laatste wijziging: 13-07-2019

724h : Fenomenologie: Invloed

BRON:


De fenomenologie heeft invloed uitgeoefend op een hele reeks andere filosofische stromingen.

Het duidelijkste voorbeeld is het existentialisme van Franse denkers zoals Albert Camus en Gabriel Marcel. De scheidingslijn tussen fenomenologie en existentialisme is soms moeilijk te trekken. Vaak spreekt men ook van “existentiële fenomenologie” bij Sartre en Merleau-Ponty om aan te tonen dat beide stromingen samengaan. Een ander Frans filosoof, die sterk beïnvloed is geweest door de fenomenologie, was Raymond Aron (1905-1983).

De fenomenologie heeft op bepaalde punten ook haar invloed gehad op de analytische filosofie:


In Duitsland is het werk van Karl Jaspers (1883–1969), dat getypeerd kan worden als ‘existentiefilosofie’, op sommige punten nauw verwant met de fenomenologie, hoewel men Jaspers niet als fenomenoloog kan zien. Hetzelfde geldt voor de ‘nieuwe metafysica‘ van Nicolai Hartmann.[34] Deze nieuwe metafysica had daarnaast ook haar vertegenwoordigers in het Verenigd Koninkrijk zoals Samuel Alexander (1859–1938) en de procesfilosofie van A.N. Whitehead (1861-1947). In de jaren 60 begon de Duitse filosoof Hermann Schmitz (°1928) de stroming van de ‘nieuwe fenomenologie‘ (neue Phänomenologie) en probeerde zo het de oorspronkelijke fenomenologie te rehabiliteren. Ook in het marxisme, concreter het autonoom marxisme van Paolo Virno (°1952), is de invloed van de fenomenologie voelbaar. In zijn boek Grammatica della moltitudine (2003) zette hij bijvoorbeeld een fenomenologie van de “nieuwe subjectiviteit” binnen het postfordisme uiteen en beroept hij zich op inzichten van Heidegger en Merleau-Ponty.


Verder heeft de Amerikaanse filosoof Ken Wilber de fenomenologie ook opgenomen in zijn ‘integrale theorie‘ (Integral Theory), waarin hij tracht te komen tot een allesomvattende theorie van de werkelijkheid en het menselijk bewustzijn.