laatste wijziging: 31-10-2017

755e 1932 – 0000 John Searle

John Rogers Searle  is een Amerikaans filosoof en professor aan de Universiteit van Californië in Berkeley. Hij is vooral bekend van zijn bijdragen aan de taalfilosofie en de filosofie van de geest, en zijn bijdrage aan het concept van “sociale realiteit”. Hij wordt beschouwd als een van de toonaangevende taalfilosofen uit de twintigste eeuw, en wordt geplaatst in de stroming van de Ordinary language philosophy.

Searle houdt zich bezig met taalfilosofie, denken en bewustzijn. Hij geeft hier een vak over taal en denken, maar ook één over sociale filosofie. In de jaren 1960 was Searle een van de grondleggers van de speech act-theorie, een pragmatisch model dat de conversationele functies van talige uitingen in kaart brengt.

Searle wordt beschouwd als een van de toonaangevende taalfilosofen uit de twintigste eeuw. Karakteristiek aan zijn denken is de toegankelijkheid en de helderheid van argumentatie. Zijn denken blijft doorgaans ook binnen de kaders van wat wordt aanvaard door het gezond verstand. Searle heeft zich altijd tot een breed publiek gericht, en zich uitgesproken over een breed scala aan filosofische onderwerpen. Zijn filosofie is uiteindelijk een samenhangend geheel van doctrines over taal, geest en de sociale wereld. Tot zijn belangrijkste werken behoren: Speech Acts. An Essay in the Philosophy of Language(1969), Minds, Brains and Programs (1980), Intentionality (1983), The Construction of Social Reality (1995) en Mind, Language and Society (1998).

In zijn boek Intentionality – An essay in the philosopy of mind (1983) introduceert Searle het begrip “intentionaliteit“. Hieronder verstaat hij onder andere het volgende:

Intentionaliteit kent volgens hem de volgende formele eigenschappen: propositionele inhoud, bevredigingsvoorwaarde, psychologische kracht en pasrichting.

Op het gebied van de filosofie van de geest maakt Searle onderscheid tussen sterke en zwakke kunstmatige intelligentie, in het Engels “artificial intelligence” of “AI”. Bij zwakke AI is er geen sprake van intentionaliteit, bij sterke AI juist wel.

Om dit te illustreren bedacht hij het Chinese kamerargument. In dit gedachte-experiment kan een computer Chinees spreken op basis van een set instructies. Ook als de computer even goed Chinees kan spreken als een mens, dan nog zal de computer geen intentionaliteit hebben. De Chinese kamer is een gedachte-experiment dat bedacht werd door Searle in 1980, in het artikel Minds, brains, and programs. Het experiment betreft de vraag of computers, nu of in de toekomst, zouden kunnen denken zoals mensen dat kunnen. Searle betoogt van niet. Hiermee probeert hij een antwoord te bieden op een ander gedachte-experiment dat het tegendeel verdedigt, namelijk de Turingtest van Alan Turing.