laatste wijziging: 22-10-2018

656 1790 – 1890 Romantiek

De romantiek, ook wel geschreven als Romantiek wanneer er specifiek op de betreffende historische periode gedoeld wordt, was een stroming in de westerse cultuur die zich vooral aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw sterk deed gelden in de kunst (beeldende kunst, literatuur en muziek) en het intellectuele leven van met name Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, maar ook in België en Nederland. Het was voor alles een tegenreactie op de Verlichting, die eraan vooraf was gegaan.

Tijdens de Romantiek werd de subjectieve ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan.

De naam romantiek is ontleend aan de middeleeuwse romances – verhalen waarin feilbare mensen de droom van volmaaktheid najagen. Aanvankelijk had het woord niet de misprijzende bijbetekenis die tegenwoordig aan een woord als sentimenteel kleeft.

De Franse revolutie speelde een belangrijke, bezielende rol in de verandering van geestelijk klimaat aan het eind van de 18e eeuw. De eerste fase van de Franse Revolutie werd gemarkeerd door de opstelling van de Verklaring van de rechten van de mens en de burger en de bestorming van de Bastille om de politieke gevangenen te bevrijden en kreeg vooral in Engeland enthousiaste bijval.

Twee invloedrijke geschriften getuigen van de radicale sociale denkwijze die door de revolutie was gestimuleerd:

Later zouden romantische sympathisanten echter afgeschrikt worden door de gruwelijke ontwikkelingen van de Franse Revolutie. Na de machtsovername van jacobijnse extremisten volgden de ‘Septembermoorden‘ van 1792, de terechtstelling van de koninklijke familie, Frankrijks expansieve politiek waardoor ook de Nederlanden werden aangevallen, het schrikbewind van Robespierre en de Napoleontische oorlogen en die kregen weinig sympathie in Engeland of in continentaal Europa.

Deze gevoelens werden door de romantische dichter William Wordsworth in zijn gedicht The Prelude[2] als volgt vertolkt:[3]

…become oppressors in their turn, Frenchmen had changed a war of self-defence For one of Conquest, losing sight of all Which they had struggled for…”

Ook te vermelden is dat schrijvers als Wordsworth en Coleridge niet naar zichzelf verwezen als ‘romantici‘, een term die pas een halve eeuw later door Engelse historici gebruikt zou worden. Tijdgenoten (critici en dergelijke) zagen hen eerder als speciale individuen of brachten hen onder in een of andere ‘school’, zoals de Lake School (zie Lake Poets) van Wordsworth, Coleridge en Robert Southey, de ‘Cockney School‘ van Londenaars zoals Leigh Hunt, William Hazlitt en ook John Keats, en de ‘Satanic School‘ van Byron, Shelley en hun volgelingen.

De Romantiek is niet zozeer te beschouwen als stijlperiode, maar eerder als geestesrichting, waaraan alle sociale klassen konden participeren: boeren, burgers, werklieden, maar ook vrouwen zoals de schrijfster en feministe Mary Wollstonecraft.

Huidig tijdperk

De mentaliteit van de volbloed romanticus valt samen te vatten met het nog steeds modieuze begrip jezelf ontdekken. De romanticus zag de hartstocht die hij in zichzelf ontwaarde terug in andere levensvormen. Plaatsen die nog niet door de menselijke ratio waren bezoedeld kregen de eretitel natuur. Diverse onder invloed van de Romantiek tot bloei gekomen verschijnselen zijn nog lang invloedrijk gebleven. Sommige cultuurbeschouwers menen zelfs dat we, vanwege onze grote waardering voor het individuele gevoelsleven, nog steeds in het tijdperk van de Romantiek leven.

Historische afbakening

De bloeiperiode van de romantiek liep van ca. 1795 tot ca. 1848. De romantiek wordt verder onderverdeeld in drie subperiodes:

Kenmerken

Emotionaliteit

Tijdens de Romantiek werd de overwaardering van de rationele zijde van de mens die de eeuw ervoor had gekenmerkt stevig op de korrel genomen. Men beschouwde het rationalisme van de 18ste eeuw nu als een vernauwing van het bewustzijn. Romantici keerden zich tegen de koele onverschillige objectiviteit van rationalistische denkers en de wetenschap. Men verzet zich tegen de overheersing van wetenschap en technologie. Zo werd Isaac Newton wel eens bestempeld als de ‘vleesgeworden duivel’ door William Blake.

Daartegenover stelde men het gevoel, de fantasie, de verbeelding, de intuïtie, het onderbewuste, het onverklaarbare en het raadselachtige. Deze intense emotionaliteit en verlangen naar het onverklaarbare en de fantasie leidde ook tot een grote hoeveelheid zelfmoorden. Dit wordt wel de Zwarte Romantiek genoemd. Goethe‘s Die Leiden des jungen Werthers, dat eindigt met de zelfmoord van de hoofdpersoon, is hiervan het beste voorbeeld.

