laatste wijziging: 01-11-2017

263d 0160 – 0210 Sextus Empiricus

BRONNEN:

We weten niets over het leven van Sextus Empiricus, maar zijn naam is verbonden met enkele van de belangrijkste bewaard gebleven werken uit de Romeinse tijd, de 11 delen van “Tegen de leerstellingen” en “Schets van het pyrronisme”, waarin Sextus Empiricus de doctrine van de pyrronisme sceptici uiteenzet. We hebben het uitsluitend aan het overleven van zijn werk te danken dat we iets van de sceptici weten en bovendien is hij de bron van een heleboel andere informatie over

De school van de pyrronisme sceptici, gesticht door Pyrrho rond de derde eeuw voor Christus, vormde een belangrijke tegenstroming in de filosofie tegenover de belangrijkste scholen van die tijd, zoals die van Aristoteles, de epicuristen en de stoïcijnen.

Pyrrho heeft net als Socrates en diverse andere filosofen uit de oudheid zelf niets geschreven en deed zover we weten ook geen moeite om zijn filosofie aan anderen uit te dragen. Maar dat weerhield zijn volgelingen er niet van om zijn filosofie te documenteren en ontwikkelen met als culminatie het uitgebreide werk van Sextus Empiricus.

De filosofie van de sceptici is gelijktijdig eenvoudig en verstrekkend. Ze is eenvoudig omdat ze om een hoofdbewering draait, namelijk dat er niet meer rechtvaardiging is om een bepaalde propositie aan te nemen dan het tegendeel ervan.

De filosofie van Pyrrho zou samengevat kunnen worden met het dictum “niet eerder dit dan dat”, dat wil zeggen dat er geen reden is om de voorkeur te geven aan propositie “X” boven het tegendeel “niet – X”. Ze is verstrekkend omdat de bedoeling van het scepticisme verder gaat dan het simpelweg schaakmat zetten van het intellect zodat er een filosofische apathie ontstaat, een opvatting die algemeen is onder filosofiestudenten, die zelden de diepere aspecten van het scepticisme onderwezen krijgen. De bedoeling van het scepticisme is om een soort therapeutische apostasie (scheiding) te bereiken, die, zoals Sextus duidelijk aantoont, tot gemoedsrust leidt, de uiteindelijke bedoeling van de sceptische filosofie.

Sextus biedt een hele batterij aan sceptische argumenten ter onderbouwing van zijn bewering dat voor elke propositie geldt dat het tegendeel evengoed staande kan worden gehouden.

Een object kan er van veraf heel anders uitzien dan van dichtbij, maar waarom zou de waarneming “van dichtbij” meer waarheid onthullen? Soms kunnen we alleen door afstand te nemen iets goed zien. Als iemand zegt dat sneeuw wit is, kunnen we hem erop wijzen dat sneeuw bevroren water is en dat water kleurloos is. We kunnen natuurlijk verklaringen bedenken waarom sneeuw wit “lijkt” en water kleurloos “is”, maar dat betekent enkel de ene manier van tegen de dingen aankijken verheffen boven een andere manier.

Iemand zou ook een andere, niet met de eerste verenigbare verklaring kunnen geven. Vanwege de logische kloof tussen realiteit en voorkomen, een kloof die we niet kunnen overbruggen omdat kennis van de werkelijkheid altijd wordt verkregen via de feilbare zintuigen, bestaat er geen mogelijkheid om te bewijzen dat de dingen in werkelijkheid zo zijn en niet anders. Waarom leidt dit tot rust en niet tot intellectuele onrust?

Sextus redeneert als volgt: stel, iemand beweert dat de dingen zeker goed of slecht zijn. Die persoon blijft zijn leven lang zorgelijk en voelt zich te kort gedaan omdat de goede dingen hem ontbreken en de slechte hem overkomen. Maar als die persoon veel goede dingen overkomen, zal hij bang zijn alles weer te verliezen. Maar de scepticus, die geen oordeel heeft of iets goed of slecht, waar of onwaar is, streeft niets na en vermijdt ook niets met enige passie of intensiteit. Hij blijft onverschillig onder de wisselvalligheden van het leven en bereikt zo rust.

Critici stellen dat de sceptische filosofie een onmogelijke manier van leven is, want oordelen is een natuurlijke en onvermijdbare psychologische functie. Het sceptische uitgangspunt is bovendien met zichzelf in tegenspraak. Als het waar is dat een bewering niet boven het tegendeel kan worden gesteld, geldt dat ook voor het sceptische uitgangspunt. Paradoxaal lijkt dat weer een argument voor de sceptische visie. Als er geen definitief oordeel over het scepticisme, op wat voor manier dan ook, kan worden geveld, moeten we misschien helemaal niet oordelen, precies zoals de sceptici aanraden.