laatste wijziging: 01-11-2017

264 300 v C – 0000 Eclecticisme

In de klassieke oudheid werd de term gebruikt voor de stroming waarbij de Romeinse, Griekse en Oosterse cultuurelementen op elkaar inwerkten en meer en meer met elkaar versmolten. Daarin kunnen we twee grote groepen onderscheiden: het Romeins eclecticisme en het Alexandrijns eclecticisme.

 

Het eclecticisme is een stroming in de filosofie die de Romeinse met de griekse filosofie vermengt,  en de Oosterse met de Griekse (onder invloed van Alexander III de Grote).

Het Romeinse eclecticisme: De Romeinen namen veel van hun filosofische stelsels over van de Grieken. Ze kozen datgene uit dat volgens hen het dichtst bij de waarheid lag. Daarom zal men veel van de Griekse filosofie ook terugvinden in de Romeinse. Ook speelde het praktische aspect een rol bij de Romeinen. Filosofie is voor hen niet een doel op zich, zoals bij de Grieken, maar een praktisch hulpmiddel voor het opstellen van een algemeen wereldbeeld om zich beter in de wereld te kunnen oriënteren.

Het Alexandrijns eclecticisme. Hier bedoelt men de versmelting van de Griekse en de Oosterse filosofie. Vooral de Joodse religieuze overleveringen waren hier belangrijk. De Joodse Alexandrijnse intellectuelen probeerden de waarheden uit de Griekse filosofie te combineren met de religieuze waarheden uit het Oude Testament. Aangezien deze op sommige vlakken met elkaar in tegenspraak zijn, stond men voor een probleem.  Dit probleem werd in twee richtingen opgelost: enerzijds stelde men dat het Oude Testament reeds door de Grieken gekend was en dat zij veel waarheden hieruit gehaald hebben, anderzijds werden de heilige geschriften met de Griekse filosofie in overeenstemming gebracht. Men gaat daarom God anders interpreteren. Deze nieuwe zienswijze was vooral op Plato geïnspireerd. Nieuwe ideeën zoals de onbereikbaarheid van God en de zoon van God als bemiddelaar tussen de mensen en God deden hun intrede en waren ook de basis van het christendom.