Geschiedenis

Romantici vonden zich niet in de vooruitgangsgedachte, maar waren bezorgd voor de toekomst en nostalgisch naar het verleden. Voor sommigen geldt de romantiek daarom als een laatste traditionele reactie tegen de vooruitgang. Tegenover de tijdloze rede van de verlichting stelt de romantiek het historische bewustzijn, de Zeitgeist: de wereld ontwikkelt zich niet volgens een goddelijk heilsplan waarvan de uitkomst vaststaat, maar door individuen met een onbekend einde. Deze opvatting leidde tot het concept De Geschiedenis. Geschiedschrijving werd hierdoor meer dan het noteren van gebeurtenissen. Er moest een verhaal worden ontdekt.

Natuur

De romanticus had een zekere afkeer van de (zich ontwikkelende) industrie, de techniek en de steden. Plekken die nog niet door de menselijke ratio waren bezoedeld kregen de eretitel natuur. In de Romantiek nam de verheerlijking van de natuur bijna religieuze vormen aan. Romantici ontwikkelden een bijzondere waardering voor wildernis omdat zij veronderstelden dat daarin de meest authentieke, pure vorm van natuur te vinden is. Daarnaast ging men uit van een eenheid van mens en natuur.

De aantrekkingskracht van het mysterieuze, de duisternis en de mystiek van leven en dood werd groter. Hierdoor ontstond het idee dat bomen als sparren, cipressen en treurige boomsoorten als wilgen symbolisch de droefheid uitbeeldden. Naast de taxus, het symbool van de onvergankelijkheid, zijn op begraafplaatsen uit deze tijd veel van deze bomen te vinden.

Liefde en vriendschap

### Vriendschap was volgens de romantische levenshouding de belangrijkste vorm van loyaliteit die een mens kende. Vrienden kiest men immers op grond van hun aard. In samenspraak met gelijkgestemde vrienden kan de eigen grillige identiteit nog beter worden onderzocht. Ook de romantische liefde kenmerkt zich door een grote aandacht voor de karakters van de beide geliefden. Voorheen werd partnerkeuze vooral bepaald door maatschappelijke overwegingen. Deze vrijheid leidde ook tot de vrijheid om een ander af te wijzen.

Decadentie

De romanticus probeert zijn subjectieve gevoelswereld zo authentiek mogelijk tot uiting te brengen in de objectieve wereld. Dit houdt, volgens de Kantiaanse vaststelling dat het subjectieve en het objectieve van onvergelijkbare aard zijn, een onmogelijkheid in. Het erkennen van deze onmogelijkheid om authentiek te leven heeft onder romantici geleid tot afwijzing van het maatschappelijk leven in de vorm van ironie, verbittering, hedonisme of decadentie.

Het eigene

Waar de verlichting ervan was uitgegaan dat verschillen tussen individuen en volken geleidelijk zouden verdwijnen, omdat verschillen van inzicht in principe langs rationele weg op te lossen zijn, benadrukte en waardeerde de romantiek het eigene en onderscheidende van individuen en groepen. Elk volk heeft een unieke cultuur en is bijzonder. Elke samenleving, elke natie kent bepaalde karakteristieke cultuuruitingen die samenhangen met haar verleden. Een volk is dus een samenhangende gemeenschap en moet dan ook autonoom zijn en blijven. Regionale gebruiken worden gekoesterd, bestaande culturen moeten behouden blijven. Het 19 de-eeuwse nationalisme, dat de nog vaak tamelijk feodale monarchieën ging ondermijnen, ligt duidelijk in het verlengde hiervan.

Keuzes van de romanticus

Aangezien de romantiek is ontstaan in reactie op de verlichting, kan men de romanticus karakteriseren aan de hand van de tegenstellingen tussen romantiek en verlichting. De romanticus is geneigd te kiezen voor:

Kunst

De romantiek manifesteerde zich in vele takken van kunst. Was de kunstenaar voorheen nog een al dan niet gerespecteerd ambachtsman, tijdens de Romantiek wordt hem, dankzij de toegang die alleen hij tot zijn subjectieve ervaringen heeft, een bijzondere status toegekend, en oorspronkelijke kunst verkrijgt grote waardering. Het gevoel en de verbeelding worden zeer belangrijk geacht. Bij dichters en kunstenaars zijn deze vermogens sterk ontwikkeld. Daarmee staan de kunst en de kunstenaar op eenzame hoogten, en ontstaat de mythe van de geniale kunstenaar. In de meest extreme gevallen leidde dit tot een persoonlijkheidscultus zoals bij Goethe en Byron het geval was. Goethe was overigens geen romanticus, maar er werd door vertegenwoordigers van de romantische beweging in Duitsland rond 1800 wel tegen hem opgekeken, vooral vanwege zijn Sturm und Drang-roman Die Leiden des jungen Werthers; Goethe bedankte echter voor de eer, hun geestelijke vader te zijn.

