laatste wijziging: 01-11-2017
781a Hermeneutiek: geschiedenis
Hermeneutiek is een begrip dat in de filosofie verschillende invullingen heeft gekregen.
- De term hermeneutiek is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de Griekse dichter Homerus (circa 800 v.Chr.) en betekent de uitleg en vertaling van berichten die door de goden der Griekse mythologie aan mensen werden gegeven. Homerus beroept zich daarbij op de god Hermes.
- In de Oudheid was zij voor de Sofisten de kunst om op een juiste wijze redevoeringen te houden.
- In Plato’s dialogen was hermeneutiek de methode waarmee Socrates probeert grip te krijgen op het transcendente ‘zijnde’, de vormen der ideeënwereld, door middel van ‘lagere’ zaken zoals het dagelijks leven en specifieke redeneringen.
- Het neoplatonisme met zijn getallenmystiek verstond hermeneutiek als de kunst de werkelijkheid op juiste wijze in getallen uit te drukken.
- Met Maarten Luther kwam een wending van het louter vertalen naar een algemene theorie van de ervaring van het menselijke denken. Het eerste aspect van deze theorie is dat een tekst niet te ‘verstaan’ is zonder de auteur, deze moest als medemens worden begrepen. Het tweede gezichtspunt behelst de beperktheid van de menselijke rede.In de moderne filosofie moet beroep worden gedaan op Wilhelm Dilthey (1833-1911) die de hermeneutiek helemaal van karakter deed veranderen. Zij is niet meer een kunst van het lezen van een tekst in de samenhang van ontstaan in correlatie tot de auteur, maar de leer van het leven zelf. Het ‘Verstehen’ is het bepalend element van de zijnswijze van het menselijk bestaan als oorspronkelijk begrijpen dat ieder mens is meegegeven als bestemdheid alles een zin te moeten geven.
- Ook Martin Heidegger leverde een belangrijke bijdrage aan de hermeneutiek.
- Hans Georg Gadamer sluit aan bij Heidegger.