laatste wijziging: 01-11-2017

884 1947 – 0000 Sloterdijk

Peter Sloterdijk is een Duitse cultuurfilosoof.  Zijn werk “Kritiek van de cynische rede” dat in 1983 verscheen, bracht de nog jonge Sloterdijk haast onmiddellijke roem als een van de meest gelezen en vooral beruchte filosofen van de moderne tijd. Hoewel sommige filosofen hem zijn gebrek aan academische gestrengheid en zijn aforistische stijl verweten, waren er anderen, zoals Habermas, die hem wel serieus namen.

Peter Sloterdijk houdt zich niet bezig met de grote metafysische, ontologische en epistemologische problemen. Over de traditionele ‘Grote thema’s’ van de filosofie zegt hij in Kritiek van de Cynische rede het volgende:
"De grote thema's waren niets anders dan ontwijkingen en halve waarheden. Deze futiele hoge vluchten - God, het Universum, Theorie, Praxis, Subject, Object, Lichaam en Geest, Betekenis, Het Niets - dit alles is niets. Het zijn slechts namen voor jonge mensen, voor buitenstaanders, geestelijken en sociologen..."

Als postmodernist heeft Sloterdijk geen plaats voor absolute waarheid. Evenmin bestaat voor hem zoiets als algemeen geldende ethische principes. Hij geeft zelf dus ook geen sluitende antwoorden op vragen waar ieder mens mee zit, zoals ‘Hoe moet ik leven?’ en ‘Door welke waarden en principes moet ik me laten leiden?’ In tegenstelling tot bijvoorbeeld Marx en Kant bouwt hij geen immanent filosofisch systeem van deugden en waarden op. “Nieuwe waarden? Nee bedankt!”

In ‘Kritiek van de Cynische rede’ accepteert hij dat de huidige westerse maatschappij vooral gebaseerd is op nihilisme , maar stelt hij een andere benadering voor. De huidige houding die mensen tegenover het nihilisme aannemen, is cynisme, dat hij als uitvloeisel van de Verlichting ziet. Dit cynisme plaatst hij tegenover het kynisme , dat hij prefereert als een betere reactie tegenover nihilisme. (TODO aantekeningen Groningen)

In zijn meer recente werk, de trilogie ‘Sferen'[3], is zijn basisgedachte dat ‘wie in de wereld is, ook altijd in een sfeer is’, van de intieme sfeer van het paar (bijvoorbeeld de geliefden), naar grote metafysische stelsels (bijvoorbeeld Plato), van microsferen naar macrosferen.

Zo werd hij naar aanleiding van zijn lezing Regeln für den Menschenpark (Regels voor het Mensenpark), die hij eind juli 1999 hield in het Beierse slot Elmau, er door tegenstanders van beschuldigd een pleidooi te houden voor eugenetica. Ze verweten hem een fascist en bovendien een antisemiet te zijn. Normaal gezien zou deze lezing geen probleem opgeleverd hebben bij een publiek van erudiete luisteraars, maar enkele journalisten waren de zaal binnengeglipt. Zij brachten delen van Sloterdijks lezing naar buiten en die verschenen uit de context gerukt in kranten en tijdschriften: het eigenlijke thema van de rede was niet genetische manipulatie maar het einde van het literaire humanisme. Sloterdijk beschouwde dit humanisme als een remmende kracht omdat jonge mensen erdoor werden aangezet tot beschaving en zelfbeheersing. De media hadden deze beschavende invloed echter onderuitgehaald, en daarom was er nu opnieuw behoefte aan een ‘remmende factor’. Daarbij sloot de filosoof genetische manipulatie niet uit. De school heeft de concurrentie met de massamedia verloren, stelt Sloterdijk. “De mensheid moet op zoek naar nieuwe methoden om zichzelf te temmen.” De invloed van Nietzsche is nooit veraf bij Sloterdijk.

Sloterdijks aforistische, literaire stijl is wat minder toegankelijk voor lezers die iets meer houvast wensen, of verwachten dat hij met conclusies komt aanzetten. Zo ook oud-eurocommissaris Frits Bolkestein, die Sloterdijk in een debat openlijk aanviel op zijn theorieën en de waarde van zijn filosofisch werk: “Pure fantasie, professor!” en “u presenteert helemaal geen theorie, uw boek is een verzameling bon mots, anekdotes, verhalen!”[7]