De kenmerken van de romantische schilderkunst zijn niet eenduidig, maar kennen als rode draad: de nadruk op de verbeeldingskracht en de subjectieve expressie van de individuele kunstenaar. Vaak wordt de werkelijkheid enigszins geïdealiseerd weergegeven. De natuur wordt ervaren als “bezield”. Daarenboven is er aandacht voor de donkere kanten van het menselijke bestaan, dromen en extreme ervaringen. Bekende schilders uit de Romantiek zijn Delacroix, Constable, Turner en Friedrich.

Vooraanstaande Nederlandse romantische kunstschilders waren Wijnand Nuijen, Barend Cornelis Koekkoek, Bartholomeus Johannes van Hove, Cornelis Springer en Andreas Schelfhout. Typerend voor de Nederlandse romantiek was het gevoel van het nostalgische verlangen, dat zich manifesteerde in typisch Hollandse landschappen, riviergezichten en stadsgezichten. Ook stillevens waren populair. Historiestukken en religieuze onderwerpen verdwenen bijna volledig uit beeld. Zoals vroeger gebruikelijk, schetsen schilders vaak in de buitenlucht, maar schilderijen kwamen tot stand in het atelier. Net als in de zeventiende eeuw gingen kunstschilders vaak op studiereis naar het buitenland, maar nu in groteren getale, dankzij moderne uitvindingen als het spoorwegnet.

De Belgische romantische schilderkunst richtte zich vooral op historische taferelen. Bekende namen waren Edouard De Bièfve, Gustaaf Wappers, Louis Gallait, Nicaise de Keyser, Adèle Kindt, Hendrik Leys en Ferdinand Pauwels.

De romantische literatuur kenmerkt met zich met name door een hernieuwde belangstelling voor het verleden, meer in het bijzonder de middeleeuwen en – met name in Nederland – ook de Gouden Eeuw. De historische roman werd een belangrijk nieuw literair genre. Ook de thema’s natuur en liefde kwamen in de romantische literatuur centraal te staan, zij het veelal op een tragische manier; de geliefde blijft voor eeuwig onbereikbaar, of het noodlot slaat toe net op het moment dat het volmaakte geluk bijna bereikt lijkt. Nog een ander thema dat opbloeide tijdens de Romantiek is het occultisme; aan zaken als het hebben van een droom worden allerlei bijzondere betekenissen toegekend, en geestverschijningen en onverklaarbare gebeurtenissen spelen ook een belangrijke rol.

In de romantische periode van de klassieke muziek maken componisten steeds grotere composities. De orkesten werden groter en ze gebruiken veel verschillende instrumenten. Er is veel drama en emotie te horen. Alles draait om wat mensen voelen, fantasie en de natuur. Veelvuldig terugkerende thematiek omvat dan ook de verheerlijking van de liefde (zowel de ideale als onmogelijke), hang naar het nostalgisch verleden, hernieuwd enthousiasme voor de natuur, de dood en de spontane en subjectieve menselijke emoties als vreugde, verdriet, verwondering, angst, pijn en verlangen.

Bekende componisten uit de Romantiek zijn Franz Schubert, Robert Schumann, Frédéric Chopin, Hector Berlioz, Frans Liszt en Richard Wagner.

Bekende personen

Beroemde romantici zijn onder anderen Johann Gottlieb Fichte, Caspar David Friedrich, John Keats, Johann Gottfried von Herder, Samuel Taylor Coleridge, Jean-Jacques Rousseau, William Wordsworth, William Turner, Friedrich Wilhelm Schelling, Novalis, Heinrich Heine, Guido Gezelle en Percy Bysshe Shelley. In Nederland worden letterkundigen als Rhijnvis Feith, Willem Bilderdijk, Multatuli en ook een politicus als Johan Rudolph Thorbecke tot de romantici gerekend. Johann Wolfgang von Goethe en Friedrich von Schiller behoorden in hun jonge jaren tot de Sturm und Drang-beweging, maar niet tot de Romantiek in engere zin. Door hun latere werken gelden zij als vertegenwoordigers van de Duitse Klassik, waarin het steeds om een evenwicht gaat tussen gevoel en verstand.

De erfenis van de romantiek

Diverse onder invloed van de romantiek tot bloei gekomen verschijnselen zijn nog lang invloedrijk gebleven. Sommige cultuur beschouwers menen zelfs dat we, vanwege onze grote waardering voor het individuele gevoelsleven, nog steeds in het tijdperk van de romantiek leven. Gebruikelijker is echter de visie dat romantische motieven een eigen onderdeel vormen van de moderne samenleving, maar wel in een apart domein, buiten de gangbare, dagelijkse leefwereld. Op verschillende momenten en op uiteenlopende manieren komt de romantische denkwijze opnieuw naar voren, bijvoorbeeld in: