentiële relatie’ (Wittgenstein, 1953: 173). Wittgenstein noemt de taal in dit verband het voertuig van het denken.