laatste wijziging: 18-05-2018

865 1942 – 0000 Agamben

Giorgio Agamben is een hedendaagse Italiaans filosoof, die vooral bekend is door zijn boek Homo sacer (1995).

Agambens filosofie is diep geïnspireerd door enerzijds Martin Heidegger en anderzijds Walter Benjamin. Zelf beschouwt hij Benjamin als zijn antigif tegen de risico’s van Heideggers filosofie.
Agambens werk is gedeeltelijk een voortzetting of uitwerking van suggesties van Benjamin. Zo is Homo sacer een uitwerking van Benjamins suggestie uit “Een kritische beschouwing van het geweld” (1921), namelijk dat het "de moeite waard zou kunnen zijn om de oorsprong van het dogma van de sacraliteit van het leven na te trekken.”

Agambens taalfilosofie beheerst een groot deel van zijn werk en komt ook terug in Homo sacer. Verwijzingen naar de problematiek van taal en spreken duiken in al zijn boeken op, maar hun ontwikkeling vindt haar hoogtepunt vooral in de jaren ’70 en ’80.

Hoewel Agamben tegenwoordig vooral bekendheid geniet als politiek filosoof, schreef hij de eerste 20 jaar voornamelijk over taal en esthetiek. Agambens debuut is L’uomo senza contenuto (Milano, Rizzoli, 1970), ‘De man zonder inhoud.’ Hierin laat hij het licht schijnen op de verschillende kloven die de filosofische esthetiek doordringen: de esthetiek van de vertolking versus die van de waarneming, de kunstenaar versus de lezer, de genie versus de goede smaak. Tegenover de interne breukvlakken van de esthetiek plaatst Agamben geen nieuwe eenheid, maar een radicale vernietiging van het begrip esthetiek om een andere esthetische ervaring van kunst en literatuur voor te bereiden. Afscheid van de esthetiek via de kritische analyse van haar tegenstrijdigheden is noodzakelijk als de kunst weer wil worden wat ze ooit was: de maat van de mens. Zowel de filosofie als de esthetiek hebben in hun zelfbegrip het probleem van de zinnelijke ervaring en de verstandelijke kennis niet opgelost en zijn daarom na het idealisme ingehaald door de natuurwetenschappen, die op hun beurt de maat van de mens zijn geworden. In Categorie ilatiane: Studi di poetica (Venetië 1996) , onderzoekt Agamben de aard van het medium poëzie en haar verhouding tot theologie en filosofie. In de essaybundel Image et Mémoire: Écrits sur l’image, la danse et le cinéma (1998) ‘Beeld en herinnering: overwegingen over het beeld, de dans en de film’, onderzoekt Agamben de functie van het beeld. Centraal staat videokunstenaar Bill Viola.

Taal is voor Agamben niet slechts een manier om expressie aan jezelf te geven, maar taal is de representatie van communicatie en ‘community’, de gemeenschap en daarmee de polis en de politiek. Twee klassieke opvattingen van mens-zijn komen hier samen, namelijk de mens als politiek dier, en de mens als een dier dat begiftigd is met taal, zoals ook in het eerdere citaat van Aristoteles. In 1991 verschijnt Agambens eerste specifiek politieke boek: La comunità che viene. Saggi brevi. (Turijn 1991). ‘De komende gemeenschap’.

Het hoofdthema in Agambens werk is misschien wel de potentialiteit. Op een radicale manier herleest hij Aristoteles’ uiteenzetting van het begrip dunamis in boek IX van de Metafysica, Theta. Potentialiteit is voor Agamben een soort doen door niet te doen. Hier is ook de invloed van Franz Kafka goed te merken.

Agambens stijl is zowel aantrekkelijk als ontoegankelijk. Hij is een radicaal filosoof die zich niet laat weerhouden door intellectuele hekjes van rechts of links. Agamben confronteert de maatschappelijke consensus graag met het tegendeel ervan: Auschwitz is geen uitzondering, de democratie verschilt in wezen niet veel van haar tegenpolen: het communisme en het fascisme. Zijn manier van filosoferen ligt in de lijn van Nietzsche in die zin dat vanuit een onderzoek naar de wortels van de westerse cultuur, haar ‘heilige koeien’ genadeloos aan de kaak worden gesteld. Zo beschrijft hij de huidige democratie als in verval, en verschuivend richting een ‘postdemocratische spektakelmaatschappij.’ (HS 16) ‘Agamben fileert de democratie’, volgens René Ten Bos in zijn recensie van Homo sacer: ‘een boek dat shockerend genoeg is om hele wereldbeelden op hun kop te zetten’.