laatste wijziging: 01-11-2017

410 1300 – 1600 humanisme

De belangrijkste geleerden van de renaissance stonden bekend als humanist. Humanisten vonden het individu belangrijk. Ze vonden dat mensen de vrijheid moesten krijgen over de wereld na te denken en dat je beter nieuwsgierig kon zijn en over van alles kon discussiëren dan dat je gewoon alles maar aan nam. Sommige humanisten vonden, net als eerdere Griekse en Romeinse denkers, dat de wet door mensen werd gemaakt en dus ook door mensen kon worden veranderd.
Door hun opvattingen kregen veel humanisten ruzie met de kerk, die leerde dat de wet door God was gemaakt en dus niet kon worden veranderd. Volgens de kerk waren mensen die Gods wetten overtraden zondig. De kerk verwachtte van iedereen dat ze hun tijd op aarde doorbrachten met het verwerven van een plaats in de hemel door Gods wetten zonder meer te gehoorzamen.
Humanisten geloofden juist dat je allerlei verschillende opvattingen kon onderzoeken, zonder leerstellingen van God en Christus te verloochenen. Dit idee, dat je niet alleen voor God, maar puur voor je eigen plezier kon genieten van kunst en literatuur, stimuleerde veel getalenteerde mensen te gaan experimenteren met nieuwe ideeën.

Beroemde Italiaanse humanisten tussen 1300 en 1500 waren Cyriacus van Ancona, Giovanni Aurispa, Ermolao Barbaro, Francesco Barbaro, Gasparino Barzizza, Basinio Basini, Antonio Beccadelli, Filippo Beroaldo, Flavio Biondo, Giovanni Boccaccio, Gianfrancesco Poggio Bracciolini, Leonardo Bruni, Filippo Buonaccorsi (Callimachus Experiens), Giovanni di Conversino da Ravenna, Angelo Decembrio, Pier Candido Decembrio, Bartolomeo Fazio, Felice Feliciano, Vittorino da Feltre, Marsilio Ficino, Francesco Filelfo, Battista Guarino, Stefano Infessura, Cristoforo Landino, Antonio Loschi, Giannozzo Manetti, Carlo Marsuppini, Niccolò Niccoli, Matteo Palmieri, Niccolò Perotti, Francesco Petrarca, Enea Silvio de’ Piccolomini, Bartolomeo Platina, Angelo Poliziano, Julius Pomponius Laetus, Giovanni Pontano, Giovanni Conversini da Ravenna, Coluccio Salutati, Palla Strozzi, Ambrogio Traversari, Lorenzo Valla, Maffeo Vegio, Pier Paolo Vergerio en Guarino da Verona.

Voor de 16e eeuw zijn dit Pietro Alcionio, Ludovico Ariosto, Pietro Bembo, Gerolamo Cardano, Francesco Guicciardini, Francesco Robortello, Jacopo Sadoleto, Jacopo Sannazaro en Torquato Tasso.

431 Petarca  432 Salutati  433 Alberti  434 Valla  435 Erasmus  436 More  437  Montaigne