laatste wijziging: 01-05-2019

841 1929 – 2007 Baudrillard

BRONNEN:


Jean Baudrillard was een Franse socioloog,  postmodern filosoof, mediawetenschapper en cultuurcriticus. Als wijsgerig socioloog bleef hij altijd ietwat een buitenstaander die nooit tot een stroming heeft willen behoren. Vanaf zijn eerste publicatie in 1968 “Le système des objets” streefde hij een autonomie van zijn denken na en isoleerde hij zich compleet in het filosofisch milieu. In de jaren 70 was hij zeer productief met acht boeken.

In het boek “La société de consommation” van 1970 kritiseerde hij scherp de consumptiemaatschappij en stelde hij dat de mens zijn identiteit ontleent aan de verbruikte producten. Hij daagde de Parijse intelligentsia uit met “Oublier Foucault” (1977) en provoceerde in 1996 de kunstwereld met “Le complot de l’art”. In “La guerre du Golfe n’a pas eu lieu” (1991) rekende hij af met de hypermediatisering.

Een centraal begrip in zijn denken was het verschijnsel “hyperwerkelijkheid” waarmee hij bedoelde dat wij in een “betekenisloze” omgeving leven.

Baudrillard’s uitspraak “We leven na de orgie” ontstemde velen.

"Alles kan en alles mag, alles is bevrijd en er zijn geen taboes meer, maar in de plaats van een opwindend feest levert dit een geweldig gevoel van leegte op. We leven in de hel van hetzelfde"

Baudrillard’s simulacrumtheorie gaat over de echtheid en werkelijkheid van beelden die wij denken te kennen. In deze theorie wordt gesteld dat de mens het contact met de echte wereld is verloren, doordat hij een beeld van de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet. Baudrillard zei dat er steeds minder waarheid is, omdat we al onze werkelijkheid baseren op iets wat we zelf (de mensheid) hebben bedacht (in film en media).

Een voorbeeld van een “simulacrum” is dat iedereen weet hoe een neerstortend vliegtuig eruitziet. Maar wij weten dit doordat we dit op televisie hebben gezien. Het ‘kennen’ van dit beeld is dus niet gebaseerd op onze eigen waarheid, maar op de waarheid die gecreëerd is op tv. Zijn simulacrumtheorie plaatst de realiteit lijnrecht tegenover de door de beeldcultuur gecreëerde illusie van werkelijkheid (hyperrealiteit genoemd). Een simulacrum is een kopie zonder origineel, het is dus niet meer te linken aan iets origineels, iets echts.

Volgens de filosoof ontbreekt er deze tijd een perspectief en elan en rest er ons het ondergaan van de media, die leven bij de gratie van het voortdurend (her)uitvinden van “nieuws”.

Baudrillards kunsttheorie: Baudrillard formuleerde vrij scherp de postmoderne visie op de functie van actuele kunst. Met name sprak hij over het kunstwerk als “genaamtekend” object binnen een systeem van objecten en het kunstwerk als fatale strategie tegen het zinvolheidsdenken.

Kunstwerk als object met socio-economische tekenwaarde: Baudrillard beschouwt het kunstwerk niet alleen als een geschilderd oppervlak, maar ook als een genaamtekend voorwerp. Het wordt daardoor een teken in een systeem: het oeuvre van de kunstenaar. Het schilderij wordt dan niet meer bekeken voor wat het waard is als esthetisch object. Baudrillard ziet het kunstwerk als een teken waardoor de verzamelaar van kunst zich onderscheidt, ofwel als lid van zijn eigen groep, ofwel als middel om te refereren aan een groep met een hoger sociaal statuut.

Volgens Baudrillard is elke vorm van kritische radicaliteit vandaag nutteloos geworden. Alle negativiteit is opgelost in een wereld die schijnbaar een voltooide realisatie is. Er rest ons slechts een “fatale strategie” te openen tegen de raadselachtigheid van de dingen. De kunst meer waard laten worden dan gewone handelswaar is een voorbeeld van zo’n fatale strategie.

Wij baden volgens Baudrillard via de media in een alomtegenwoordigheid en grenzeloze aanwezigheid van communicatie in een geweldige hyperrealiteit van informatie. Ze veegt bijvoorbeeld elke oorspronkelijke nog bestaande scheiding tussen intimiteit en publiciteit weg. In zo’n “spektakelmaatschappij” (een begrip gelanceerd door Guy Debord) is alleen nog plaats voor boodschappen die als lege codes circuleren in een systeem van betekenisloze ruil. Sommige beeldende kunstvormen kunnen als balsem een oase van communicatie vormen, als rustoord voor de extase van de communicatie.

Hoewel Baudrillard zelf nooit tot een denkrichting heeft willen behoren, heeft hij veel invloed gehad bij de latere postmoderne filosofen en mediacritici. In het Nederlands taalgebied behoren onder meer Willem Elias en Johan Sanctorum tot diegenen die voortbouwen op zijn gedachtegoed.

Eind 1997 werd de geloofwaardigheid van Baudrillard op de proef gesteld in het boek Intellectueel bedrog. Postmodernisme, wetenschap en antiwetenschap (EPO) van de fysici Alan Sokal en Jean Bricmont. Daarin analyseren zij de teksten van (vooral) Franse postmoderne intellectuele keizers, die achter hun imposant jargon naakt zijn. Zie ook: Sokal-affaire.