laatste wijziging: 29-04-2024

870 1942 – 2024 Dennett

Daniel Clement Dennett was een Amerikaanse filosoof die gespecialiseerd is in vraagstukken betreffende het bewustzijn, de filosofie van de geest en kunstmatige intelligentie.

Als uitgesproken atheïst werd Dennett vaak genoemd als één van the Four Horsemen (de vier ruiters) van het nieuwe atheïsme, samen met Richard Dawkins, Sam Harris en Christopher Hitchens.

Descartes heeft al in de 17e eeuw de grondslag gelegd voor het dualisme. Volgens Descartes vond samenwerking tussen lichaam en geest plaats in de pijnappelklier in de hersenen. In de pijnappelklier werden indrukken uit de buitenwereld geïntegreerd tot bewuste belevingen.

Dennett noemt dit het Cartesiaans theater. De interactie tussen lichaam (inclusief hersenen) en geest (inclusief bewustzijn) is nog steeds een onderwerp van levendige filosofische debatten. Dennett verwerpt de ideeën over lichaam en geest van Descartes. Lichaam en geest zijn volgens hem geen gescheiden entiteiten. De geest komt voort uit lichamelijke processen.

Evolutie van de vrije wil

Vrije wil is verenigbaar met het determinisme (compatibilism). Het determinisme, op fysisch niveau, klopt. Strikt vrije wil bestaat niet. We hebben echter genoeg vermogen om vrije keuzes te kunnen maken. Vrije wil is de mogelijkheid keuzes te maken zonder opgelegde druk.

Dennett maakt onderscheid tussen vermijdbaar (evitability) en onvermijdbaar (inevitability). De mens heeft (Dennett maakt hier een vergelijking met een handelend wezen dat zijn doelen wil verwezenlijken) het vermogen om te anticiperen op gewenste en ongewenste gevolgen van het handelen. Door de evolutie heeft de mens een steeds krachtiger vermogen ontwikkeld om de toekomst te voorspellen op consequenties. Hierdoor kan de mens steeds beter toekomstige gebeurtenissen vermijden, of juist niet. Dit vermogen tot vermijden is het menselijk vermogen van vrije wil.

Doordat dit menselijk vermogen van vrije wil niet het determinisme uitsluit maar juist bevestigt (anders kan men niet voorspellen en vermijden) is Dennett een compatibilist. Dennett levert hiermee een bijdrage aan de discussie over Kwantummechanica en vrije wil.

Frame-probleem in de filosofie

In 1978 legde Dennett in een publicatie uit dat het frame-probleem uit de kunstmatige intelligentie onderdeel uitmaakt van een groter probleem: hoe kan een rationeel denkend systeem bepalen welke informatie wel of niet relevant is in een redenering met betrekking tot het uitvoeren van een actie. De beschikbare hoeveelheid kennis moet als het ware gesorteerd worden maar het is de vraag hoe je kunt bepalen of informatie nu werkelijk wel of niet relevant is of zal zijn.1

Dennett neemt het scepticisme tot uitgangspunt om te komen tot waarheidsbevinding, net als Richard Dawkins. Beide geleerden kennen elkaar goed. Mede vanuit dit scepticisme schreef hij – net als Dawkins – een boek waarin hij uiteen zet waarom religie weinig tot geen feitelijke argumenten in eigen voordeel heeft.

TO DO :  De betovering van het geloof (Breaking the Spell: Religion as a Natural Phenomenon).

Samen met Dawkins en twee andere religiecritici en auteurs van vergelijkbare boeken – Sam Harris en Christopher Hitchens – hield hij een twee uur durende gefilmde discussie over de reacties op hun boeken. Die opname verscheen als The Four Horsemen. Naast een uitgesproken atheïst is Dennett ook een onverbloemd criticus van onder meer homeopathie. In 2004 was hij één van de zes personen aan wie een interview van een volledige uitzending werd gewijd in de documentaireserie The Atheism Tapes van de BBC.

Daniel Dennett hield al vier keer een presentatie op de jaarlijkse TED-bijeenkomst. In de eerste reageert hij op een eerder bij hetzelfde evenement gemaakte claim van predikant Rick Warren, dat de mensheid de werking van evolutie moet tegengaan om besef van normen en waarden te hebben en te behouden. Daarmee implicerend dat evolutie aan de ene kant en normen en waarde aan de andere kant, tegenpolen zijn. Dennett postuleert een theorie over een natuurlijke oorsprong van normen en waarden die de werking van evolutie helemaal niet tegengaat.

Bij zijn tweede presentatie vertelt Dennett globaal over zijn theorie hoe het bewustzijn uit te leggen is als een puur lichamelijk, chemisch fenomeen. Ter demonstratie en amusement laat hij wat werkingen zien van de processen in de hersenen van mensen, om aan te tonen dat je niet alles kunt geloven wat je denkt mee te maken.

In zijn derde presentatie gaat Dennett nader in op het begrip memes: eenheden van informatie in de hersenen die van generatie op generatie worden doorgegeven (wetenschappelijk geformuleerd door Richard Dawkins). Ongeveer dezelfde werking als die van DNA, dat informatie over het bouwen van lichamen doorgeeft. Dennett probeert met zijn verhaal het idee toegankelijker te maken.

In zijn vierde presentatie verkent Dennett het concept dat humor gebaseerd is op het dezelfde evolutionaire redevoering waarom de mens een voorkeur heeft voor zoet voedsel. Humor is een hyperstimulatie van het menselijke vermogen om fouten op te sporen een keuzes en taken. “The joy of debugging”, zoals Dennett het benoemt, wordt overgestimuleerd in het geval van een grapje.